Plan: | Bedrijventerrein GDC-Noord 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80040-0303 |
Op 21 oktober 2008 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein GDC-Noord' vastgesteld. Gedeputeerde Staten hebben gedeeltelijk goedkeuring onthouden aan het bestemmingsplan (zie bijlagen). De onthouding van goedkeuring heeft betrekking op:
de planvoorschriften, voor wat betreft:
Ad.1.
Op verzoek van de gemeente is aan een strook met de bestemming groen goedkeuring onthouden om het plan beter aan te laten sluiten op het bestemmingsplan voor de reconstructie A2/A67. In het onderhavige bestemmingsplan 'Bedrijventerrein GDC-Noord 2009' sluit de plangrens aan op het bestemmingsplan van de reconstructie A2/A67.
Ad.2.
Van Gansewinkel Groep heeft bedenkingen ingediend tegen het door de raad vastgestelde bestemmingsplan, waarin opslag van groenafval in de buitenlucht is verboden. Op verzoek van het Ministerie van Defensie heeft de gemeenteraad dit verbod opgenomen om vogelaantrekkende werking te voorkomen, wat gevolgen kan hebben voor de veiligheid van het vliegverkeer. Gedeputeerde Staten geven aan dat buitenopslag van groenafval niet zondermeer kan komen te vervallen. Het ministerie van Defensie heeft vervolgens beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen dit onderdeel van het GS besluit. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft op 17 maart 2010 uitspraak gedaan (zaaknummer 200904214/1/R2). Het beroep is door de Afdeling gedeeltelijk gegrond verklaard.
Uit nader onderzoek blijkt dat er volgens de milieuvergunning van Van Gansewinkel ter plaatse A-, B- en C-hout buiten opgeslagen mag worden. Dit zijn bepaalde vormen van behandeld en onbehandeld hout. In nauw overleg met Van Gansewinkel en Defensie is voor de locatie van Van Gansewinkel aan de Achtseweg Noord (in gebruik sinds 2005) en de direct aangrenzende gronden de navolgende regeling opgenomen. Aanleiding daarvoor is dat partijen op basis van een bezoek aan het terrein van Van Gansewinkel hebben vastgesteld dat van de buitenopslag van groenafval ter plaatse een veel mindere mate van vogelaantrekkende werking uitgaat dan aanvankelijk door Defensie werd aangenomen. De gronden hebben de aanduiding 'Specifieke vorm van bedrijf 2-4' gekregen. Op gronden met deze aanduiding is buitenopslag van groenafval toegestaan. Bij het opnemen van deze aanduiding hebben overigens ook de uitkomsten van de vogeltelling een rol gespeeld.
Ad.3
Op verzoek van de gemeente is aan het cijfer "3" van 35% goedkeuring onthouden, waardoor er een minimaal bebouwingspercentage van 5% voorgeschreven wordt voor de gronden waar containeropslag is toegestaan. Inmiddels is er een reparatiebestemmingsplan opgesteld en in procedure gebracht voor het terrein van Van Happen, waar dit betrekking op heeft. De minimale bebouwingspercentages voor afvalverwerkende bedrijven, logistieke bedrijven en bedrijven gericht op containeropslag zijn in dit bestemmingsplan aangepast, waardoor niet voldaan hoeft te worden aan het minimale bebouwingspercentage van 50.
Ad.4
Van Gansewinkel Groep heeft bedenkingen bij Gedputeerde Staten ingediend tegen het minimale bebouwingspercentage van 50 wat voor haar gronden van toepassing was. Gezien de aard van de bedrijvigheid was hier niet aan te voldoen. In het nieuwe bestemmingsplan wordt voor afvalverwerkende bedrijven een minimaal bebouwingspercentage van 7 opgenomen.
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het bestemmingsplan Bedrijventerrein GDC-Noord zijn verder: