Plan: | Vakantiepark De Pluimpot |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0716.bpDePluimpot-VG99 |
Conclusie
Ter plaatse van het beoogde vakantiepark kan een aanvaardbaar verblijfsklimaat worden gerealiseerd. Het vakantiepark vormt, onder voorwaarden, geen belemmering voor omliggende woningen.
Randvoorwaarden
Bij realisering van nieuwe hindergevoelige functies (zoals recreatiewoningen) moet rekening worden gehouden met eventuele milieuhinder van bedrijfsactiviteiten in de omgeving. Uitgangspunt is dat ter plaatse van de recreatiewoningen sprake is van een aanvaardbaar verblijfsklimaat. Daarnaast is van belang dat toekomstige (bedrijfs)functies geen belemmering vormen voor het woon- en leefklimaat van in de omgeving aanwezige woningen. Hierna wordt achtereenvolgens ingegaan op de volgende voor de planontwikkeling relevante beleidsdocumenten en wetgeving:
Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV)
In deze verordening (vastgesteld door Provinciale Staten op 9 april 2010) is bepaald dat in een bestemmingsplan waarin voor de eerste maal woon- of verblijfsrecreatieve bestemmingen worden aangewezen nieuwe woon- of verblijfsrecreatieve functies niet worden toegelaten binnen een afstand van:
Voor het omgekeerde, het projecteren van agrarische bebouwing en functies in de nabijheid van woon- of verblijfsrecreatieve functies, geldt hetzelfde.
Kleinere afstanden zijn mogelijk indien in de toelichting bij het bestemmingsplan aannemelijk wordt gemaakt dat:
Met het begrip woon- of verblijfsrecreatieve functies en woon- of verblijfsrecreatieve bestemmingen wordt bedoeld woonwijken of –kernen inclusief landelijke bebouwingsconcentraties, woonparken etc. Ook zomerhuizenterreinen en kampeerterreinen vallen onder dit begrip. De regels zijn niet bedoeld voor het houden van afstand tot een individuele woning in het buitengebied. In die situaties zal maatwerk moeten worden geleverd waarbij per geval, vanuit het beginsel van een goede ruimtelijke ordening en na weging van de betrokken belangen, een keuze moeten worden bepaald.
Bij het bepalen van de afstand moet worden gerekend vanaf de gevel van de agrarische gebouwen of, in het geval waarin sprake is van in het plan aangeduide bouwvlakken, vanaf de grens van het bouwvlak (waarop bebouwing is toegelaten). Bij woon- of verblijfsrecreatieve functies moet, voor het bepalen van de afstand, worden gerekend tot of vanaf de perceelsgrens en niet vanaf de gevel van de woning of het recreatieve verblijf. Reden hiervoor is dat de fijne drift van bestrijdingsmiddelen bij fruitteelt, stofoverlast en stank het woon- en leefklimaat nadelig kunnen beïnvloeden en een gevaar kunnen vormen voor de volksgezondheid.
Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)
Voor recreatiebedrijven is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, beter bekend als het Activiteitenbesluit, van belang.
In het Activiteitenbesluit zijn milieuvoorschriften opgenomen ter voorkoming of zo veel mogelijk beperken van gevaar, schade of hinder voor de directe omgeving. Zo dienen de inrichtingen ervoor te zorgen dat de geluidsoverlast van het bedrijf of de accommodatie bepaalde grenzen niet overschrijdt. Tevens zijn meer op preventie gerichte voorschriften opgenomen betreffende verwijdering, preventie en hergebruik van afvalstoffen en zuinig gebruik van energie en water.
De gemeente kan onder bepaalde voorwaarden, als de lokale omstandigheden daartoe aanleiding geven, afwijken van hetgeen in het Activiteitenbesluit staat.
Afhankelijk van het type inrichting kan het Activiteitenbesluit geheel of gedeeltelijk van toepassing zijn op de inrichting. In het Activiteitenbesluit wordt een onderscheid gemaakt in drie type inrichtingen, namelijk:
Besluit Landbouw milieubeheer (Besluit landbouw)
Het Besluit landbouw milieubeheer bevat algemene milieuvoorschriften voor agrarische bedrijven. Tevens geeft het besluit voor een aantal gevallen afstandseisen die in acht genomen moeten worden ten opzichte van gevoelige objecten. Onder een gevoelig object wordt een gebouw verstaan dat voor menselijk verblijf is bestemd, daarvoor in gebruik is en ook blijkens aard, indeling en inrichting ervan geschikt is om als zodanig te worden gebruikt. Als niet aan deze afstanden wordt voldaan, dan herleeft de verplichting voor het landbouwbedrijf om een omgevingsvergunning voor een inrichting (voorheen milieuvergunning) op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)/Besluit omgevingsrecht (Bor) aan te vragen.
In het besluit zijn milieuregels opgenomen ter voorkoming of zo veel mogelijk beperken van gevaar, schade of hinder voor de directe omgeving. Zo bevat het besluit onder andere geluidgrenswaarden die in acht genomen moeten worden.
Bedrijven en milieuzonering
In het kader van een goede ruimtelijke ordening vindt afstemming van bestaande en nieuwe functies plaats door het aanhouden van zogenaamde richtafstanden. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' van de VNG (2009). Bij deze richtafstanden wordt rekening gehouden met milieuaspecten als geur-, stof en geluidhinder. De richtafstanden gelden ten opzichte van een rustige woonwijk. Uit jurisprudentie en de genoemde VNG-publicatie blijkt dat in het geval van een gemengd gebied verkleinde richtafstanden gelden.
De brochure geeft voor kampeerterreinen, vakantiecentra, e.d. (met keuken) (SBI-code 552) een richtafstand van 50 meter ten opzichte van woningen, vanwege het milieuaspect geluid. Voor de milieuaspecten geur en gevaar geldt een richtafstand van 30 meter. Bij uitbreidingen op het recreatieterrein dient met deze afstand rekening te worden gehouden.
Tussen overdekte zwembaden (SBI-code 9261.1) en milieugevoelige functies (waaronder (recreatie)woningen) dient een richtafstand van circa 50 m16 te worden aangehouden. Het milieuaspect geluid is daarvoor maatgevend. Voor de milieuaspecten geur en gevaar is een richtafstand van 10 m aan de orde. Voor openbaar toegankelijke zwembaden in de openlucht bedraagt de richtafstand ten opzichte van (recreatie)woningen ten minste 200 m.
In de uitbreidingslocatie (het noordelijk deelgebied) worden ook bijbehorende detailhandel en horeca mogelijk gemaakt. De omvang daarvan dient beperkt te blijven en alleen lichte (niet-milieuhinderlijke) vormen van horeca kunnen worden toegestaan.
Alvorens wordt getoetst aan de hiervoor genoemde beleidsdocumenten en wetgeving wordt ingegaan op de huidige milieusituatie.
Huidige milieusituatie
In het plangebied bevinden zich vijf woningen, waarvan drie bedrijfswoningen (Geertruidaweg 3 en 5 en Gorishoeksedijk 6) behorende bij de inrichting. De woning aan de Gorishoeksedijk 2 is een burgerwoning en de woning Gorishoeksedijk 4 is een recreatiewoning.
Daarnaast bevinden zich een aantal woningen van derden ten oosten van het plangebied, aan de overzijde van de Gorishoeksedijk. Ten noorden van het plangebied heeft de gemeente plannen, om op korte afstand van het Vakantiepark, een nieuw woongebied te realiseren. Daarnaast ligt het recreatieterrein op zeer korte afstand van natuurgebied De Pluimpot.
Binnen een afstand van 100 meter van het toekomstig vakantiepark zijn twee akkerbouwbedrijven aanwezig. Deze bevinden zich aan de oostzijde van de Gorishoeksedijk (nummers 3 en 23).
Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV)
De kortste afstand tussen de bouwvlakken van deze bedrijven en het vakantiepark bedraagt 70 respectievelijk 60 meter. Aangezien de interne ontsluitingsweg van het vakantiepark onderlangs de westzijde van de Gorishoeksedijk wordt gerealiseerd (zie figuur 3.2 in paragraaf 3.3) en langs deze weg een forse maat met opgaand groen wordt aangelegd, worden de woningen op grotere afstand gebouwd. De afstand tussen de bouwvlakken van de agrarische bedrijven en de percelen met de recreatiewoningen bedraagt circa 90 en 85 meter.Dit is binnen de in de PRV genoemde afstand van 100 meter. Deze kleinere afstanden worden aanvaarbaar geacht om de volgende redenen:
Op grond van te vorenstaande wordt geconcludeerd dat de voorgenomen recreatieve ontwikkeling van Vakantiepark De pluimpot geen schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid tot gevolg heeft en dat de kortere afstand niet leidt tot onevenredige beperkingen in de bedrijfsvoering van de betrokken agrarische bedrijven.
Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)
Vakantiepark De Pluimpot is op grond van het Activiteitenbesluit een inrichting type B, de beoogde activiteiten dienen dan ook in dit kader bij het bevoegd gezag te worden gemeld. Bij deze melding dient mogelijk een akoestisch rapport te worden gevoegd, in relatie tot de geluidsbelasting op het natuurgebied De Pluimpot. De inrichting zal moeten voldoen aan de voorschriften genoemd in het betreffende besluit. Daarom hoeft geen omgevingsvergunning voor een inrichting te worden aangevraagd.
De gemeente zal nog bezien of de milieuvoorschriften toereikend zijn. Als dit niet zo is, dan zal de gemeente maatwerkvoorschriften opleggen aan Vakantiepark De Pluimpot.
Naast de beoogde ontwikkeling van het vakantiepark wordt in dit bestemmingsplan ook voorzien in de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg. Aangenomen wordt derhalve dat de nieuwe situatie geen belemmering zal vormen voor het woon- en leefklimaat van de woning van derden in het plangebied. Ook voor de andere woningen van derden, aan de overzijde van de Gorishoeksedijk, zal de beoogde ontwikkeling geen belemmering vormen voor het woon- en leefklimaat. Vakantiepark De Pluimpot leeft in de huidige situatie reeds de voorschriften uit het Activiteitenbesluit na, er zijn wat dat betreft geen klachten. Er wordt daarom vanuit gegaan dat er in de in de toekomstige situatie dienaangaande ook geen problemen zullen zijn.
Besluit Landbouw milieubeheer (Besluit landbouw)
Op grond van het Besluit landbouw geldt voor een akkerbouwbedrijf een afstand van 50 meter ten opzichte van gevoelige objecten. Het agrarisch bedrijf Gorishoeksedijk 3 voldoet niet aan het Besluit omdat binnen deze afstand de burgerwoning Gorishoeksedijk 9 aanwezig is. Dat betekent dat voor dit bedrijf de verplichting geldt van een omgevingsvergunning voor een inrichting op grond van de Wabo/Bor. Omdat de burgerwoning precies tussen het agrarisch bedrijf en het toekomstig vakantiepark staat, is deze woning maatgevend en niet het vakantiepark. Voor het agrarisch bedrijf Gorishoeksedijk 23 wordt ruim voldaan aan de afstandseis uit het Besluit. Voor dit bedrijf ontstaat daarom geen verplichting van een omgevingsvergunning voor een inrichting vanwege de ontwikkeling van het nieuwe recreatiegebied. De voorgenomen ontwikkeling van vakantiepark De Pluimpot vormt daarmee geen belemmering voor de agrarische bedrijven. Omgekeerd vormen de bedrijven geen belemmering voor de ontwikkeling van het Vakantiepark Pluimpot.
Bedrijven en milieuzonering
In het noordelijk deel van het vakantiepark wordt een overdekt zwembad beoogd. Met de richtafstand van 50 m ten opzichte van woongebieden zal bij de ontwikkeling van het beoogde woongebied rekening worden gehouden. Belangrijk daarbij is dat het gaat om een richtafstand, waarvan gemotiveerd kan worden afgeweken.
Voor de in de nabijheid beoogde recreatiewoningen is de richtafstand niet van toepassing. De woningen en het zwembad maken beide deel uit van de inrichtingen. Het zwembad kan gezien worden als een belangrijke kwaliteit van het vakantiepark.