Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Postelseweg 173 te Eersel
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0770.WPpstlswg1730015-vast

Artikel 10 Groen - Landschappelijke inpassing

10.1 Bestemmingsomschrijving

10.1.1 Algemeen

De voor Groen - Landschappelijke inpassing aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het aanbrengen en instandhouden van gebiedseigen (erf)beplanting ter landschappelijke inpassing van gebouwen en verhardingen;
  2. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals doorgangen en overeenkomstig de in artikel 10 lid 1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

10.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in artikel 10 lid 1.1:
 
a  Waterhuishoudkundige doeleinden
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.

10.2 Bouwregels

10.2.1 Algemeen

Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van erfafscheiding.

10.2.2 Bouwregels erfafscheidingen

Voor erfafscheidingen gelden de volgende bepalingen:
  1. de erfafscheiding mag uitsluitend in de vorm van een open constructie worden opgericht;
  2. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m.

10.3 Specifieke gebruiksregels

10.3.1 Strijdig gebruik

In aanvulling op het bepaalde van artikel 7.10 Wro wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:
  1. voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. het aanbrengen van verhardingen, anders dan bedoeld in artikel 10 lid 4.4 .

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

10.4.1 Omgevingsvergunningplicht

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de in het schema onder artikel 10 lid 4.4 opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.

10.4.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder artikel 10 lid 4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
  1. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanleg- of omgevingsvergunning is verleend;
  2. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  3. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer.

10.4.3 Toetsing aan aanwezige waarden

De in artikel 10 lid 4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in artikel 10 lid 1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder artikel 10 lid 4.4 de toetsingscriteria weergegeven.

10.4.4 Schema omgevingsvergunning

Omgevingsvergunningplichtige
werken/werkzaamheden
Criteria voor verlening van de
omgevingsvergunning
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van
overige verhardingen als doorgang
de wegen en overige verhardingen
moeten noodzakelijk zijn voor het
(agrarisch) gebruik, behorende bij
de naastgelegen bestemming;
de wegen en overige verhardingen
betekenen geen aantasting van de
aanwezige landschappelijke
inpassing, danwel er wordt
anderszins voorzien in een
zorgvuldige landschappelijke
inpassing;
het verwijderen van houtopstanden ten behoeve
van een doorgang
het verwijderen moet noodzakelijk
zijn voor het (agrarisch) gebruik,
behorende bij de naastgelegen
bestemming;
het verwijderen betekent geen
aantasting van de aanwezige
landschappelijke inpassing, danwel
er wordt anderszins voorzien in een
zorgvuldige landschappelijke
inpassing;

10.5 Wijzigingsbevoegdheid

10.5.1 Wijziging naar Agrarische bestemming

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen teneinde uitbreiding van de aanduiding "bouwvlak" in een aangrenzende Agrarische bestemming mogelijk te maken, zoals opgenomen in 3.8.3, 3.8.4, 4.8.3, 4.8.4 of 5.8.3 van het bestemmingsplan Buitengebied, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. de uitbreiding van de aanduiding "bouwvlak" zal gepaard gaan met een zorgvuldige landschappelijke inpassing. Hiertoe wordt de bestemming Artikel 10 Groen - Landschappelijke inpassing opgenomen;
  2. de regels van Artikel 3 Agrarisch, Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschap respectievelijk Artikel 5 Agrarisch met waarden - Landschap en natuur van het bestemmingsplan Buitengebied worden van overeenkomstige toepassing verklaard.