direct naar inhoud van Artikel 13 Maatschappelijk
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0770.BPB200900001-vast

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving
13.1.1 Algemeen

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke doeleinden;
  • b. tuinen, erven en verhardingen;
  • c. de bestemming is mede gericht op behoud van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding "landschapswaarden";
  • d. de gronden ter plaatse van de aanduiding "bos" zijn tevens bestemd voor bos, met de bijbehorende doeleinden, zoals;
    • 1. bosbouw en houtproductie;
    • 2. behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en natuurwaarden;
    • 3. behoud, herstel en ontwikkeling van de bestaande biotopen;
    • 4. het als zodanig instandhouden van de niet-beboste gedeelten;
    • 5. behoud en bescherming van de aardkundige waarden;
    • 6. behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
    • 7. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
    • 8. extensief recreatief medegebruik;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen, met inbegrip van een goede landschappelijke inpassing in de vorm van groenvoorzieningen met een visueel afschermende functie naar het omliggende gebied;
  • g. water en waterhuishoudkundige doeleinden;

een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 13.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

13.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 13.1.1:

a Type functie

Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de functies genoemd in de navolgende Staat van maatschappelijke functies:

Afkorting   Aanduiding   Functie   Adres   Bebouwde oppervlakte   Afwijkende maatvoeringseis  
(sm-1)   specifieke vorm van maatschappelijk - 1   zorginstelling   Berkvenseweg 2/7   35000 m2   goothoogte max 15 m, bouwhoogte max 18 m  
(sm-2)   specifieke vorm van maatschappelijk - 2   zorginstelling   Dalemsedijk 31   660 m2    
(sm-3)   specifieke vorm van maatschappelijk - 3   scouting   Domineespad   14   250 m2  
(sm-4)   specifieke vorm van maatschappelijk - 4   gildeterrein, met daarbij schutsbomen, kogelvangers, jeu de boules en daaraan ondergeschikte oefenterreinen, verblijfsruimten, opslag, horeca en terras   Hemelrijksestraat ong   165 m2   goothoogte max 3,85 m, bouwhoogte max 7,7 m, schietbomen max 16 m, erfafscheidingen max 2 m, overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde max 10 m  
(sm-5)   specifieke vorm van maatschappelijk - 5   gildeterrein, met daarbij schutsbomen, kogelvangers, jeu de boules en daaraan ondergeschikte oefenterreinen, verblijfsruimten, opslag, horeca en terras   Katerstraat ong   165 m2   goothoogte max 3,85 m, bouwhoogte max 7,7 m, schietbomen max 16 m, erfafscheidingen max 2 m, overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde max 10 m  
(sm-6)   specifieke vorm van maatschappelijk - 6   militaire doeleinden   Kuilenhurk 32   1600 m2    
(sm-7)   specifieke vorm van maatschappelijk - 7   kapel   Knegselseweg ong   18 m2   goothoogte max 3 m, bouwhoogte max 5,5 m  
(sm-8)   specifieke vorm van maatschappelijk - 8   militaire doeleinden   Keyenhurkseweg 3   125 m2    
(sm-9)   specifieke vorm van maatschappelijk - 9   natuureducatiecentrum   Merenweg 2a   145 m2    
(sm-10)   specifieke vorm van maatschappelijk - 10   scouting en gildeterrein   Rosheuvel ong   400 m2   goothoogte max 4 m, bouwhoogte max 7 m, schietbomen max 16 m  
(sm-11)   specifieke vorm van maatschappelijk - 11   gildeterrein, met daarbij schutsbomen, kogelvangers, jeu de boules en daaraan ondergeschikte oefenterreinen, verblijfsruimten, opslag, horeca en terras   Vessemseweg ong   165 m2   goothoogte max 3,85 m, bouwhoogte max 7,7 m, schietbomen max 16 m, erfafscheidingen max 2 m, overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde max 10 m  
(sm-12)   specifieke vorm van maatschappelijk - 12   scouting   Zandstraat 5   250 m2   goothoogte max 4 m, bouwhoogte max 7 m  
(sm- 13)   specifieke vorm van maatschappelijk - 13   kapel   Jan Smuldersstraat ong   21 m2   goothoogte max 3 m, bouwhoogte max 5,5 m  
b Gildeterrein

Ter plaatse van de gildeterreinen, te weten ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - 4", "specifieke vorm van maatschappelijk - 5" en "specifieke vorm van maatschappelijk - 11" gelden de volgende inrichtingseisen:

  • 1. jeu de boulesbanen mogen uitsluitend worden aangelegd met een maximale oppervlakte van 300 m2 per (gekoppeld) bestemmingsvlak;
  • 2. parkeervoorzieningen mogen uitsluitend worden aangelegd met een oppervlakte van maximaal 200 m2 ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - 5" en maximaal 150 m2 ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - 4" en "specifieke vorm van maatschappelijk - 11";
  • 3. terrassen mogen uitsluitend direct aansluitend aan gebouwen worden aangelegd, met dien verstande dat de oppervlakte per (gekoppeld) bestemmingsvlak niet meer dan 75 m2 mag bedragen.
c Bed&breakfast

In een bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen is een bed&breakfast toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • 1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woonbebouwing tot een maximum van 80 m2.
  • 2. De bed&breakfast mag bestaan uit maximaal twee kamers met elk maximaal 2 bedden.
  • 3. Wanneer bed&breakfast plaatsvindt in een vrijstaand bijgebouw, dan is hierin geen keuken of soortgelijke voorziening toegestaan.
  • 4. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer.
  • 5. Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.
  • 6. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
d Waterhuishoudkundige doeleinden

De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als Waterbestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Toegestane bebouwing

Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerk geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.

13.2.2 Bouwvlak

Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding "bouwvlak" is aangegeven, mogen hoofdgebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak".

13.2.3 Bedrijfswoning

Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:

  • a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" is een bedrijfswoning toegestaan, en maximaal één per aanduiding;
  • b. ter plaatse van de aanduiding “geen bedrijfswoning toegestaan” is geen bedrijfswoning toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning” in combinatie met “maximum aantal wooneenheden” is het aangegeven maximale aantal wooneenheden het toegestane maximale aantal bedrijfswoningen.
13.2.4 Bebouwde oppervlakte

De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen in de tabel in 13.1.2 onder a; deze bebouwde oppervlakte is inclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen.

13.2.5 Maatvoeringseisen algemeen

De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:

Gebouwen algemeen   Min.  
afstand tot bouwperceelgrens   3 m  
afstand tot de as van de als “specifieke vorm van verkeer - stroomweg” aangeduide weg   100 m  
afstand tot de as van de als “specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg” aangeduide weg   20 m  
afstand tot de as van de als “specifieke vorm van verkeer - erftoegangsweg” aangeduide weg   15 m  
afstand tot de as van de als “specifieke vorm van verkeer - onverharde weg” aangeduide weg   10 m  
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan    

Hoofdgebouwen    
goothoogte   max 5,5 m  
bouwhoogte   max 10 m  
afstand tot de as van de weg   min 15 m  

Bedrijfswoning   Min.   Max.  
goothoogte   n.v.t.   3,5 m  
bouwhoogte   n.v.t.   9 m  
inhoud     maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij:
- de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt;
- het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt.  

Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning   Min.   Max.  
gezamenlijke oppervlakte     80 m2  
goothoogte     3 m  
bouwhoogte     6 m  
afstand weg   zie bij hoofdgebouwen    
afstand bijgebouwen tot bedrijfswoning     15 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum  

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   Max.  
bouwhoogte erfafscheidingen   1,5 m voor voorgevel; elders 2 m  
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   5,5 m  
bouwhoogte overkappingen   3 m  
oppervlakte overkappingen   20 m2  

Voorzover in de tabel in 13.1.2 onder a maatvoeringseisen zijn opgenomen, gelden deze eisen in afwijking van bovenstaande tabel.

13.3 Ontheffing van de bouwregels
13.3.1 Ontheffing minimum afstand van bebouwing tot de weg

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.2.5teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de noodzaak vanuit een doelmatige bedrijfsvoering moet aanwezig zijn;
  • b. de afstand van nieuwe bebouwing tot de as van de weg mag niet minder bedragen dan van bestaande reeds dichter bij die weg gelegen bebouwing; in afwijking hiervan behoeft indien het een bouwperceel betreft dat aan 2 of meer zijden direct grenst aan een weg, slechts tot 1 weg die afstand te worden aangehouden;
  • c. er mogen geen onevenredige verkeerskundige belemmeringen plaatsvinden;
  • d. er dient voldoende parkeerruimte op het eigen erf aanwezig te blijven;
  • e. de wegbeheerder dient te worden gehoord;
  • f. de stedenbouwkundige structuur mag niet onevenredig worden aangetast;
  • g. indien het een woning of ander geluidgevoelig object betreft, moet voldaan worden aan de Wet geluidhinder;
  • h. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
13.4 Specifieke gebruiksregels
13.4.1 Strijdig gebruik

In aanvulling op het bepaalde van artikel 7.10 Wro wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:

  • a. voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. voor verblijfsrecreatie;
  • c. vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
13.5 Ontheffing van de bouwregels
13.5.1 Ontheffing minimum afstand van bebouwing tot de weg

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.4.1onder c teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de noodzaak vanuit een doelmatige bedrijfsvoering moet aanwezig zijn;
  • b. de afstand van nieuwe bebouwing tot de as van de weg mag niet minder bedragen dan van bestaande reeds dichter bij die weg gelegen bebouwing; in afwijking hiervan behoeft indien het een bouwperceel betreft dat aan 2 of meer zijden direct grenst aan een weg, slechts tot 1 weg die afstand te worden aangehouden;
  • c. er mogen geen onevenredige verkeerskundige belemmeringen plaatsvinden;
  • d. er dient voldoende parkeerruimte op het eigen erf aanwezig te blijven;
  • e. de wegbeheerder dient te worden gehoord;
  • f. de stedenbouwkundige structuur mag niet onevenredig worden aangetast;
  • g. indien het een woning of ander geluidgevoelig object betreft, moet voldaan worden aan de Wet geluidhinder;
  • h. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
13.6 Aanlegvergunning
13.6.1 Aanlegvergunningplicht

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding "bos" en/of ter plaatse van de aanduiding "landschapswaarden" zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in het schema onder 13.6.4opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.

13.6.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder 13.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer.
13.6.3 Toetsing aan aanwezige waarden

De in 13.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 13.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 13.6.4de toetsingscriteria weergegeven.

13.6.4 Schema aanlegvergunning
Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de aanlegvergunning  
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen ter plaatse van de aanduiding "bos" enter plaatse van de aanduiding "landschapswaarden"   1. ter plaatse van de aanduiding "bos":
- de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn voor het beheren dan wel verbeteren van het bos dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik;
- de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige natuurwaarden; hiertoe wordt de terreinbeheerder gehoord;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding.
2. ter plaatse van de aanduiding "landschapswaarden":
- de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn;
- de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing.  
het egaliseren, vergraven of ophogen van de bodem ter plaatse van de aanduiding "bos"   1. het aanwezige reliëf mag niet worden aangetast;
2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke- en natuurwaarden.  
het verwijderen van houtopstanden ter plaatse van de aanduiding "landschapswaarden"   1. het verwijderen moet noodzakelijk zijn;
2. het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement;  
het aanbrengen van ondergrondse leidingen ter plaatse van de aanduiding "landschapswaarden"   er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement;  
13.7 Wijzigingsbevoegdheid
13.7.1 Wijziging naar Natuur

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming Artikel 14 Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de ontwikkeling van deze gebieden geschiedt enkel op basis van vrijwillige medewerking van de landeigenaren;
  • b. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dieren welzijnswetgeving;
  • c. de bestaande cultuurhistorische waarden worden niet onevenredig aangetast;
  • d. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 13.1omschreven doeleinden;
  • e. uit bodemonderzoek blijkt dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
  • f. er een bestemmingsvlak met de bestemming Natuur op de gronden gelegd; de regels van Artikel 14 Natuur worden van overeenkomstige toepassing verklaard.