Plan: | Beschermd dorpsgezicht Abcoude en beschermd dorpsgezicht Baambrugge |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0736.BV001dorpsgezicht-va01 |
de beheersverordening Beschermd dorpsgezicht Abcoude en beschermd dorpsgezicht Baambrugge van de gemeente De Ronde Venen.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0736.BV001dorpsgezicht-va01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw of deel van een gebouw dat door zijn verschijningsvorm een ondergeschikte bouwmassa vormt. Hierbij is een aanbouw een toevoeging van een afzonderlijke ruimte en een uitbouw is een vergroting van een bestaande ruimte.
beroep of bedrijf dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft, degene die het beroep of het bedrijf uitoefent ook bewoner van de woning is en waarvoor geen melding- of vergunningplicht geldt op grond van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit).
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; nader te onderscheiden in:
een agrarisch bedrijf met een omvang, passend bij minder dan een halve arbeidskracht.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
het in de regels aangegeven percentage, dat aangeeft hoeveel van het desbetreffende bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en bijbehorende bouwwerken.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.
onder begane grond wordt mede de kelder verstaan.
het gebied dat door de voormalige ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en milieubeheer bij besluit van 27 september 1991 is aangewezen tot beschermd dorpsgezicht in de zin van artikel 35 van de monumentenwet 1988.
het gebied dat door de voormalige ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en milieubeheer bij besluit van 5 december 1990 (kenmerk RdMZ/JZM/0261) is aangewezen tot beschermd dorpsgezicht in de zin van artikel 35 van de monumentenwet 1988.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een vrijstaand, niet voor bewoning bestemd gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
de aan een bouwwerk, gebied of landschapselement toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid, zeldzaamheid en herkenbaarheid vanuit historisch oogpunt in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen).
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan enkel in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Onder detailhandel wordt mede een afhaalservice begrepen, voor zover geen sprake is van ter plaatse te nuttigen etenswaren.
de bouwlaag op de begane grond.
de bij de woning of ander hoofdgebouw behorende gronden, voor zover deze:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
een gebouw dat op een bouwvlak door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste valt aan te merken, exclusief aan- en uitbouwen; aan- en uitbouwen die tot de hoofdfunctie behoren, worden niet meegerekend tot het hoofdgebouw.
één of meer van de volgende bedrijfsmatige activiteiten:
persoon of groep van personen, die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
sport en spel in georganiseerd verband met daarbij behorende voorzieningen in de vorm van sanitair, parkeerplaatsen, horeca en/of opslagfaciliteiten.
een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en niet-permanente bewoning.
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
het cultuurhistorisch-ruimtelijk karakter van Abcoude dat de aanleiding vormt voor de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht, zoals dit in de toelichting van deze verordening en van de aanwijzing door de voormalige minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en milieubeheer is opgenomen.
het cultuurhistorisch-ruimtelijk karakter van Baambrugge dat de aanleiding vormt voor de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht, zoals dit in de toelichting van deze verordening en van de aanwijzing door de voormalige minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en milieubeheer is opgenomen.
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit), en voor zover de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt en voor zover deze activiteiten een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
voorzieningen ten behoeve van wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.
verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen bij wijze van minicamping of met gebruikmaking van pensions of kampeerboerderijen.
de aan een gebied toegekende waarden wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, water, terreinvormen, niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en wisselwerking.
bibliotheken, openbare dienstverlening, kinderopvang, onderwijs, peuterspeelzalen, sociale en welzijnsvoorzieningen, verenigingsleven en gezondheidszorg, met uitzondering van andere gezondheidszorggebouwen zoals bedoeld in artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder.
de op moment van vaststelling van deze verordening aangewezen monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige fauna en/of flora in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen).
niet-agrarische activiteiten als ondergeschikt bestanddeel van de totale productieomvang van een agrarisch bedrijf.
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling.
een omgevingsvergunning verleend op grond van artikel 2.12 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
tot gebouwen behorende bouwdelen, zoals stoepen, stoeptreden, trappenhuizen, galerijen, hellingbanen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's en afdaken.
wegen, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat – al dan niet – voor publiek algemeen toegankelijk is.
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat er ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
het houden van paarden en pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en pony's in pension te stallen en te weiden; onder paardrijactiviteiten worden geen rijscholen en maneges verstaan.
een agrarisch bedrijf met een omvang, passend bij ten minste een halve tot een volledige arbeidskracht, met aannemelijk perspectief op volwaardigheid.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, erotische handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam) prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
voorzieningen voor:
de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze verordening.
de Staat van Horeca-activiteiten zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze verordening.
de teelt van ruwvoedergewassen, anders dan gras, over een oppervlakte die jaarlijks niet meer bedraagt dan overeenkomend met de oppervlakte aan ruwvoedergewassen die benodigd is ter voorziening in de jaarlijkse behoefte aan ruwvoedergewassen van het betrokken veehouderijbedrijf.
een voormalig bedrijfshoofd die nog enige tijd op het bedrijf werkzaam blijft.
onder het uitwendig karakter van een gebouw in bestaande toestand wordt verstaan de op het tijdstip van vaststelling van de verordening bestaande totaliteit van:
onder dat uitwendige karakter kunnen mede worden verstaan:
voor verblijf geschikte - al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken - voer- en vaartuigen, arken, caravans, woonwagens en andere soortgelijke voorzieningen, alsmede tenten, een en ander voor zover geen bouwwerken en/of kampeermiddelen zijnde.
het gebied waarop deze verordening van toepassing is, zoals aangegeven in het vlak 'Verordeningsgebied'.
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf zijn verwerkt of bewerkt.
een geometrisch bepaald vlak (besluitvlak of besluitsubvlak), waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
een agrarisch bedrijf met een omvang, passend bij ten minste één volledige arbeidskracht.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de lijn die gelijk of evenwijdig loopt aan de voorgevel van het hoofdgebouw.
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor huisvesting van niet meer dan één huishouden.