Plan: | Nieuwe Sluis Terneuzen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0715.BPNST01-VG01 |
het bestemmingsplan 'Nieuwe Sluis Terneuzen' van de gemeente Terneuzen.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0715.BPNST01-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen
Verdere begrippen in alfabetische volgorde:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
de beleidsmedewerker archeologie van de gemeente, de gemeentelijk adviseur archeologie of een door het college aangewezen deskundige op het gebied van archeologie.
de in het kader van dit plan aan het gebied toegekende waarde gekenmerkt door voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen direct onder het aardoppervlak.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd en dat is aangegeven in de regels of bij uitzondering op de verbeelding is aangeduid.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
verspreid liggende woningen, maximaal twee per hectare, dienst- en bedrijfswoningen, kleinschaliger kantoorgebouwen, horecabedrijven, winkels tot 2.000 vierkante meter, kampeer- en recreatieterreinen, sporthallen, zwembaden en speeltuinen, zoals gedefinieerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
voorhaven van de (zee)sluizen aan de binnenzijde (kanaalzijde) van het sluizencomplex.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoel om ter plaatse te functioneren.
de in het kader van dit plan aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid, uniekheid en ensemble.
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake flora en fauna, natuur en landschap;
de afscheiding van het erf.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een inrichting die in belangrijke mate geluidhinder veroorzaakt, zoals bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder, juncto bijlage 1, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht.
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen op een industrieterrein.
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
woningen, woonwagenstandplaatsen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en de artikelen 1.1 en 1.2 van het Besluit geluidhinder;
de kans op een ongeval met tien of meer dodelijke slachtoffers in de omgeving van de activiteit, het aantal personen dat in de omgeving van de activiteit verblijft bepaalt daardoor mede de hoogte van het groepsrisico (GR).
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen.
bedrijven en organisaties die nautische diensten verlenen ten behoeve van het functioneren van het sluizencomplex Terneuzen of de hoofdvaarwegen en daarom op of nabij het sluizencomplex gevestigd dienen te zijn.
een door het college aan te wijzen onafhankelijke deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van milieu.
de zorg voor de afwikkeling van een veilig en vlot scheepvaartverkeer. Het betreft onder meer de informatievoorziening, verkeersbegeleiding, vaarwegmarkering en het loodsen, alsmede de besturing en bediening van het zeesluizencomplex Terneuzen.
bedrijven en organisaties die nautische diensten verlenen.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
voorzieningen die ten doel hebben de beroepsvaart gedurende korte tijd een veilige ligplaats te bieden. Bijbehorende voorzieningen in een overnachtingshaven voor de beroepsvaart kunnen bestaan uit palen of meerstoelen, vaste of drijvende steigers, afloopvoorzieningen, drinkwatertappunten, stroomkasten, autoafzetplaatsen, pontons, damwanden of (niet voor overslag in gebruik zijnde) kaden.
de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een risicovolle activiteit bevindt, overlijdt door een ongeval vanwege die activiteit, waarbij plaatsen met een gelijk risico door zogenaamde risicocontouren op een kaart kunnen worden weergegeven.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
Onder tijdelijke maatregelen en voorzieningen wordt onder andere begrepen:
met dien verstande dat de bovengenoemde tijdelijke maatregelen en voorzieningen niet langer in stand worden gehouden dan tot 6 maanden na opleveren van het werk.
het aanwezig zijn van voldoende parkeerplaatsen betekent dat wordt voldaan aan de normen in de beleidsregels die zijn neergelegd in de "Parkeernota 2015-2020" van de gemeente Terneuzen, en dat indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met deze wijziging.
de naar de weg gekeerde gevel.
de naar de verkeersbestemming toegekeerde zijde (de voorzijde) van de hoofdbebouwing binnen een bestemming.
de geluidsbelasting die altijd of zonder meer toelaatbaar is op de gevel van een geluidsgevoelige bestemming, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. Besluit geluidhinder.
de in bijlage 2 op de voorschriftenkaart, de voor dat gebied, aangegeven vrijstellingsdiepte.
een door het college aan te wijzen onafhankelijke deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van de waterkering en de waterbeheersing door dijken, kaden, dijksloten en voorzieningen ten behoeve daarvan.
een weg als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub b van de Wegenverkeerswet 1994, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN2580.
bij het bepalen van afstanden, hoogtes, oppervlakten en inhoud blijven uitstekende bouwdelen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 meter buiten beschouwing.
De op de verbeelding voor Bedrijf (B) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken gelden voorts de volgende maximale hoogtematen:
goothoogte | bouwhoogte | ||
1. | van gebouwen | zie verbeelding en anders 8,00 m | zie verbeelding en anders 4,00 m hoger dan de goothoogte |
2. | overkappingen | - | 5,00 m |
3. | zendmasten voor telecommunicatie | - | 40,00 m |
4. | (verlichtings)masten | - | 15,00 m |
5. | terreinafscheidingen achter de voorgevel | - | 2,00 m |
6. | van andere bouwwerken achter de voorgevel | - | 3,00 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3 lid 2.1 sub b tot ten hoogste 10% van het bebouwingspercentage indien dit noodzakelijk is voor de continuïteit van het bedrijf of om te kunnen voldoen aan milieueisen.
Het is verboden:
Het is toegestaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
voordat met een omgevingsvergunning van de regels wordt afgeweken, wordt een milieudeskundige schriftelijk advies gevraagd omtrent de toelaatbaarheid van het bedrijf en/of de kantoor(voorziening).
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een plan te wijzigen met inachtneming van de volgende regels:
De op de verbeelding voor Verkeer (V) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering en afmetingen van de in artikel 4 lid 2.1 bedoelde gebouwen teneinde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodige beperkingen of belemmeringen teweegbrengt in de verkeerssituatie danwel ten behoeve van de verbetering van de ruimtelijk-functionele situatie ter plaatse.
De op de verbeelding voor Zeesluizencomplex (ZSC) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen op tijdelijke werkterreinen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken gelden voorts de volgende maximale hoogtematen:
goothoogte | bouwhoogte | ||
1. | van hoofdgebouwen | - | zie verbeelding en anders 12,00 m |
2. | overkappingen | - | 5,00 m |
3. | zendmasten voor telecommunicatie | - | 40,00 m |
4. | (verlichtings)masten | - | 15,00 m |
5. | sluizencomplex en waterkerende voorzieningen | - | 10,00 m |
7. | steigers | - | 5,0 m |
8. | terreinafscheidingen | - | 2,00 m |
9. | van andere bouwwerken | - | 5,00 m |
De objecten als genoemd in artikel 4 van het Tracébesluit Nieuwe Sluis Terneuzen dienen uiterlijk 12 maanden na de oplevering van het zeesluizencomplex geamoveerd te zijn.
Het is verboden:
Ten aanzien van de maximum toegestane oppervlakte gelden de volgende regels:
Het gebruik van de gronden ten behoeve van een zeesluizencomplex is uitsluitend toegestaan indien binnen het plangebied ten minste 3 hectare aan nieuwe graslanden met orchideeën en rolklavers wordt gerealiseerd en in stand gehouden.
Ten aanzien van tijdelijke werkterreinen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 5.3.3 voor het realiseren van nieuwe graslanden met orchideeën en rolklavers buiten het plangebied, mits:
De voor Waarde - Archeologie - 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, sub 1 Wabo af te wijken van het bepaalde in 6.2.2 sub a ten behoeve van het bouwen in een plangebied met een te verstoren oppervlak groter dan 1.000 m² en dieper dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld (zoals weergegeven in bijlage 2), indien de aanvrager van de vergunning artikel 2.1, lid 1 sub a Wabo een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het in lid 6.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de vergunning:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.3.1, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologische deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in dat lid. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1 sub b Wabo) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in lid 6.4.3. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3', als bedoeld in lid 6.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De op de verbeelding voor Waterstaat - Waterkering (WS-WK) aangewezen gronden zijn - bij wijze van dubbelbestemming - bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 ten behoeve van het bouwen van nieuwe gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of het uitbreiden van bestaande bouwwerken, geen gebouw zijnde, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waterstaat - Waterkering zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 7.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de waterstaatskundige functie van de regionale waterkering niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden de hieronder genoemde ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning af te wijken van:
De op de verbeelding als 'Geluidzone - industrie 1' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor deze gronden geldende bestemmingen, bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het industrieterrein 'Terneuzen-West/Logistiek Park' op geluidsgevoelige objecten en terreinen.
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie 1' is het, met uitzondering van herbouw van een bestaande geluidsgevoelige functie, verboden om gebouwen ten behoeve van geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder te bouwen dan wel het gebruik van gebouwen ten behoeve van niet-geluidsgevoelige functies om te zetten in het gebruik van gebouwen ten behoeve van geluidsgevoelige functies.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.1.2, mits binnen de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - industrie 1' voldaan kan worden aan de geldende voorkeurswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
De op de verbeelding als 'Geluidzone - industrie 2' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor deze gronden geldende bestemmingen, bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het industrieterrein 'Oostelijke Kanaaloever/Mr. F.J. Haarmanweg-Driewegen' op geluidsgevoelige objecten en terreinen.
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie 2' is het, met uitzondering van herbouw van een bestaande geluidsgevoelige functie, verboden om gebouwen ten behoeve van geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder te bouwen dan wel het gebruik van gebouwen ten behoeve van niet-geluidsgevoelige functies om te zetten in het gebruik van gebouwen ten behoeve van geluidsgevoelige functies.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.2, mits binnen de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - industrie 2' voldaan kan worden aan de geldende voorkeurswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan 'Nieuwe Sluis Terneuzen'.