Plan: | Vakantiepark De Pluimpot |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0716.bpDePluimpot-VG99 |
Op basis van het uitgevoerde bodemonderzoek kan worden gesteld dat de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van deze locatie voldoende is vastgelegd en dat deze geen belemmering vormt voor het wijzigen van de agrarische bestemming in bestemmingen ten behoeve van de beoogde ontwikkelingen
Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. In de Wet bodembescherming is bepaald dat, indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt voor de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
De provincie hanteert de richtlijn dat bij de beoordeling van ruimtelijke plannen ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, moet worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dan dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.
Verkennend bodemonderzoek
Ten behoeve van het bestemmingsplan en de later te verlenen omgevingsvergunningen heeft ter plaatse van de locatie aan Gorishoeksedijk ongenummerd te Scherpenisse (kadastraal bekend sectie F nummer 952, 995, 996 en 997) op 14 en 15 mei 2009 een verkennend bodemonderzoek13 plaatsgevonden. Doel van het onderzoek is vast te stellen of het voormalige, dan wel het huidige, gebruik van de onderzoekslocatie heeft geleid tot een verontreiniging van de bodem. Het verkennend bodemonderzoek beoogt het verkrijgen van inzicht in aard, plaats van voorkomen en concentraties van eventueel aanwezige verontreinigende stoffen in de bodem.
Conclusie
Aan de hand van de resultaten van het onderzoek is het volgende geconcludeerd:
Bovengrond
Ondergrond
Grondwater
Gelet op de onderzoeksresultaten, te weten de aangetoonde overschrijdingen van de betreffende achtergrondwaarden (grond) dient de hypothese onverdacht voor de onderzoekslocatie formeel te worden verworpen. Echter, de gemeten waarden zijn dermate gering dat aanvullend onderzoek naar het voorkomen van deze stoffen in de bodem op het perceel volgens de onderzoekers en conform het gestelde in de Wet bodembescherming niet noodzakelijk wordt geacht.
In het grondwater wordt de tussenwaarde dan wel interventiewaarde voor barium overschreden. Omdat deze verontreiniging hoogstwaarschijnlijk toegeschreven kan worden aan natuurlijke oorzaken, achten de onderzoekers het uitvoeren van nader bodemonderzoek naar de verspreiding van deze stof in de bodem beperkt doelmatig.
Aanbevelingen
Geadviseerd is om de rapportage voor te leggen aan het bevoegd gezag, zijnde de gemeente Tholen, ter formalisering van de onderzoeksresultaten en conclusies.
Indien op de onderzoekslocatie ten gevolge van graafwerkzaamheden grond vrijkomt en buiten de locatie wordt hergebruikt, vindt hergebruik veelal plaats binnen het kader van het Besluit bodem kwaliteit. In dat geval dient de chemische kwaliteit van de grond te worden getoetst aan de kwaliteitsnormen die door het Besluit bodem kwaliteit aan de betreffende toepassing worden verbonden. Op basis van de resultaten van onderhavig onderzoek wordt verwacht dat vrijkomende grond niet zonder beperkingen kan worden hergebruikt (niet vrij toepasbaar).
Ter plaatse van de onderzoekslocatie is het grondwater verontreinigd met barium. Op 13 juli 2009 heeft de provincie Zeeland aangegeven dat de verontreiniging niet door de mens is veroorzaakt en van natuurlijke oorsprong is. Een nader bodemonderzoek of een beschikking is niet noodzakelijk.
Wanneer de omgevingsvergunning wordt verleend, zal deze onder de voorwaarde worden verleend dat het oppompen van grondwater voor consumptief gebruik niet is toegestaan.
Indien ten behoeve van bouwwerkzaamheden een bouwputbemaling nodig is, dient het vrijkomende grondwater in overleg met de waterkwaliteitsbeheerder van het gebied op milieuhygiënisch verantwoorde wijze te worden verwerkt. Verder zijn er geen belemmeringen.