direct naar inhoud van Artikel 11 Groen - Landschapselement
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0770.BPB200900001-vast

Artikel 11 Groen - Landschapselement

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1 Algemeen

De voor Groen - Landschapselement aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het aanbrengen en instandhouden van landschapselementen;
  • b. water en waterhuishoudkundige doeleinden;

een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals doorgangen en overeenkomstig de in 11.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

11.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 11.1.1:

a Waterhuishoudkundige doeleinden

De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als Waterbestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van erfafscheiding.

11.2.2 Bouwregels erfafscheidingen

Voor erfafscheidingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de erfafscheiding mag uitsluitend in de vorm van een open constructie worden opgericht;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m.
11.3 Specifieke gebruiksregels
11.3.1 Strijdig gebruik

In aanvulling op het bepaalde van artikel 7.10 Wro wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:

  • a. voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het aanbrengen van verhardingen, anders dan bedoeld in 11.4.4.
11.4 Aanlegvergunning
11.4.1 Aanlegvergunningplicht

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in het schema onder 11.4.4 opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.

11.4.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder 11.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer.
11.4.3 Toetsing aan aanwezige waarden

De in 11.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 11.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 11.4.4de toetsingscriteria weergegeven.

11.4.4 Schema aanlegvergunning

Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de aanlegvergunning  
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen   - de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn;
- de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing;  
het verwijderen van houtopstanden   - het verwijderen moet noodzakelijk zijn;
- het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement;  
het aanbrengen van ondergrondse leidingen   - er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement;