Plan: | Herontwikkeling Westkapelseweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0717.0040BPWestkZldPo-VG01 |
Archeologie
Wettelijk kader en beleid
In 1992 heeft Nederland het Verdrag van Valletta (Malta) ondertekend. Dit verdrag bepaalt, dat er op verantwoorde wijze dient te worden omgegaan met het archeologisch erfgoed, o.a. in ruimtelijke planontwikkelingen. Dit verdrag heeft inmiddels zijn weerslag verkregen in een wijziging van de Monumentenwet 1988, die op 1 september 2007 in werking is getreden, de Wet op de archeologische monumentenzorg (WAMZ). Een belangrijk uitgangspunt, is dat het behoud in situ (op de oorspronkelijke plaats) voorgaat op het behoud ex situ (opgraven en bewaren in depot). Van belang is dat door middel van vooronderzoek tijdig inzicht wordt verkregen in de archeologische waarden van een gebied, zodat deze bij beoogde planontwikkelingen kunnen worden betrokken. Voor de ruimtelijke ordening is een belangrijke bepaling, dat de wet niet van toepassing is op projecten met oppervlakte kleiner dan 100 m2; de gemeenteraad kan een hiervan afwijkende andere oppervlakte vaststellen.
Op 23 april 2009 heeft de gemeenteraad de 'Nota Archeologische Monumentenzorg Walcheren, evaluatie 2008' (NAMW 2008) vastgesteld. Het beleid dat daarin is geformuleerd heeft tot doel de regeling in het bestemmingsplan eenvoudiger te maken en vooral meer op de praktijk toe te snijden. Binnen de gemeente Veere zijn in totaal vier verschillende archeologische verwachtingszones aangegeven. In deze zones kan, afhankelijk van de omvang van de werkzaamheden, niet zonder meer worden gebouwd. Bij bepaalde omvang is het uitvoeren van archeologisch onderzoek noodzakelijk.
Voor het plangebied geldt in zijn geheel een middelhoge verwachtingswaarde. Voor dit gebied geldt dat grondwerkzaamheden zonder archeologisch onderzoek mogen plaatsvinden tot een diepte van 0,40 m en een oppervlakte van 500 m2. Aangezien hier sprake is van een grotere verstoring is nader onderzoek noodzakelijk.
Figuur 4.1. Archeologische beleidsadvieskaart gemeente Veere (rood kader: globale ligging plangebied)
Onderzoeksresultaten
In voorbereiding van dit bestemmingsplan heeft de Walcherse Archeologische Dienst bureauonderzoek uitgevoerd. Hierbij is gekeken naar verschillende kaarten, zowel oude kaarten als kaarten met archeologische informatie. Ook is de landelijke database ARCHIS geraadpleegd.
Op de archeologische verwachtingskaart Walcheren (figuur 4.1) is te zien dat het plangebied in zijn geheel een zone betreft met een middelhoge verwachtingswaarde. Het gaat om een zogenaamd poelgebied tussen een brede kreekrug en de strandzone. Over het algemeen zijn poelgebieden op de verwachtingskaart aangeduid met een middelhoge verwachting. Deze verwachting betreft met name resten uit de Ijzertijd en Romeinse tijd in de top van het onderliggend veen.
Binnen de grenzen van het plangebied is binnen de landelijke archeologische database ARCHIS geen vindplaats (waarnemingen) bekend. Binnen de grenzen van het plangebied is, aan de Nieuwstraat in het zuiden, een terrein al onderwerp van een archeologisch onderzoek geweest. Bij dit onderzoek in 2003 zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van waardevolle archeologische resten gevonden. Hier is geen vervolgonderzoek meer nodig. Dit terrein is grijs als grijs vlak weergegeven in figuur 4.2.
Figuur 4.2. Onderzocht gebied archeologisch onderzoek
Aandachtspunten voor beleid
Op basis van de archeologische beleidsadvieskaart Walcheren kunnen verschillende gebieden worden onderscheiden met elk een afzonderlijke vrijstellingsregeling voor archeologisch onderzoek. Ten behoeve van de uniformiteit binnen de bestemmingsplannen zijn voor de vier verschillende soorten gebieden modelvoorschriften opgesteld, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen Waarde Archeologie 1 (WA1), Waarde Archeologie 2 (WA2), Waarde Archeologie 3 (WA3) en Waarde Archeologie 4 (WA4). Het streven is om voor elk bestemmingsplan op Walcheren dezelfde Waarde Archeologie aan hetzelfde soort gebied met de afzonderlijke vrijstelling toe te kennen.
Binnen de plangrens van het bestemmingsplan Westkapelseweg Zoutelande bevindt zich één soort gebied, namelijk met Waarde Archeologie 3 (WA-3). Het is een gebied met een middelhoge verwachtingswaarde. In dit gebied moeten bodemingrepen die dieper gaan dan 40 cm onder maaiveld en die een oppervlakte hebben groter dan 500 m2 moeten worden voorafgegaan door (verkennend) archeologisch onderzoek. Het gebied is wit gemarkeerd in bijgaand kaartje.
Eén gebied aan de Nieuwstraat is al onderwerp van archeologisch onderzoek geweest, waaruit gebleken is dat geen vervolgonderzoek nodig is. Dit gebied is grijs gemarkeerd en weergegeven in figuur 4.1. Voor de overige bebouwing (supermarkt, basisschool en tribune) zijn archeologisch grondboringen uitgevoerd.
Onderzoek
Door de Walcherse Archeologische dienst zijn grondboringen uitgevoerd op de locatie waar de nieuwe bebouwing beoogd is. De locaties van de grondboringen zijn weergegeven in figuur 4.3. De grondboringen hebben geen aanwijzingen gegeven voor de aanwezigheid van archeologische waarden. Zowel voor de locatie van de voorzieningencluster als ook voor de locatie van de tribune is geen nader onderzoek noodzakelijk.
Figuur 4.3. Locatie grondboringen geprojecteerd op de topografische bodemkaart van Bennema en Van der Meer uit 1953
Cultuurhistorie
Wet modernisering monumentenzorg
De Wet modernisering monumentenzorg heeft onder andere tot doel dat cultuurhistorische waarden in een vroeg tijdig stadium in een bestemmingsplanproces worden betrokken. In de plantoelichting van een ruimtelijke plan dient een beschrijving opgenomen te worden van de in het plangebied voorkomende cultuurhistorische waarden. Indien het gemeentebestuur dat wenselijk acht, kan ervoor gekozen worden om de aanwezige cultuurhistorische waarden te beschermen in een eventuele planregeling (indien er een bestemmingsplan opgesteld wordt).
Molen van Zoutelande
In het plangebied zijn cultuurhistorische waarden aanwezig. Op circa 100 meter ligt de Molen van Zoutelande. De naamloze ronde molen is een stenen grondzeiler aan de Molenweg en dateert uit 1722. Deze korenmolen met drie zolders staat op een 0,5 m. hoge molenberg en is nooit bewoond geweest. De molen wordt regelmatig in bedrijf gesteld door middel van een elektromotor. Een uitgebreide toelichting van de molenbiotoop is opgenomen in bijlage 1.
Conclusie
Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. Ten aanzien van het aspect cultuurhistorie vormt de molen geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.