4.7 Landschappelijke inpassing
Voor het volledige onderzoek wordt verwezen naar het rapport van ARCADIS "Zuidelijke omlegging Deurne - onderzoeken ten behoeve wijziging bestemmingsplan" van 9 oktober 2008, nr. 073949608:0.12., dat als externe bijlage is bijgevoegd.
Kernpunten van de visie en uitgangspunten voor een goede landschappelijke inpassing zijn:
- Het nieuwe trace wordt begeleid met beplanting zodat het doorgaande karakter van de zuidelijke randweg wordt versterkt;
- Doordat de Zuidelijke Omlegging wordt gerealiseerd in combinatie met de begeleidende opgaande beplanting ontstaat als het ware een spiegeling van het trace Vloeieindsedreef/ St. Jozefstraat. Deze spiegeling kan inzichtelijk worden gemaakt door beide traces een eigen herkenbaar karakter te geven door de inpassing en het toepassen van laanbeplanting;
- Doorzetten van Populus Canesens de Moffart van de Theo van Doesburgstraat aan de zuidzijde van de nieuwe zuidelijke randweg. De weggebruiker wordt hierdoor visueel geleid naar de nieuwe zuidelijke randweg;
- De wens is om het tracé een open uitstraling te geven met zicht op het aanwezige landschap;
- Door het toepassen van afwijkende beplanting wordt de eigenheid van het tracé versterkt;
- Om olifantenpaadjes van en naar de St. Jozefstraat te vermijden zal er een natuurlijke barriere bijv in de vorm van een bosschage worden op geworpen;
- Na de kruising van de St. Jozefstraat tot aan de Vloeieindsedreef zal aan de noordzijde van het trace van de zuidelijke omlegging (middengedeelte) begeleidende beplanting worden toegevoegd. De voorkeur gaat uit naar een licht transparante boom die doorzicht naar het landschap goed mogelijk maakt, gedacht wordt aan een Betula Pendula (meerstammig).