direct naar inhoud van Regels
Plan: de Vlaas, zonnepanelenpark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0762.BP201704-C001

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan de Vlaas, zonnepanelenpark van de gemeente Deurne;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0762.BP201704-C001 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.3 agrarisch grondgebruik

grondgebruik dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, en/of door middel van het houden van dieren.

1.4 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.5 bestaand

bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachten een reeds verleende omgevingsvergunning;

bij gebruik: gebruik zoals bestaand op het tijdstip van vaststelling van de beheersverordening.

1.6 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.7 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.8 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.9 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

1.10 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.11 extensief recreatief (mede)gebruik:

die vormen van natuurvriendelijke recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen;

1.12 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.13 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.

1.14 water

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen.

1.15 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:

2.1 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, lichtkoepels, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.2 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.3 peil
  • a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  • b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen en zonnepanelenweide;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing' de aanleg, het behoud, beheer en herstel van een landschappelijke inpassing als opgenomen in Bijlage 1 Landschappelijke inpassing;
  • c. grondgebonden agrarisch medegebruik in de vorm van grazen of akkerbouw;
  • d. paden, wegen, parkeren en verhardingen, alsmede ontsluitingen ten behoeve van de aangeduide functies;
  • e. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving
a Voorwaardelijke verplichting landschappelijke inpassing

De landschappelijke inpassing dient binnen binnen één jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing' te zijn gerealiseerd en te worden in stand gehouden conform het bepaalde in Bijlage 1 Landschappelijke inpassing.

b Zonnepanelen

Zonnepanelen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - zonnepanelen'.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.

3.2.1 Algemeen

Uitsluitend mag worden gebouwd ten dienste van deze bestemming.

3.2.2 Gebouwen

Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' ten behoeve van onderhoud en nutsvoorzieningen ten behoeve van het zonnepanelenpark, waarbij de bebouwde oppervlakte in zijn totaliteit maximaal 40 m2 mag bedragen en de bouwhoogte maximaal 3 m.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De hoogte van zonnepanelen mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • c. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2,5 m.
3.3 Afwijken van de gebruiksregels
3.3.1 Omgevingsvergunning uitbreiding zonnepanelen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.1.2 onder b om het zonnepanelenpark te vergroten buiten de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - zonnepanelen', mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. er wordt geen onevenredige schade toegebracht aan het woon- en leefmilieu en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de ecologische waarden van flora en fauna, gebaseerd op de Wet natuurbescherming;
  • c. de bodemkwaliteit is in overeenstemming met toe te stane functie, alsmede met de uitvoering daarvan;
  • d. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing, waarbij een aanpassing van het bepaalde in 3.1.1 onder b en 3.1.2 onder a kan plaatsvinden.
3.3.2 Omgevingsvergunning ijsbaan

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.1.1 voor het gebruiken van de gronden als ijsbaan ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan', mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. de ijsbaan een natuurlijke ijsbaan betreft welke bij voldoende kou in werking wordt gesteld;
  • b. er wordt geen onevenredige schade toegebracht aan het woon- en leefmilieu en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. de bodemkwaliteit is in overeenstemming met toe te stane functie, alsmede met de uitvoering daarvan;
  • d. er wordt voldaan aan het vastgestelde gemeentelijke parkeerbeleid zoals weergegeven in de “Nota parkeernormen Gemeente Deurne 2013” als opgenomen in Bijlage 2 Parkeernormen inclusief later vastgestelde aanvullingen dan wel de nota die volgend op voornoemde wordt vastgesteld, waarbij voornoemde nota is komen te vervallen;
  • e. ten behoeve van de exploitatie van de ijsbaan is maximaal één voorziening toegestaan, in de vorm van een clubgebouw, met een maximale oppervlakte van 60 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3 m.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Omgevingsvergunningplicht

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2.
3.4.2 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.4.1 kan slechts worden verleend, indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de directe of indirecte gevolgen daarvan, voldaan wordt aan het volgende:

  • a. de landschapswaarden van de gronden worden niet onevenredig aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden worden niet onevenredig verkleind.
3.4.3 Uitzonderingen

Het in 3.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een reeds verleende vergunning mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van vaststelling van deze beheersverordening;
  • c. plaatsvinden ter uitvoering van de landschappelijke inpassing als opgenomen in Bijlage 1 Landschappelijke inpassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
5.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
5.1.2 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 5.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 5.1.1 met maximaal 10%.

5.1.3 Uitzondering

Het bepaalde in 5.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik
5.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

5.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 5.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

5.2.3 Onderbroken gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in 5.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

5.2.4 Strijd met voorheen geldend bestemmingsplan

Het bepaalde in 5.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan de Vlaas, zonnepanelenpark.

Bijlagen bij regels

 

Bijlage 1 Landschappelijke inpassing