direct naar inhoud van 4.6 Water
Plan: Herontwikkeling Westkapelseweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0717.0040BPWestkZldPo-VG01

4.6 Water

Waterbeheer en watertoets

De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Scheldestromen, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.

Europa:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationaal Waterplan (NW).
  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21).
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW).
  • Waterwet.

Provinciaal:

  • Provinciaal Waterplan.
  • Provinciale Structuurvisie.
  • Verordening Ruimte.

Beleid Waterbeheerder

In het Waterbeheerplan 'Met het water mee II' staat het waterschapsbeleid en de maatregelen om zowel de waterkwantiteit als kwaliteit op orde te brengen. Het gaat om de doelen op de (middel)lange termijn. Samenwerking met gemeenten en andere partijen staat centraal. De speerpunten zijn:

  • water in de stad;
  • afvalwaterinzameling en verwerking;
  • waterplannen voor het buitengebied (gebiedsgerichte aanpak).

Gemeentelijk beleid

In het waterplan van Veere (2007) zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:

  • een veerkrachtig en duurzaam watersysteem;
  • een optimaal functionerende waterketen;
  • een effectieve waterorganisatie.

De algemene doelen zijn concreter uitgewerkt in een aantal streefbeelden. De streefbeelden zijn gekoppeld aan verschillende soorten water. Op basis van alle beschikbare informatie zijn vervolgens maatregelen geformuleerd om invulling te geven aan de streefbeelden en doelstellingen. Het maatregelenpakket is in hoofdzaak gebaseerd op de kansen en knelpunten die zijn gesignaleerd.

Voor het plangebied is als maatregel opgenomen de kans voor verbetering van het afvoertracé waterlopen (logischer afvoerroute) en natuurvriendelijk inrichten van overhoeken tussen Kustlicht 1 en het sportpark.

Huidig watersysteem

Het plangebied bevindt zich aan de westzijde van de kern Zoutelande. De bodem bestaat uit lichte zeeklei met een homogeen profiel en de maaiveldhoogte bedraagt circa 0 m NAP. De gemiddeld hoogste grondwaterstand varieert tussen 0,25 tot 0,40 m beneden het maaiveld, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand circa 0,80 tot 1,20 m beneden het maaiveld ligt.

De ontwatering van het gebied vindt plaats via sloten, onder andere rondom het sportpark, welke het water in oostelijke richting afvoeren. Uiteindelijk komt het water uit bij gemaal Boreel waar het wordt uitgeslagen op het kanaal door Walcheren (en/of gemaal Zuidwaterring) en vervolgens geloosd op de Westerschelde. Het waterschap hanteert in het gebied een zomer- en winterpeil van respectievelijk NAP -0,90 m en -1,1 m.

Op de provinciale waterkansenkaart en het grondwater is ten aanzien van het plangebied het volgende op te merken:

  • Het noordelijke deel van het plangebied (ter plaatse van het nieuwe voetbalveld, trainingsveld en het noordelijke parkeerterrein) is gelegen in een aandachtsgebied voor waterhuishouding.
  • Er zijn geen infiltratiemogelijkheden.
  • Het gebied is sterk zettingsgevoelig.
  • Het gebied is aangeduid als minder geschikt voor uitbreiding.
  • Het gehele plangebied is aangewezen als bufferzone kwetsbare natuur.
  • De bodem bestaat uit veen. Bij parkeerplaats ongerijpte katteklei.

In het plangebied wordt regelmatig (grond)wateroverlast vanuit de duinen (kwel) geconstateerd.

Het plangebied ligt langs de primaire waterkering langs de Westerschelde. De invloedssfeer van deze waterkering strekt zich voor een deel uit tot in het plangebied.

Toekomstig watersysteem

Nagegaan is aan de hand van de watertoetscriteria of de herontwikkeling van de sportvelden strijdig is met waterdoelstellingen c.q. noodzaakt tot waterhuishoudkundige aanpassingen.

Thema   Uitwerking  
Veiligheid/Waterkering   Het plangebied ligt voor een deel binnen de keurzones van de primaire waterkering langs de Noordzee. Wanneer er gebouwd wordt binnen de Keurzones van deze waterkering dient er ontheffing bij het waterschap te worden aangevraagd.
Gezien de voorgestane inrichting, is dat niet aan de orde.  
Wateroverlast
(vanuit oppervlaktewater)  
De huidige bebouwing en de daarbij behorende terreinverhardingen worden verwijderd. Daarvoor in de plaats komt de nieuwe bebouwing met een nieuwe indeling van het plangebied.
De toename van het verhard oppervlak bedraagt 12.400 m2. De te dempen sloot zal niet worden verhard maar grotendeels in gebruik worden genomen voor de natuur en als sportveld. Het waterschap heeft berekend dat voor de toename van de verharding een retentie nodig is van 930 m3. Gelet op de huidige waterstanden kan het water bij een bui van T=100 stijgen tot NAP -0,50 m. Dat is een peilstijging van 40 cm, daardoor is veel wateroppervlak vereist voor de benodigde retentie. In het plan is voorzien in wateroppervlakte van circa 2600 m2. Hiermee wordt voorzien in een retentiecapaciteit van 1040 m3. Hiermee is voorzien in voldoende waterbergend vermogen in het plangebied.  
Riolering/RWZI
 
In de omgeving ligt een gemengd rioolstelsel. In het plangebied wordt een gescheiden stelsel aangelegd. Een gescheiden rioolstelsel wil zeggen dat het huishoudelijk afvalwater (DWA) en het hemelwater (HWA) van elkaar gescheiden worden. DWA wordt via de riolering afgevoerd naar de zuivering. Het huidige afvoerstelsel beschikt over voldoende capaciteit om de toename van waterafvoer ten gevolge van de ontwikkeling af te voeren.
Er zijn in de omgeving geen overstorten aanwezig.  
Waterschapsobjecten   Niet van toepassing  
Watervoorziening/-aanvoer   HWA dat valt op de daken en de terreinverharding wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater.
De waterbeheerder vraagt aandacht voor hergebruik van water in het bouwontwerp. Neerslagwater is van goede kwaliteit. Door het gebruik van regenwater kan op het
drinkwatergebruik worden bespaard. Daarom zal in de basisschool gebruik gemaakt gaan worden van hemelwater en 'grijs' water (afvalwater) om het toilet te spoelen.
Hergebruik van grijs water mag in mindering worden gebracht op de op de berekende hoeveelheid waterberging. Dit zal bij verder planuitwerking berekend worden.  
Volksgezondheid
(water gerelateerd)  
In de huidige situatie lopen er afwateringssloten rond de beoogde gebouwen. Deze sloten worden ingericht als wadi-greppels. De afvoer blijft daardoor gegarandeerd (belangrijk vanwege het kwelwater uit de duinen), maar er is ook geen open water meer in de nabijheid van de basisschool.  
Bodemdaling   De polderpeilen worden niet aangepast. Bodemdaling zal niet optreden.  
Grondwateroverlast   Het plan voorziet in voldoende waterbergend vermogen ten aanzien van de ontwikkeling. Er is beperkte overcapaciteit aanwezig in het plan.  
Oppervlaktewaterkwaliteit   Om verontreiniging van het oppervlaktewater zoveel als mogelijk te voorkomen dienen duurzame, niet-uitlogende bouwmaterialen te worden toegepast.  
Grondwaterkwaliteit   Het plan heeft geen negatieve beïnvloeding voor grondwaterkwaliteit.  
Verdroging   Niet van toepassing  
Natte natuur   In de (directe) omgeving van het plangebied is te beschermen (natte) natuur aanwezig. Hiermee is rekening gehouden in de planuitwerking.  
Onderhoud(smogelijk-
heden) waterlopen  
De obstakelvrije stroken/beplantings- en bebouwingsvrije onderhoudstroken (schouwstroken) in acht te worden genomen. In het inrichtingsvoorstel van de percelen zal daarmee rekening worden gehouden. Voor de watergangen zullen onderhoudsstroken van 5 m in acht worden genomen (indien mogelijk aan een kant).