direct naar inhoud van Artikel 4 Gebruik en bouwen
Plan: Beschermd dorpsgezicht Abcoude en beschermd dorpsgezicht Baambrugge
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.BV001dorpsgezicht-va01

Artikel 4 Gebruik en bouwen

4.1 Aanvullende bouwregels
4.1.1 Vlakken op kaart

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 is bebouwing ten hoogste overeenkomstig de in de tabel opgenomen maten toegestaan, ter plaatse van de betreffende vlakken:

vlak   hoogte
 
oppervlakte (m²)/
inhoud (m³)  
1   gebouwen:
8 m goothoogte  
binnen vlak  
2   gebouwen:
3 m goothoogte  
binnen vlak  
3    gebouwen:
7,5 m goothoogte  
binnen vlak  
4   tuinkas:
5 m bouwhoogte  
250 m²  
5   gebouwen:
3 m goothoogte  
100 m² per begraafplaats en ten behoeve van begraafplaats  
spoor   gebouwen:
3 m goothoogte  
binnen vlak  
bouwblok   woning:
6 m goothoogte
10 m bouwhoogte
overige gebouwen:
5 m goothoogte
10 m bouwhoogte
silo's:
10 m bouwhoogte  
bedrijfswoning:
40% van vlak
600 m³
overige bouwwerken:
binnen vlak  
agrarisch   terreinafscheidingen:
1 m bouwhoogte  
binnen vlak, niet zijnde bouwblok  

4.1.2 Bijbehorende bouwwerken

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 is het toegestaan om bijbehorende bouwwerken bij hoofdgebouwen te bouwen waarbij de volgende voorwaarden gelden:

  • a. het gezamenlijk (bovengronds) grondoppervlak van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende erf met een maximum van 50 m²;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt voor gronden binnen het vlak 'Centrum' en 'Centrum/Bedrijf' een maximum grondoppervlak van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen van 60 m²;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a en b geldt voor de gronden binnen het vlak '6' en voor de gronden die op moment van vaststelling van deze verordening behoren bij Hoogstraat 4 en Hoogstraat 32 geen maximum grondoppervlak van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • d. aan- en bijgebouwen worden op een afstand van ten minste 3 m achter (het verlengde van) de voorgevellijn gebouwd;
  • e. de goothoogte van aanbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m;
  • f. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • g. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m.

4.1.3 Overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3:

  • a. is het toegestaan om bij hoofdgebouwen overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, te bouwen, waarbij de bouwhoogte ten hoogste bedraagt:
    • 1. van erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel van hoofdgebouwen en de openbare weg 1 m;
    • 2. van erf- en terreinafscheidingen elders 2 m;
    • 3. van erfafscheidingen op dakterrassen ten hoogste 1 m ten opzichte van de hoogte van het terras;
    • 4. van erfafscheidingen op dakterrassen ten hoogste 2 m ten opzichte van de hoogte van het terras bij wederzijdse instemming van de gebruikers van de erfafscheiding;
    • 5. van lichtmasten 9 m;
    • 6. van overig straatmeubilair 4 m;
    • 7. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m;
  • b. is het toegestaan om zonnepanelen op daken te plaatsen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
    • 1. ter plaatse van het vlak 'bouwblok': al dan niet zichtbaar vanaf enige openbare weg, mits bij zichtbaarheid vanaf enige openbare weg uit advies van monumentencommissie blijkt dat dit niet het beeld van het beschermde dorpsgezicht schaadt;
    • 2. elders: niet zichtbaar vanaf de openbare weg;
  • c. zijn bruggen ter plaatse van het vlak 'Beschermd dorpsgezicht Baambrugge' toegestaan tot een maximale breedte van 6 m, mits aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
    • 1. ter plaatse van bestaande wegen;
    • 2. ter vervanging, herstel of verbetering van bestaande oeververbindingen;
    • 3. ten behoeve van volwaardige of reële agrarische bedrijven;
  • d. zijn steigers ter plaatse van het vlak 'Beschermd dorpsgezicht Baambrugge' toegestaan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
    • 1. uitsluitend voor zover grenzend aan het bouwperceel van een woning of bedrijf;
    • 2. per woning of bedrijf ten hoogste 1 steiger;
    • 3. steigers worden evenwijdig aan de oever gebouwd;
    • 4. de lengte en breedte van steigers bedraagt ten hoogste 6 m x 1,2 m;
    • 5. de bouwhoogte van steigers bedraagt ten hoogste de hoogte van het peil;
    • 6. steigers overschrijden de oeverlijn met ten hoogste 0,5 m.

4.1.4 Overschrijding voorgevel

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 is het toegestaan om voor de voorgevels van gebouwen ondergeschikte onderdelen van gebouwen te bouwen tot 1,5 m uit de bestaande voorgevel van het betreffende gebouw, waarbij de goothoogte ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedraagt, vermeerderd met 0,3 m.

4.1.5 Bouwwerken in openbare ruimte

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 is het toegestaan om in openbaar gebied bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.3.5 en van de volgende voorwaarden:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a bedraagt de bouwhoogte van speelvoorzieningen ten hoogste 4 m;
  • c. het bepaalde onder a geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer.

4.2 Bouwregels via afwijking
4.2.1 Inhoudsmaat bedrijfswoning ter plaatse van bouwblok

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de maximale inhoudsmaat van agrarische bedrijfswoningen, zoals bedoeld in lid 4.1.1 tot maximaal 700 m³, met inachtneming van het volgende:

  • a. de omgevingsvergunning mag uitsluitend worden toegepast op agrarische bedrijven waar geen tweede of derde bedrijfswoning aanwezig is;
  • b. de uitbreiding mag alleen strekken ten behoeve van de huisvesting van de terugtredende boer;
  • c. de omgevingsvergunning mag uitsluitend worden toegepast als gebleken is dat binnen de bestaande agrarische bedrijfswoning onvoldoende ruimte voorhanden is;
  • d. de uitbreiding dient gerealiseerd te worden in directe aansluiting op of deel uit te maken van de hoofdbebouwingsmassa van de bestaande bedrijfswoning.

4.3 Aanvullende gebruiksregels
4.3.1 Vlakken op kaart

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 is gebruik overeenkomstig de in de tabel opgenomen gebruiksvormen toegestaan, ter plaatse van de betreffende vlakken:

vlak
 
toegestane gebruiksvorm(en)  
agrarisch   agrarische bedrijfsdoeleinden gericht op het houden van melk- en ander vee geheel op open grond  
bedrijf   1. bedrijven t/m categorie 2 SvB  
centrum   1. wonen
2. uitsluitend op begane grond:
- detailhandel
- maatschappelijk
- kantoor  
centrum/bedrijf   1. wonen
2. uitsluitend op begane grond:
- detailhandel
- maatschappelijk
- kantoor
- bedrijven t/m categorie 2 SvB  
centrum/horeca   1. wonen
2. uitsluitend op begane grond:
- detailhandel
- maatschappelijk
- kantoor
- horecabedrijven t/m categorie 1b SvH  
centrum/horeca/café   1. wonen
2. uitsluitend op begane grond:
- detailhandel
- maatschappelijk
- kantoor
- horecabedrijven t/m categorie 1b SvH
- café t/m categorie 2 SvH  
fort   1. behoud en/of herstel van cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden
2. maatschappelijke voorzieningen en sociaal-economische voorzieningen, mits deze de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden niet onevenredig aantasten
3. extensieve recreatie  
spoor   1. spoorwegen en bijbehorende voorzieningen  
wonen   1. wonen  
wonen/bedrijf 2   1. wonen
2. bedrijven t/m categorie 2 SvB
3. een drukkerij t/m categorie 3 SvB  
wonen/maatschappelijk   1. wonen
2. maatschappelijke voorzieningen  

4.3.2 Maatschappelijke voorzieningen

Indien het bestaande gebruik een maatschappelijke voorziening betreft zoals genoemd in artikel 3, mag het gebruik worden gewijzigd in een andere maatschappelijke voorziening.

4.3.3 Aan-huis-gebonden beroep

In aanvulling op het bepaalde artikel 3 is het toegestaan om een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten te verrichten, waarbij de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten ten hoogste 25% bedraagt van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 50 m².

4.3.4 Aantal woningen

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 geldt dat:

  • a. het aantal woningen niet mag worden vermeerderd;
  • b. het bepaalde onder a geldt niet ter plaatse van de vlakken zoals bedoeld in lid 4.3.1, voor zover ter plaatse de functie wonen is toegestaan;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a en b geldt voor:
    • 1. vlak I: maximaal 5 woningen (inclusief bestaande woningen);
    • 2. vlak II: maximaal 3 woningen (inclusief bestaande woningen);
    • 3. vlak III: maximaal 13 woningen (inclusief bestaande woningen).

4.3.5 Openbare ruimte
  • a. In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 is het toegestaan om de openbare ruimte te gebruiken voor wegen, fiets- en wandelpaden, groen, parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen, water(berging), geluidswerende voorzieningen, kruisingen met water en railverkeer, reclame-uitingen en kunstwerken.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a mag de openbare ruimte niet zodanig worden gewijzigd dat er sprake is van een reconstructie van wegen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
  • c. In afwijking van het bepaalde onder a mogen gronden binnen vlak 'Groen' niet worden gebruikt voor wegen of parkeervoorzieningen.

4.4 Gebruiksregels via afwijking
4.4.1 Afwijking voor vlakken op kaart
  • a. Bij een omgevingsvergunning kunnen, in afwijking van het bepaalde in lid 4.3.1, de in de tabel opgenomen gebruiksvormen, ter plaatse van de betreffende vlakken worden toegestaan:
vlak   gebruiksvorm via afwijking
 
bedrijf   1. bedrijf uit categorie 3 SvB, voor zover het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot categorie 1 of 2 SvB
2. bedrijf niet voorkomend op SvB, voor zover het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot categorie 1 of 2 SvB  
centrum   1. de volgende functies op verdiepingen:
- detailhandel
- maatschappelijk
- kantoor  
centrum/bedrijf   1. de volgende functies op verdiepingen:
- detailhandel
- maatschappelijk
- kantoor
- bedrijven t/m categorie 2 SvB  
centrum/horeca   1. de volgende functies op verdiepingen:
- detailhandel
- maatschappelijk
- kantoor
- horecabedrijven t/m categorie 1a en 1b SvH
2. horeca uit categorie 1c en 2, voor zover het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot categorie 1a of 1b SvH
3. horeca niet voorkomend op de SvH, voor zover het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot categorie 1a of 1b SvH  
centrum/horeca/café   1. de volgende functies op verdiepingen:
- detailhandel
- maatschappelijk
- kantoor
- horecabedrijven t/m categorie 1a en 1b SvH
- café t/m categorie 2 SvH
2. horeca uit categorie 1c en 2, voor zover het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot categorie 1a of 1b SvH
3. horeca niet voorkomend op de SvH, voor zover het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot categorie 1a of 1b SvH  
wonen/bedrijf 2   1. bedrijf uit categorie 3 SvB, voor zover het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot categorie 1 of 2 SvB
2. bedrijf niet voorkomend op SvB, voor zover het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot categorie 1 of 2 SvB  
7   1. parkeerterrein ten behoeve van het fort, met dien verstande dat ten hoogste 50 parkeerplaatsen worden gerealiseerd  

  • b. Bij het toestaan van functies op de verdiepingen gelden de volgende voorwaarden:
    • 1. de activiteiten op de begane grond en de verdieping behoren tot hetzelfde bedrijf;
    • 2. uitbreiding naar de verdieping is om bedrijfseconomische redenen noodzakelijk;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    • 4. de gebruikswaarde van de naastgelegen gronden en bouwwerken wordt niet onevenredig geschaad.

4.4.2 Afwijken van aantal woningen

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.3.4 ten behoeve van het onderbrengen van één extra woning in monumenten of MIP-panden, voor zover die hoofdgebouwen zijn en indien hierdoor daadwerkelijk kan worden bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden.