Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0770.BPB200900001-vast |
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 12.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 12.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de functies genoemd in de navolgende Staat van horecafuncties:
Afkorting | Aanduiding | Functie | Adres | Bebouwde oppervlakte |
(sh-1) | specifieke vorm van horeca - 1 | Café | Donk 13 | 500 m2 |
(sh-2) | specifieke vorm van horeca - 2 | Restaurant | Driehuizen 3 | 350 m2 |
(sh-3) | specifieke vorm van horeca - 3 | Café alsmede recreatief nachtverblijf | Oirschotsedijk 52 | 600 m2 |
In een bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen is een bed&breakfast toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als Waterbestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerk geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding "bouwvlak" is aangegeven, mogen hoofdgebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak".
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" is een bedrijfswoning toegestaan, en maximaal één per aanduiding.
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen in de tabel in 12.1.2 onder a; deze bebouwde oppervlakte is inclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | Min. | |
afstand tot bouwperceelgrens | 3 m | |
afstand tot de as van de als “specifieke vorm van verkeer - stroomweg” aangeduide weg | 100 m | |
afstand tot de as van de als “specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg” aangeduide weg | 20 m | |
afstand tot de as van de als “specifieke vorm van verkeer - erftoegangsweg” aangeduide weg | 15 m | |
afstand tot de as van de als “specifieke vorm van verkeer - onverharde weg” aangeduide weg | 10 m | |
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan |
Hoofdgebouwen | |
totale oppervlakte gebouwen | zie 11.1.2 onder a |
goothoogte | max 5.5 m |
bouwhoogte | max 10 m |
Bedrijfswoning | Min. | Max. |
goothoogte | n.v.t. | 3,5 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | Max. | |
gezamenlijke oppervlakte per woning | 80 m2 | |
goothoogte | 3 m | |
bouwhoogte | 6 m | |
afstand vrijstaande bijgebouwen tot bedrijfswoning | 15 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. |
bouwhoogte erfafscheidingen | 1,5 m voor voorgevel; elders 2 m |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 5,5 m |
bouwhoogte overkappingen | 3 m |
oppervlakte overkappingen | 20 m2 |
In aanvulling op het bepaalde van artikel 7.10 Wro wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 12.3.1onder e en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing.
De nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het oog op de volgende belangen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing. Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en hun omgeving en ten behoeve van het behoud en herstel van de waardevolle elementen en structuren en de bestaande ruimtelijke karakteristiek.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 12.2.5teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding "landschapswaarden" zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in het schema onder 12.7.4. opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 12.7.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 12.7.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 3.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 12.7.4de toetsingscriteria weergegeven.
Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de aanlegvergunning |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen | 1. de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; 2. de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing; |
het verwijderen van houtopstanden | 1. het verwijderen moet noodzakelijk zijn; 2. het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement; |
het aanbrengen van ondergrondse leidingen | 1. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement; |