direct naar inhoud van Bijlagen bij toelichting
Plan: Buitengebied Terneuzen, wijzigingsplan Seijdlitzstraat 5
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0715.WPBG05-VG99

Bijlagen bij toelichting

Bijlage 2 Waterparagraaf

Nagegaan is aan de hand van de watertoetstabel van het Waterschap Scheldestromen (en de daarin opgenomen watertoetscriteria) of de beoogde ontwikkeling strijdig is met water(schaps)doelstellingen en/of noodzaakt tot aanvullende waterhuishoudkundige maatregelen. De resultaten van het overleg met het waterschap zijn hierin verwerkt.

Thema en water(schaps)doelstelling    
Veiligheid waterkering
Waarborgen van het veiligheidsniveau tegen water en de daarvoor benodigde ruimte.  
Uitwerking  
Wateroverlast
(vanuit oppervlaktewater)
Bij de bouw wordt voldoende hoog gebouwd om instroming van oppervlaktewater in maatgevende situatie(s) te voorkomen. Het plan biedt voldoende ruimte voor vasthouden / bergen / afvoeren van water.  

Het nieuw te bouwen gebouw komt niet te staan in de buurt van een waterkering waardoor het geen consequenties heeft voor waterkeringen.  
Riolering / RWZI
(inclusief water op straat / overlast)
Optimale werking van de zuiveringen/RWZI's en van de (gemeentelijke) rioleringen. Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken in verband met de reductie van hydraulische belasting van de RWZI, het transportsysteem en het beperken van overstorten.  


De bouw van de stal geeft een toename van het verhard oppervlak van 2000 m2 waarvoor een bergingsvijver van 150 m3 wordt gerealiseerd.
Bij het zomer/winterpolderpeil van NAP-0,25m wordt een peilstijging van 1m aangehouden zodat een wateroppervlak op NAP-0,25 van 150 m2 ontstaat. .  
Waterschapsobjecten
Ruimtelijke ontwikkelingen mogen de werking van waterschapsobjecten niet belemmeren. Hierbij wordt gedacht aan milieucontouren rond RWZI's, rioolpersgemalen, poldergemalen, vrijverval- en/of persleidingen.  


Het bedrijf is niet aangesloten op de riolering.
Huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater (waaronder schrobwater vanuit het melkstalgebouw en was- en spoelwater vanuit de melkinrichting) wordt afgevoerd naar een mestdichte opslagvoorziening. Nieuwe voeropslagen worden aangelegd conform de eisen van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling waarbij geen lozing van vloeistoffen plaatsvinden. Hemelwater wordt afgevoerd naar de nieuw te realiseren bergingsvijver.  
Watervoorziening / -aanvoer
Het voorzien van de bestaande functie van (grond- en/of oppervlakte)water van de juiste kwaliteit en de juiste hoeveelheid op het juiste moment. Het tegengaan van nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water.  

In de buurt van het bedrijf zijn geen waterschapsobjecten gelegen.  
Volksgezondheid
(water gerelateerd)
Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen. Voorkomen van verdrinkingsgevaar/-risico's via o.a. de daarvoor benodigde ruimte.  

Hemelwater wordt afgevoerd naar de aan te leggen bergingsvijver. In deze vijver zal het water kunnen infiltreren in de ondergrond. Bij regenbuien wordt het regenwater geborgen in de bergingsvijver. Mocht bij hevige regenbuien de berging volledig benut worden zal het teveel aan water via een overloop cq een verdieping van 20 cm in het maaiveld afstromen naar de nabijgelegen (droge) sloot. Het water is schoon en zal geen nadelige invloed geven op het bestaande systeem. Door de vertraagde afvoer zal dit geen consequenties hebben voor huidige afvoercapaciteit van het watersysteem.  
Bodemdaling
Voorkomen van maatregelen die (extra) maaiveldsdalingen met name in zettingsgevoelige gebieden kunnen veroorzaken.  


De bergingsvijver ligt op eigen terrein (geen blusvijver).  
Grondwateroverlast
Tegengaan / verhelpen van grondwateroverlast.  

Ter plaatse is sprake van een weinig zettingsgevoelig gebied. De bouw zal dan ook geen invloed hebben op het aspect bodemdaling.  
Oppervlaktewaterkwaliteit
Behoud / realisatie van goede oppervlaktewaterkwaliteit. Vergroten van de veerkracht van het
watersysteem.  

De nieuwbouw wordt hoog met voldoende drooglegging gebouwd. Grondwater vormt geen belemmering mede door de infiltratiemogelijkheid van de ondergrond.  
Grondwaterkwaliteit
Behoud / realisatie van een goede grondwaterkwaliteit.  

Alleen schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de bergingsvijver. Geen uitloogbare materialen worden gebruikt.  
Verdroging
(Natuur)
Bescherming karakteristieke grondwater afhankelijke ecologische waarden; van belang in en rond natuurgebieden (hydrologische) beïnvloedingszone.  

De bouw zal van minimale invloed zijn op de grondwaterkwaliteit.
 
Natte natuur
Ontwikkeling/Bescherming van een rijke gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur.  


Niet van toepassing daar de locatie niet gelegen is in een gevoelig (natuur) gebied.  
Onderhoud waterlopen
Oppervlaktewater moet adequaat onderhouden
kunnen worden.  

Rondom het bedrijf zal extra streekgebonden beplanting geplaatst worden. De locatie is niet gelegen in natuurgebied.
Rekening wordt gehouden met de Keur: een onderhoudsstrook van 5m wordt aangehouden.  
Waterschapswegen
Goede verkeersdoorstroming/veiligheid op wegen in beheer van het waterschap.  

Door de locatie van de bergingsvijver met groenaanplant zal onderhoud aan de waterloop deels vanaf de wegzijde moeten plaatsvinden.  

Conclusie

Het aspect water vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.