direct naar inhoud van 5.6 Cultuurhistorie
Plan: Kommen gemeente Tholen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0716.bpKommenTholen-VG01

5.6 Cultuurhistorie

5.6.1 Beleid en normstelling

Modernisering Monumentenzorg (MoMo)

De gemeente onderschrijft het belang van het borgen van cultuurhistorische waarden in bestemmingsplannen. Dit is ook een wettelijke verplichting. Per 1 juli 2011 is de Modernisering Monumentenzorg (MoMo) in werking getreden. Als gevolg van MoMo wijzigt het Bro (artikel 3.6.1. lid 2). De volgende regel is dan van kracht:

In de toelichting van het bestemmingsplan dient een beschrijving te worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden.

De opsteller en vaststeller van het bestemmingsplan zijn daarmee dus verplicht om breder te kijken dan alleen naar het facet archeologie. Ook de facetten historische (steden)bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren.

Dit betekent dat er voor gemeenten de verantwoordelijkheid komt om cultuurhistorische waarden te betrekken bij de bestemmingsplannen en hierover verantwoording af te leggen in het bestemmingsplan. Dat kan op verschillende manieren en kan van het wettelijk verplichte minimum tot en met uitgebreid eigen beleid.

5.6.2 Onderzoek

De minister heeft de historische stadskernen van Tholen en Sint-Maartensdijk aangewezen als beschermd stadsgezicht. Het doel hiervan is het onderkennen van de karakteristieke met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het gebied als zwaarwegend belang bij de verdere ontwikkelingen binnen het gebied. De aanwijzingsbesluiten met de daarbij behorende onderbouwing zijn opgenomen in bijlage 2. Hieronder wordt kort ingegaan op de beschermde stadsgezichten.

5.6.2.1 Beschermd Stadsgezicht Tholen

De binnenstad van Tholen is op 4 oktober 1991 aangewezen als beschermd stadsgezicht. Aan deze aanwijzing hebben de volgende overwegingen ten grondslag gelegen.

  • Tholen heeft een specifieke ruimtelijke ontwikkeling gekend van een dijknederzetting bij een tol aan de Eendracht, welke is uitgebreid met een Nieuwstad en een buitendijks havenkwartier en een omwalling.
  • De ruimtelijke ontwikkeling heeft voornamelijk plaatsgevonden binnen de ruimtelijk historische structuur.
  • Het bebouwingsbeeld en het stadssilhouet zijn samenhangend en waardevol.
  • Het stadsbeeld is van algemeen belang vanwege zijn schoonheid en zijn ruimtelijk structurele samenhang.

afbeelding "i_NL.IMRO.0716.bpKommenTholen-VG01_0014.jpg"

Figuur 5.3 Begrenzing Beschermd Stadsgezicht Tholen (bron: geoweb Provincie Zeeland)

5.6.2.2 Beschermd Stadsgezicht Sint-Maartensdijk

In 1991 zijn het grootste deel van de oude stadskern van Sint-Maartensdijk en het voormalige kasteelterrein aangewezen als beschermd stadsgezicht ingevolge de Monumentenwet 1988. De overwegingen die hebben geleid tot deze aanwijzing zijn:

  • de specifieke ruimtelijke ontwikkeling van Sint-Maartensdijk nabij een getijdenhaven en een kasteel;
  • de verdere ruimtelijke ontwikkeling heeft zich voornamelijk voltrokken binnen de middeleeuwse structuur;
  • de ruimtelijk structurele samenhang en het feit dat het bebouwingsbeeld nog samenhangend en waardevol is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0716.bpKommenTholen-VG01_0015.jpg"

Figuur 5.4 Begrenzing Beschermd Stadsgezicht Sint-Maartensdijk (bron: geoweb Provincie Zeeland)

5.6.2.3 Beschermde monumenten

In het plangebied bevinden zich de in bijlage 4 aangegeven beschermde rijksmonumenten. Bescherming van deze rijksmonumenten vindt plaats via het monumentenbeleid en de Monumentenwet 1988. Bescherming van deze monumenten is in het bestemmingsplan dan ook niet nodig.

5.6.2.4 Beschermingswaardige binnendijken

In de voorheen geldende bestemmingsplannen zijn landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle binnendijken planologisch beschermd (zie ook paragraaf 2.5.2). In het voorliggende bestemmingsplan geldt als uitgangspunt dat deze niet mogen worden afgegraven of aangetast. De wijze waarop de bescherming is geregeld, is beschreven in paragraaf 4.3.

5.6.2.5 Voormalige kasteelterreinen

In Sint-Maartensdijk heeft een kasteel van Jacoba van Beieren gestaan. Hiervan resteert alleen nog het terrein en een deel van de gracht. Het gebied is behalve archeologisch waardevol in de ruimtelijke structuur ook cultuurhistorisch en landschappelijk waardevol.

In Stavenisse bevindt zich het restant van een voormalig kasteelterrein aan Het Bos, sectie F, nr. 851 (zie ook bijlage 4.5 Stavenisse).

Voor beide voormalige kasteelterreinen is planologische bescherming gewenst. De wijze waarop de bescherming is geregeld, is beschreven in paragraaf 4.6.

5.6.2.6 Molens en molenbiotopen

In vrijwel alle kernen zijn historische molens aanwezig. Behalve dat de meeste daarvan ook zijn aangewezen als beschermd monument, wordt gehecht aan behoud van deze molens en het functioneren van de molens als werktuig. Op grond hiervan dienen in de omgeving van een molen dan ook beperkingen te worden gesteld aan de hoogte van obstakels (bebouwing en beplanting) die de windvang onevenredig negatief beïnvloeden. Het gebied waarbinnen deze hoogtebeperkingen gelden, wordt molenbiotoop of molenbeschermingszone genoemd.

Voor meer uitgebreide informatie over de voor de molen relevante molenbiotoopaspecten en de afweging van de belangen van de molens tegenover de andere belangen in het plangebied wordt kortheidshalve verwezen naar bijlage 5. De wijze waarop de bescherming is geregeld, is beschreven in paragraaf 4.6.

5.6.2.7 Overige cultuurhistorische waardevolle objecten

In het plangebied is een groot aantal andere cultuurhistorische objecten aanwezig. Het gaat daarbij zowel om gebouwde objecten als om landschappelijke objecten. Een gedetailleerd overzicht is te raadplegen op de website van de provincie Zeeland (www.zldags.zeeland.nl/geoweb/geowebinternet/web/Viewer.aspx?Site=CHS#). Voor het voorliggende bestemmingsplan zijn de volgende objecten van belang.

  • Op de landtong voor de haven van de kern Tholen zijn 3 voormalige oesterputten aanwezig. Deze oesterputten zijn in de stedenbouwkundige opzet van het plan Waterfront Tholen geïntegreerd in de vorm van ondiepe poelen met flauwe (kindvriendelijke) oeverhellingen.
  • Aan de Oostdijk bij de haven in Sint-Philipsland is een weegbrug aanwezig die in 1936 in opdracht van de Weegbrugvereeniging Haven te Sint Philipsland is gebouwd ter vervanging van een ouder exemplaar uit 1923. Het betreft de oudste weegbrug van dit type van de Eerste Nederlandsche Fabriek van Weegwerktuigen Jan Molenschot en Zoon uit Breda. Het weeghuisje is vermoedelijk ouder en dateert uit 1923, toen de voorgaande weegbrug werd aangelegd, en heeft vier kenmerkende pinakeltjes op de hoeken van het betonnen dak. De weegbrug heeft een draagvermogen van 20.000 kg. Er zijn lokale initiatieven om de oude weegbrug te behouden.

5.6.3 Conclusie

Het bestemmingsplan heeft een consoliderend karakter. De bestaande structuren worden vastgelegd in de daarop toegespitste bestemmingen. Door het opnemen van de beschermde gezichten en het opnemen van een molenbeschermingszone rondom de molens worden de cultuurhistorische waardevolle elementen van het plangebied behouden en gewaarborgd.