Plan: | Kom Boekel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0755.BVBOEKELkomgebied-VA01 |
Sinds de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) per 1 juli 2008, geldt dat voor het gehele grondgebied van de gemeente één of meerdere bestemmingsplannen moeten worden vastgesteld. Bovendien werd toen een zogenaamde tienjaarlijkse 'actualiseringsverplichting' geÏntroduceerd. Binnen een periode van tien jaar - gerekend vanaf de datum van vaststelling van een bestemmingsplan - moet dat bestemmingsplan opnieuw worden vastgesteld.
De gemeente Boekel heeft vooruitlopend hierop destijds actuele, integrale bestemmingsplannen vastgesteld voor zowel de kom als voor het buitengebied. Dit is gebeurd voor 2008. Gezien het feit dat de tienjaarstermijn bijna is verstreken, moeten deze plannen en dus ook Kom Boekel 2007, worden herzien.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boekel heeft besloten om voor nu een beheersverordening vast te stellen voor de totale kom van Boekel om te blijven voldoen aan de actualiseringsplicht uit de Wro. Voorliggend document betreft deze beheersverordening. In een later stadium zal door een integraal omgevingsplan een actualisatieslag plaatsvinden.
Om een actueel planologisch kader te behouden is een beheersverordening een snellere oplossing dan een bestemmingsplan, omdat deze op een kortere termijn in werking kan treden. Daarnaast gaat het in een beheersverordening puur om de bestaande situatie. Daarbij betreft het niet alleen de ‘waarneembaar’ bestaande situatie (dat wil zeggen dat wat feitelijk aanwezig is of nog kan worden gebouwd op basis van een vergunning), maar ook de planologisch bestaande situatie. Uiteraard zijn bestaande illegale situaties niet opgenomen in de beheersverordening. In de regels is namelijk het begrip 'bestaand' opgenomen. Illegale situaties worden niet als bestaand gezien.
Er worden in deze beheersverordening ook geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt.
Kort gezegd bestaat een beheersverordening uit een verbeelding van het verordeningsgebied en regels. Meer concreet gaat het om:
De beheersverordening gaat vergezeld van een toelichting. Deze motiveert in ieder geval de keuze voor het instrument (zie hierboven), welke aspecten zijn uitgezocht, etc. De toelichting bevat ook een uitleg van de regeling.
Het belangrijkste uitgangspunt voor deze beheersverordening is dat deze de bestaande legale situatie (inclusief overige, voorheen toegelaten functies) vastlegt. Een beheersverordening mag in principe geen 'ruimtelijke ontwikkelingen' bevatten.
De beheersverordening legt de situatie van bebouwing en gebruik vast door middel van een algemene regeling voor het hele verordeningsgebied, waardoor een eenvoudige regeling mogelijk is. Voor zover nodig is een nader specificatie en/of detaillering aangebracht door middel van besluit(sub)vlakken op de kaart of specifieke bepalingen in de regels. In de volgende paragraaf worden hiervan voorbeelden gegeven.
De beheersverordening moet digitaal worden gemaakt volgens de Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte Besluiten. De verordening wordt door de gebruiker daarom via een digitaal platform (meestal de website www.ruimtelijkeplannen.nl) benaderd. Digitaal gezien zijn er verschillende vlakken zichtbaar, namelijk het besluitgebied, de besluitvlakken en eventueel de besluitsubvlakken. Hierna volgt een korte omschrijving van wat deze vlakken regelen:
Het verordeningsgebied omvat de totale bebouwde kom van Boekel. Binnen dit gebied zijn de volgende vastgestelde en nog actuele bestemmingsplannen niet opgenomen:
De bovenstaande plannen zijn niet meegenomen in deze beheersverordening, omdat deze reeds digitaal zijn ontsloten via www.ruimtelijkeplannen.nl. Deze plannen zijn ook nog (voldoende) actueel. De bestemmingsplannen die wel zijn meegenomen in de voorliggende beheersverordening zijn uitsluitend analoog beschikbaar. De wijzigingsplannen die zijn meegenomen in de voorliggende beheersverordening zijn gebaseerd op een moederplan dat niet reeds digitaal beschikbaar is. Omdat het moederplan wordt meegenomen, maken deze wijzigingsplannen ook onderdeel uit van de beheersverordening.
In figuur 1.1 is de begrenzing van het plangebied opgenomen.
Figuur 1.1 Ligging verordeningsgebied (zwart omlijnd)
In het verordeningsgebied zijn de volgende plannen van kracht:
bestemmingsplan | vastgesteld | |
1 | Kom Boekel | 20-12-2007 |
2 | Kom Boekel 2007, herziening Neerbroek 8-10 | 08-06-2009 |
3 | De Donk e.o. | 04-10-2007 |
4 | De Donk 2e fase | 04-03-2012 |
5 | Lage Schoense 3e fase | 18-05-2006 |
6 | Wijzigingsplan Lage Schoense 3e fase, Goudbloem | 03-05-2011 |
7 | Wijzigingsplan Lage Schoense 3e fase, Goudsbloem fase 2 | 13-09-2016 |
8 | Beatrixlaan 44 | 08-06-2009 |
9 | Sint Agathaplein - (her)ontwikkeling zuidwand | 25-02-2010 |
10 | Bedrijven | 29-03-1977 |
Deze plannen vervallen bij inwerkingtreding van deze beheersverordening, zoals in de Wro is bepaald. De plannen zoals genoemd in bovenstaande tabel zijn echter als bijlage bij deze beheersverordening opgenomen en worden via de regels van toepassing verklaard op het gebied.
De bouw- en gebruikswijzigingen die passen binnen de vigerende bestemmingsplannen, met uitzondering van wijzigingsbevoegdheden, worden met deze beheersverordening voortgezet. In afwijking van de vigerende bestemmingsplannen zijn voor verschillende locaties vrijstellingen, ontheffingen en omgevingsvergunningen verleend. Deze hebben betrekking op bouw- en gebruikswijzigingen. De verleende vrijstellingen, ontheffingen en omgevingsvergunningen maken deel uit van deze beheersverordening, in die zin dat deze onderdeel uitmaken van de bestaande situatie, die op grond van deze beheersverordening is toegelaten.
Deze toelichting bevat de volgende hoofdstukken. Na deze inleiding (hoofdstuk 1) wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de huidige verschillende planregelingen die onverkort worden overgenomen in deze beheersverordening door middel van een 'besluitvlak'.
Dit besluitvlak is van toepassing voor het grootste gedeelte van het beheersgebied, met uitzondering van die gebieden, waar na de vaststelling in 2007, een nieuw bestemmingsplan voor is opgesteld.
Het bestemmingsplan 'Kom Boekel 2007' had als doel de verouderde bestemmingsplannen die golden voor de bebouwde kom van Boekel te vervangen. Het bestemmingsplan zag, zoals gezegd, op de bebouwde kom van Boekel en had voornamelijk een beheerkarakter.
Het plangebied bestond overwegend uit woonfuncties, centrumvoorzieningen en bedrijvigheid. Binnen het conserverend plan waren enkele nieuwe ontwikkelingen, met name via een wijzigingsbevoegdheid mogelijk. Doordat functies onderling konden wisselen was sprake van een flexibele regeling voor het centrumgebied en het aanloopgebied naar het centrum (zuidelijk gedeelte Kerkstraat).
Het perceel aan de Helfrichstraat 8 is een bedrijfsperceel binnen het plangebied van het vigerende bestemmingsplan Kom Boekel 2007. In dat plan heeft het perceel een bedrijfsbestemming. Gelet op het provinciale goedkeuringsbesluit bij het vigerende bestemmingsplan, zijn ter plaatse ook bedrijven toegestaan uit categorie 2 en 3 die in de Staat van Bedrijfsactiviteiten van het betreffende plan zijn opgenomen tot en met een aan te houden afstand van 100 m. Omdat dit in de regeling van het betreffende plan niet als zodanig is geformuleerd, is nu ter plaatse van het perceel een eigen besluitvlak opgenomen. Met dit vlak wordt de regeling van Kom Boekel 2007 met toevoeging van de extra bedrijfsmogelijkheden van toepassing verklaard. Omdat dit aansluit bij het eerdere goedkeuringsbesluit is geen sprake van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling.
Op het perceel Neerbroek 8 zijn de agrarische activiteiten in het verleden gestaakt. Voorts bestond het voornemen het bedrijfsperceel Neerbroek 8 te herontwikkelen. Hiertoe is in het bestemmingsplan 'Kom Boekel 2007, herziening Neerbroek 8-10' de bestemming "Bedrijventerrein" aan deze percelen toegekend.
De gemeente Boekel heeft het gebied De Donk aan de oostzijde van de kern Boekel aangewezen als uitbreidingslocatie. Voor de gehele uitbreidingslocatie is het bestemmingsplan ‘De Donk e.o.’ vastgesteld, waarin het oostelijk deel, de 1e fase, direct bestemd is. Voor het westelijk deel, de 2e fase, is gekozen voor een wijzigingsbevoegdheid. In dat bestemmingsplan is daarom voor het oostelijk deel voornamelijk de bestemming "Wonen" opgenomen en in voor het westelijk deel de bestemming "Agrarisch".
Vervolgens is met het wijzigingsplan 'De Donk 2e fase' de bestemming van de westelijk gelegen gronden gewijzigd naar "Wonen".
In het noorden van de kern Boekel ligt de uitbreidingswijk Lage Schoense. De wijk is uiteindelijk in drie fases gerealiseerd. Voor de derde fase is reeds in 2006 een bestemmingsplan vastgesteld onder de naam ‘Lage Schoense 3e fase. Hiervoor was aan een groot deel van de gronden de bestemming "Wonen" toegekend. Daarnaast gold voor enkele gronden dat hier de bestemming "Agrarische doeleinden, onbebouwd" was opgenomen.
Via twee verschillende wijzigingsplannen zijn woningen gerealiseerd, alwaar het bestemmingsplan 'Lage Schoense 3e fase' dit in beginsel niet toeliet. Dit betreft de wijzigingsplannen: 'Lage Schoense 3e fase, Goudsbloem' en 'Lage Schoense 3e fase, Goudsbloem fase 2'.
Het vigerende plan Lage Schoense 3e fase kent overigens nog een wijzigingsgebied naast de Julianastraat 54. Omdat wijzigingsbevoegdheden niet in een beheersverordening kunnen worden opgenomen en de gemeente graag van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik wil kunnen blijven maken, is ervoor gekozen om hier het vigerende plan van kracht te laten blijven. Het wijzigingsgebied is zodoende buiten het besluitvlak en daarmee ook buiten de beheersverordening gehouden.
Het bestemmingsplan 'Beatrixlaan 44' voorzag in de nieuwbouw van 3 woningen. Hiervoor was in dat bestemmingsplan de bestemming "Wonen" opgenomen.
Het bestemmingsplan 'Sint Agathaplein - (her)ontwikkeling zuidwand' voorzag in de ontwikkeling van 12 wooneenheden en 4 winkelunits. Hiervoor was in dat bestemmingsplan de bestemming "Centrum" opgenomen, welke detailhandel, horeca, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke en culturele voorzieningen, bedrijven en wonen toeliet.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bij uitspraak van 25 november 2009 (zaaknr. 200807805/1/R1) over het bestemmingsplan 'Kom Boekel 2007' aan het plandeel met de bestemming "Bedrijf" ter plaatse van het perceel Julianastraat 3a goedkeuring onthouden. Gelet hierop geldt voor het perceel Julianastraat 3a nog het bestemmingsplan 'Bedrijven' uit 1977, in welk plan het perceel de bestemming "Molen" heeft. Dit besluitvlak en de bijbehorende regeling heeft dus uitsluitend betrekking op het perceel Julianastraat 3a.
Op verschillende niveaus gelden beleidsnota's die betrekking hebben op het verordeningsgebied.
Op verschillende niveaus gelden beleidsnota's die betrekking hebben op het beheersgebied. Op rijks- en provinciaal niveau zijn dit onder andere de 'Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte' en de 'Visie Ruimte en Mobiliteit', die verder zijn uitgewerkt in respectievelijk het 'Besluit algemene regels ruimtelijke ordening' en de 'Verordening ruimte 2014'. Deze beleidsnota's geven geen specifieke uitgangspunten voor het beheersgebied, aangezien de bestaande situatie wordt vastgelegd en er geen sprake is van nieuwe, ruimtelijk relevante ontwikkelingen. Ook maakt het beheersgebied geen deel uit van de ecologische hoofdstructuur. In algemene zin wordt gestreefd naar een voortzetting en verbetering van het bestaande kwaliteitsniveau. Dit geldt dan ook voor het beheersgebied.
Op gemeentelijk niveau zijn de volgende beleidsdocumenten relevant voor de beheersverordening:
Structuurvisie Boekel (2011) | De structuurvisie fungeert als een document op hoofdlijnen, dat kaderstellend is voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Boekel. Het geeft de richting aan van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente Boekel; dit zowel ten aanzien van wat er mogelijk is, als waar dat dan zou moeten of kan. De beheersverordening ziet toe op het vastleggen van de bestaande situatie en maakt geen ontwikkelingen mogelijk. In die zin is de structuurvisie niet relevant. |
||
Centrumvisie (2010)
|
Deze visie vormt een kader op basis waarvan ontwikkelingen en initiatieven kunnen worden getoetst en beoordeeld. Daarnaast kunnen op basis van deze visie concrete acties worden uitgevoerd. In de visie is aandacht voor omvang en branchering van de commerciële functies in het centrum (detailhandel, horeca en dienstverlening), de structuur van en routing in het centrum (concentratie van het aanbod), de verkeersstructuur en de parkeersituatie. De beheersverordening ziet toe op het vastleggen van de bestaande situatie en maakt geen ontwikkelingen mogelijk. In die zin is de centrumvisie niet relevant. |
||
Woonvisie 2010-2020 | In de Woonvisie wordt aandacht geschonken aan de woonopgaven waar de gemeente de komende jaren voor staat, de visie op de woningmarkt en wordt de uitvoering hiervan beschreven. De beheersverordening ziet toe op het vastleggen van de bestaande situatie en maakt geen ontwikkelingen mogelijk. In die zin is de woonvisie niet relevant. |
||
Parkeerbeleid (CROW) | Voor het parkeerbeleid sluit de gemeente Boekel aan bij de normen van het CROW. De beheersverordening ziet toe op het vastleggen van de bestaande situatie, zodat een toename van de parkeerbehoefte in beginsel niet valt te verwachten. Omdat is uitgegaan van de planologisch bestaande situatie is voorzien in een regeling die ertoe strekt dat voorzien moet worden in voldoende parkeergelegenheid, waarbij dit nader wordt geconcretiseerd aan de hand van de parkeernormen van het CROW. |
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe rekening is gehouden met de in en rond het verordeningsgebied voorkomende relevante omgevingsaspecten. Omdat deze beheersverordening enkel de bestaande planologische situatie voortzet, is de onderzoeksopgave van beperkte omvang. Om die reden is de afweging per aspect beknopt weergegeven.
Archeologie
Op grond van de Monumentenwet 1988 (artikel 38a) en overgangsrecht op grond van de Erfgoedwet moet bij de vaststelling van een beheersverordening rekening gehouden worden met de archeologische waarden. Op het moment dat voor het plangebied een nieuw bestemmingsplan wordt vastgesteld zal rekening worden gehouden met archeologie.
Ter uitvoering van het bepaalde in de wet heeft de gemeente het archeologiebeleid voor de
gemeente Boekel opgesteld. Onderdeel hiervan is de gemeentelijke archeologische beleidskaart.
Op deze kaart worden zeven verschillende categorieën onderscheiden, waarbij categorie 1 niet voorkomt op de kaart. Categorie 2 betreft de gebieden met een zeer hoge archeologische waarde, waarvoor een onderzoeksverplichting geldt bij verstoringen dieper dan 40 cm en een verstoringsoppervlak groter dan 100 m2. De categorieën 3 en 4 betreffen de gebieden waar sprake is van hoge archeologische waarde, waarbij een onderzoeksverplichting geldt bij verstoringen dieper dan 40 cm en een verstoringsoppervlak groter dan 250 m2. Bij de categorieën 5 en 6 gaat het om de gebieden waar sprake is van middelhoge respectievelijk lage archeologische waarden. Bij categorie 5 geldt een onderzoeksverplichting bij verstoringen dieper dan 50 cm en een verstoringsoppervlak groter dan 2500 m2. Voor categorie 6 geldt geen onderzoeksplicht evenals voor categorie 7.
Onderstaand is de archeologische beleidskaart van de gemeente opgenomen.
Cultuurhistorie
In het verordeningsgebied bevinden zich zowel rijks- als gemeentelijke monumenten. Rijksmonumenten worden beschermd via de Erfgoedwet in combinatie met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Gemeentelijke monumenten via de Erfgoedverordening in combinatie met de Wabo. Op het moment dat voor het plangebied een nieuw bestemmingsplan wordt vastgesteld zal opnieuw rekening worden gehouden met cultuurhistorie.
Hieronder is een overzicht opgenomen van de Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten binnen het verordeningsgebied.
Rijksmonumenten | Monumentnummer | Oorspronkelijke functie |
Julianastraat 3 | 9773 | Molen |
Kerkstraat 37 | 518256 | Pastorie |
Kerkstraat 39 | 518257 | Kerk |
Julianastraat 13 | 518259 | Boerderij |
Bron: Rijksmonumentenregister (website Rijksdienst voor Cultureel erfgoed: https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/)
Op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening zijn de volgende gemeentelijke monumenten aangewezen.
Gemeentelijke monumenten | Functie |
Bergstraat 9 | woonhuis |
Bernhardstraat 15 | woonhuis |
Burgtstraat 18 | kapel |
Burgtstraat (ong.) | Sint Petrusbeeld |
Sint Janplein (ong.) | gedenkteken |
Sint Janplein 20 | school |
Julianastraat 11 | woonhuis |
Julianastraat 52 | woonhuis |
Kerkstraat 26 | café |
Kerkstraat 30 | gemeentehuis |
Kerkstraat 41 | winkel |
Kerkstraat 43 | villa |
Raadstraat (ong., kerkhof) | kruis |
Rutger van Herpenstraat | Sint Petrusbeeld |
Rutger van Herpenstraat 6 | villa |
Rutger van Herpenstraat 8 | villa |
Wilhelminastraat 32 | woonhuis |
Met betrekking tot de bodem is van belang dat in het verordeningsgebied geen nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen worden toegestaan waarvoor op voorhand bodemonderzoek noodzakelijk is.
Vanuit het omgevingsaspect bodem zijn er dan ook geen belemmeringen voor het verordeningsgebied.
Het verordeningsgebied is getoetst aan de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming.
Gebiedsbescherming
Ten aanzien van gebiedsbescherming zijn in het kader van de Europese richtlijnen in Nederland speciale beschermingszones aangewezen die een hoge wettelijke bescherming kennen. Hiervoor zijn Natura 2000-gebieden deel uitmakend van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) aangewezen.
Binnen het verordeningsgebied zijn geen ontwikkelingen beoogd die van invloed zijn op het NNN- en Natura 2000-gebieden.
Soortenbescherming
Op grond van de Wet natuurbescherming gelden algemene verboden tot het verwijderen van beschermde plantensoorten van hun groeiplaats, het beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van voortplantings- of vaste rustplaatsen of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten of het opzettelijk verontrusten van een beschermde diersoort. Bij nieuwe ontwikkelingen dient hiermee rekening te worden gehouden.
Voor het verordeningsgebied wordt gesteld dat het om een bestaande situatie gaat waarin geen nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen worden toegestaan. Wat betreft de soortenbescherming, worden daarom geen belemmeringen verwacht.
Het beheersgebied valt onder het beheer van het Waterschap Aa en Maas dat zorgdraagt voor de kwaliteit van het oppervlaktewater in het gebied en dat de grotere boezemwateren en sloten beheert, alsmede de waterkeringen, zoals geregeld in de Waterwet. Ook is het waterschap belast met het peilbeheer in het verordeningsgebied.
Voor de watergangen en waterpartijen in het beheersgebied geldt dat de bestaande situatie wordt gecontinueerd. De kwaliteit- en kwantiteitsfunctie van het water in het verordeningsgebied is hiermee gewaarborgd.
Ten behoeve van de milieuzonering is door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het systeem "Bedrijven en milieuzonering" ontwikkeld, in de vorm van een bedrijvenlijst, waarin de bedrijven zijn gecategoriseerd op hun milieueffecten. Afhankelijk van de mate waarin de in deze lijst opgenomen bedrijven milieuhinder (uitgaande van de gemiddelde bedrijfssituatie) kunnen veroorzaken, kent de lijst aan de bedrijven een milieucategorie toe. Naarmate de milieuhinder toeneemt, loopt de milieu-indeling op van 1 t/m 6, met bijbehorende richtlijnafstanden.
Deze beheersverordening legt de bestaande situatie vast. De bestaande milieuhygiënische situatie is en blijft gehandhaafd en een planologische verslechtering is niet mogelijk. Vanuit milieuzonering gelden er geen belemmeringen voor de vaststelling van de beheersverordening.
De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen met betrekking tot de geluidbelasting op geluidsgevoelige gebouwen en terreinen door drie verschillende geluidsbronnen: wegverkeer, spoorwegverkeer en industrie.
Wegverkeer
In de Wgh is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft, waar aandacht aan geluidhinder moet worden besteed. Wegen waar deze zone in principe niet geldt, zijn onder andere wegen waarvoor een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur. Voor de zoneplichtige wegen (dus met een maximumsnelheid van 50 km/uur of meer) biedt de beheersverordening een regeling dat een geluidsgevoelig gebouw niet dichter naar een zoneplichtige weg kan worden gebouwd.
Het aantal geluidgevoelige objecten binnen de wettelijke geluidzones rond deze wegen mag ook niet toenemen. Omdat er sprake is van een beheersverordening en de rechten uit de vigerende bestemmingsplannen zijn overgenomen, is de nieuwbouw van nieuwe geluidsgevoelige objecten niet aan de orde.
De Wet luchtkwaliteit is onderdeel van de Wet milieubeheer. In de wet zijn normen opgenomen voor de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde of als een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt. In het verordeningsgebied zijn geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die nader luchtkwaliteitsonderzoek vereisen.
Luchtkwaliteit is daarmee geen belemmering voor het verordeningsgebied.
Voor risicovolle bedrijven bevat het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) veiligheidsnormen. Het Bevi heeft gevolgen voor de ruimtelijke ordening. Bij het plannen van kwetsbare objecten, zoals woonhuizen in de omgeving van een risicovolle inrichting, moet op basis van het Bevi rekening worden gehouden met de mogelijke invloed van die inrichting. De risicovolle inrichtingen zijn op de risicokaart weergegeven, die is te raadplegen via http://www.risicokaart.nl/.
Wat betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt het toetsingskader gevormd door de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Op basis van het Besluit externe veiligheid transportroutes moet rekening worden gehouden met het zogenaamde basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Uitgangspunt van het basisnet is dat door het vastleggen van veiligheidszones de gebruiksruimte voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en ruimtelijke ontwikkelingen op elkaar kunnen worden afgestemd. Provincies kunnen een eigen basisnet vastleggen; dat is ook binnen de provincie Noord-Brabant het geval.
Ingeval van aanwezigheid van hogedrukaardgastransportleidingen is als toetsingskader van belang het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb).
In het plangebied bevinden zich volgens de risicokaart geen risicovolle bedrijven en zijn ook geen planologisch relevante buisleidingen aanwezig.
De transportroutes voor gevaarlijke stoffen vallen onder het Bevi. Deze beheersverordening legt de bestaande situatie vast. Voor externe veiligheid zijn er geen belemmeringen voor de vaststelling van de beheersverordening.
Kabels en leidingen die naar aard en omvang een ruimtelijk en/of functioneel belang hebben, zijn in het vigerende bestemmingsplan beschermd met een dubbelbestemming. Dit beschermingsregime wordt met de voorliggende beheersverordening voortgezet.
In dit hoofdstuk wordt de keuze voor het instrument beheersverordening uiteengezet en een uitleg gegeven bij de planologische regeling.
De beheersverordening is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
Zowel het behoud van de bestaande situatie als het behoud van de planologische ruimte vormen de onderlegger voor de beheersverordening. Daartoe is de regeling uit de geldende bestemmingsplannen in deze verordening overgenomen.
In de regeling is expliciet bepaald dat wanneer de bestaande legale situatie afwijkt van hetgeen op het kaartbeeld en/of in de voorschriften is bepaald, de bestaande legale situatie alsnog is toegestaan.
Met de inwerkingtreding van de Wabo is een aantal termen die gebruikt werden in de voorheen geldende bestemmingsplannen niet meer actueel. In plaats van een aanlegvergunning, wordt nu gesproken over een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden' en in plaats van een vrijstelling, is er nu sprake van een 'afwijking'. De inhoud en de bedoeling van de regels wijzigen echter niet, er is alleen sprake van een nieuwe naam van de vergunningen. In deze verordening is aangegeven hoe deze vergunningen nu moeten worden gelezen.
Voor de geldende bestemmingsplannen geldt dat de regeling en bijbehorende kaart zijn opgenomen als bijlage bij deze beheersverordening. In artikel 2 lid a is dit vastgelegd en zijn de geldende plannen van toepassing verklaard. Er is met een besluitvlak aangegeven welk plan waar geldt.
In aanvulling hierop is voorzien in een parkeerregeling voor de voorheen geldende bestemmingsplannen, die een dergelijke regeling nog niet bevatten.
Kom Boekel 2007
Het bestemmingsplan is integraal als PDF opgenomen (het plan is niet digitaal raadpleegbaar). De regeling uit dit plan is onverkort van toepassing en opgenomen in de bijlagen 1 en 2 bij de regels.
Voor het perceel Helfrichtstraat 8 is een eigen besluitvlak opgenomen, waar het plan Kom Boekel 2007 ook van toepassing is verklaard, maar met een aanvullende regeling over de ter plaatse toegestane bedrijvigheid.
Kom Boekel 2007, herziening Neerbroek 8-10
Het bestemmingsplan is integraal als PDF opgenomen (het plan is niet digitaal raadpleegbaar). De regeling uit dit plan is onverkort van toepassing en opgenomen in de bijlagen 3 en 4 bij de regels.
De Donk e.o.
Het bestemmingsplan is integraal als PDF opgenomen (het plan is niet digitaal raadpleegbaar). De regeling uit dit plan is onverkort van toepassing en opgenomen in de bijlagen 5 en 6 bij de regels.
De Donk 2e fase
Het wijzigingsplan is integraal als PDF opgenomen (het plan is niet digitaal raadpleegbaar). De regeling uit dit plan is onverkort van toepassing en opgenomen in de bijlagen 7 en 8 bij de regels. Omdat dit een wijzingsplan betreft, dient de regeling te worden gelezen in samenhang met de regels van het moederplan, welke in bijlage 5 bij de regels zijn opgenomen.
Lage Schoense 3e fase
Het bestemmingsplan is integraal als PDF opgenomen (het plan is niet digitaal raadpleegbaar). De regeling uit dit plan is onverkort van toepassing en opgenomen in de bijlagen 9 en 10 bij de regels.
Lage Schoense 3e fase, Goudsbloem
Het wijzigingsplan is integraal opgenomen. Hier is volstaan met een verwijzing naar de digitale verbeelding zoals weergegeven op www.ruimtelijkeplannen.nl. Op deze wijze kan de regeling eenvoudig worden geraadpleegd. Omdat dit een wijzigingsplan betreft, dient de regeling te worden gelezen in samenhang met de regels van het moederplan, welke in bijlage 9 bij de regels zijn opgenomen.
Lage Schoense 3e fase, Goudsbloem fase 2
Het wijzigingsplan is integraal opgenomen. Hier is volstaan met een verwijzing naar de digitale verbeelding zoals weergegeven op www.ruimtelijkeplannen.nl. Op deze wijze kan de regeling eenvoudig worden geraadpleegd. Omdat dit een wijzigingsplan betreft, dient de regeling te worden gelezen in samenhang met de regels van het moederplan, welke in bijlage 9 bij de regels zijn opgenomen.
Beatrixlaan 44
Het bestemmingsplan is integraal als PDF opgenomen (het plan is niet digitaal raadpleegbaar). De regeling uit dit plan is onverkort van toepassing en opgenomen in de bijlagen 11 en 12 bij de regels.
Sint Agathaplein - (her)ontwikkeling zuidwand
Het bestemmingsplan is integraal als PDF opgenomen (het plan is niet digitaal raadpleegbaar). De regeling uit dit plan is onverkort van toepassing en opgenomen in de bijlagen 13 en 14 bij de regels.
Bedrijven
Het bestemmingsplan is integraal als PDF opgenomen (het plan is niet digitaal raadpleegbaar). De regeling uit dit plan is onverkort van toepassing en opgenomen in de bijlagen 15 en 16 bij de regels.
Uitgesloten bepalingen
Wijzigingsbevoegdheden en nadere eisen uit geldende plannen kunnen binnen een beheersverordening niet worden overgenomen. Voor wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten geldt dat deze ontwikkelingen mogelijk maken die afwijken van ofwel de bestaande ruimtelijke structuur ofwel de bestaande functionele structuur. Om die reden stroken deze regelingen niet met het doel van een beheersverordening als instrument. Het opnemen van deze instrumenten kan op grond van artikel 3.6 Wro alleen in een bestemmingsplan en is dus niet mogelijk in een beheersverordening.
Verder zijn de in de bijlagen opgenomen regelingen met betrekking tot het overgangsrecht, de strafbepaling en de slotbepaling niet meer van toepassing binnen het regiem van de beheersverordening.
Al deze bepalingen zijn dan ook buiten toepassing van de beheersregeling gelaten (artikel 2 sub b).
Het voorgaande laat onverlet dat als er sprake is van gewenste ontwikkelingen, de gemeente hieraan medewerking kan verlenen middels het doorlopen van een buitenplanse afwijking of een bestemmingsplanprocedure.
Overige legale situaties
Situaties die niet voldoen aan de ter plaatse geldende regeling, maar wel legaal tot stand gekomen zijn, blijven eveneens toegestaan. Dit is bepaald in artikel 2 sub e. Het kan daarbij gaan om zowel bouw- als gebruiksmogelijkheden overeenkomstig een eerder doorlopen ruimtelijke procedure. Denk hier bijvoorbeeld aan verleende vergunningen op basis van artikel 19 van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening en meer recentere Wabo-procedures. Deze verleende vergunningen vallen onder het begrip 'bestaand'.
Deze beheersverordening regelt in principe dat de geldende regelingen uit de in deze beheersverordening opgenomen bestemmingsplannen van kracht blijven. Bij aanvragen voor omgevingsvergunning betekent dit concreet dat de bijlage bij de regels van de voorliggende verordening het toetsingskader is. In de bijlagen bij de regels van deze beheersverordening zijn de regeling van de eerdere bestemmingsplannen integraal overgenomen, voor zover gelegen in het verordeningsgebied.
Door deze systematiek blijft het toetsingskader voor aanvragen voor omgevingsvergunning in principe gelijk aan die vóór de inwerkingtreding van deze verordening. Wel moet erop worden gelet dat nadere eisen en wijzigingsbevoegdheden die in de bijlagen voorkomen, niet kunnen worden toegepast. Dit zijn bevoegdheden die ontwikkelingen mogelijk maken, die niet onder het regime van een beheersverordening mogen vallen en bovendien op grond van de Wro niet hierin kunnen worden opgenomen. Hetzelfde geldt voor het overgangsrecht en de strafbepaling die niet relevant meer zijn, nu er een beheersverordening geldt. In artikel 2 lid b van deze verordening zijn deze bevoegdheden buiten toepassing verklaard.
Doordat de in deze beheersverordening opgenomen bestemmingsplannen worden vervangen door de beheersverordening met dezelfde regeling c.q bestemmingen, verandert er voor de aanvrager c.q. burger in principe niets. Een aanvraag voor omgevingsvergunning wordt getoetst aan de bijlagen in de beheersverordening, dit zijn de hiervoor geldende bestemmingsplan. De bijlagen (voorschriften en plankaart) die als toetsingskader worden gebruikt zijn in pdf-formaat beschikbaar.
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) kent geen voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening. De beheersverordening wordt door de gemeenteraad vastgesteld. Tegen het vaststellingsbesluit van een beheersverordening kan geen bezwaar of beroep worden aangetekend.
Op basis van de gemeentelijke inspraakverordening is de ontwerp-beheersverordening gedurende zes weken ter inzage gelegd, met de mogelijkheid voor eenieder om een inspraakreactie kenbaar te maken. In deze periode is er één inspraakreactie binnengekomen. Deze inspraakreactie is in het raadsvoorstel van een antwoord voorzien, en gaf geen aanleiding tot het doorvoeren van wijzigingen.
De verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking van het vaststellingsbesluit.