direct naar inhoud van Artikel 7 Beschermd dorpsgezicht Abcoude
Plan: Beschermd dorpsgezicht Abcoude en beschermd dorpsgezicht Baambrugge
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.BV001dorpsgezicht-va01

Artikel 7 Beschermd dorpsgezicht Abcoude

7.1 Bouwregels

In aanvulling op het elders in deze verordening bepaalde gelden ter plaatse van het vlak 'Beschermd dorpsgezicht Abcoude' de volgende regels:

7.1.1 Algemeen
  • a. Voordat een omgevingsvergunning binnen het vlak 'Beschermd dorpsgezicht Abcoude' wordt verleend wint het bevoegd gezag advies in bij de monumentencommissie omtrent de mogelijke cultuurhistorische aantasting van de  karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht Abcoude;
  • b. Voor zover bestaande bouwwerken niet aan de maatvoeringsvereisten in lid 7.1.2 en 7.1.3 voldoen, gelden bij grotere maten ten hoogste die grotere maten en bij kleinere maten ten minste die kleinere maat en ten hoogste de maten zoals in lid 7.1.2 en 7.1.3 benoemd.

7.1.2 Hellingshoeken van daken
  • a. Hoofdgebouwen dienen te worden afgedekt met een schuine kap waarvan de hellingshoek ten minste 30° en ten hoogste 70° bedraagt;
  • b. Indien aanbouwen en bijgebouwen worden afgedekt met een schuine kap, dient de hellingshoek van deze kap ten minste 30° en ten hoogste 70° te bedragen.

7.1.3 Materiaalgebruik van zichtbare gevels en geveldelen alsmede van daken

Gevels

Gevels of gedeelten van gevels van hoofdgebouwen alsmede van aanbouwen en bijgebouwen voor zover deze een vloeroppervlak hebben van meer dan 6 m², die zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, mogen niet anders dan in verweerbare materialen zoals baksteen, pleisterwerk, hout en natuursteen worden uitgevoerd.

Daken

De schuine daken van hoofdgebouwen alsmede van aanbouwen en bijgebouwen voor zover deze een vloeroppervlak hebben van meer dan 6 m², moeten worden afgedekt met gegolfde gebakken pannen of met leien.

Dakkapellen

In schuine daken mogen dakkapellen worden aangebracht, met dien verstande dat:

  • a. dakkapellen uitsluitend naast elkaar in één dakvlak mogen worden gebouwd;
  • b. de hoogte van een dakkapel ten hoogste 1,4 m mag bedragen;
  • c. de breedte van een dakkapel ten hoogste 1 m mag bedragen;
  • d. de afstand tussen de bovenkant van het hoofdgebouw en de bovenkant van de dakkapel ten minste 0,6 m dient te bedragen;
  • e. de afstand van de dakkapel tot de zijgevel van het hoofdgebouw, de woningscheidende muur dan wel een andere dakkapel, ten minste 0,6 m dient te bedragen;
  • f. de afstand van de dakkapel tot de goot dan wel het boeibord ten minste 0,6 m dient te bedragen.

7.1.4 Verkaveling

Bouwen in of op bestaande watergangen en verkavelingsstructuren zoals bedoeld in bijlage 6 is niet toegestaan.

7.2 Bouwregels via afwijking
  • a. Bij een omgevingsvergunning kan, voor zover daardoor de karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht Abcoude niet worden aangetast, worden afgeweken van:
    • 1. lid 7.1.3 onder a en b;
    • 2. lid 7.1.3 onder c onder 2 t/m 4 teneinde grotere dakkapellen toe te kunnen staan, voor zover dit leidt tot behoud en/of versterking van de gevelindeling en de geleding van het betreffende pand, en met dien verstande dat:
      • de hoogte van een dakkapel ten hoogste 2 m bedraagt; en
      • de gezamenlijke breedte van dakkapellen ten hoogste 50% van de breedte van het dakvlak bedraagt; en
      • uitsluitend indien de dakhelling ten minste 45º bedraagt: de afstand tussen de bovenkant van het hoofdgebouw en de bovenkant van de dakkapel ten minste 0,3 m bedraagt en de afstand tussen de bovenkant van de dakkapel ten opzichte van de direct daaronder gelegen vloer ten minste 2 m bedraagt;
    • 3. lid 7.1.4, indien de bestaande watergangen en verkavelingsstructuren hierdoor niet onevenredig aangetast worden of kunnen worden.
  • b. Voordat een omgevingsvergunning wordt verleend wint het bevoegd gezag advies in bij de monumentencommissie omtrent de mogelijke cultuurhistorische aantasting van de karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht Abcoude.

7.3 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
7.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

op of in de gronden ter plaatse van het vlak 'Beschermd dorpsgezicht Abcoude':

  • a. het bestraten of herstraten van het openbaar gebied, in de zin van herprofilering en/of wijziging van bestratingsmateriaal, het aanbrengen, wegnemen of veranderen van stoepen, stoepranden, stoeppalen of waterpompen daaronder begrepen;
  • b. het veranderen van bestaande weg- en watertracés, zoals bedoeld in bijlage 6;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen ter plaatse van het vlak 'Agrarisch', die niet voorzien zijn van het vlak 'bouwblok' en met uitzondering van oppervlakteverhardingen tot een oppervlak van 100 m² per perceel, waaronder in ieder geval kavelpaden worden begrepen;
  • d. het bebossen of aanbrengen van houtachtige gewassen ter plaatse van het vlak 'Agrarisch', voor zover deze gronden op het moment van het in ontwerp ter inzage leggen van de verordening niet met een dergelijke vegetatie waren begroeid;
  • e. het bestraten en verharden ter plaatse van het vlak 'groen' en van de gronden met de bestemming 'geen gebouwen' voor zover de bestrating of verharding per perceel een groter oppervlak dan 10% van deze gronden of meer dan 15 m² beslaat;
  • f. het geheel of gedeeltelijk aanbrengen van waterlopen of het vergraven, dempen of verruimen van reeds bestaande waterlopen, alsmede verwijderen of aanbrengen van kademuren, beschoeiingen of meerpalen;
  • g. het bodemverlagen, afgraven of ophogen van de grond;
  • h. het aanbrengen van bovengrondse en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • i. het aanleggen van gesloten drainagesystemen;
  • j. het verrichten van exploratieboringen en andere onderzoekingen naar bodemschatten.

op of in de gronden ter plaatse van het vlak 'Fort':

  • k. het bestraten of verharden van de gronden;
  • l. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen;
  • m. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
  • n. het bebossen of aanbrengen van houtachtige gewassen op gronden die ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van de verordening niet met een dergelijke vegetatie waren begroeid.

7.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 7.3.1 is niet van toepassing op normale onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk in verband met het beheer of de voltooiing van werken die op het moment van het vaststellen van deze beheersverordening reeds bestaan of in uitvoering zijn genomen, alsmede werken en/of werkzaamheden die worden of mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende of nog te verlenen vergunning; hieronder wordt mede verstaan:

  • a. het normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig het toegestane gebruik;
  • b. het onderhoud en herstel van oeverbeschoeiingen;
  • c. het onderhoud van bestaand houtgewas door snoeien en verwijderen van dood hout;
  • d. werken en/of werkzaamheden, die strekken ter behoud of het herstel van de cultuurhistorische, landschappelijke of natuurlijke waarden.

7.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
  • a. De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 7.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover mede gelet op de te hanteren materialen daarmee geen afbreuk wordt gedaan aan de karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht Abcoude en de werken en werkzaamheden de landschappelijke, de cultuurhistorische of archeologische waarden van de gronden niet in onevenredige mate aantasten, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet worden verkleind.
  • b. Voordat een omgevingsvergunning wordt verleend wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de monumentencommissie omtrent de mogelijke cultuurhistorische aantasting van de karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht Abcoude.