direct naar inhoud van 5.2 Milieuhinder
Plan: Grote Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0703.GSBTBP-va01

5.2 Milieuhinder

5.2.1 Milieuzonering en bedrijvigheid

Toetsingskader

Ter beperking van milieuhinder voor de omgeving worden grenzen gesteld aan de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten. Dit gebeurt aan de hand van een milieuzonering. Deze milieuzonering geeft aan welke activiteiten voor de huidige en toekomstige bedrijven mogelijk zijn. Ook geeft het aan welke bedrijven in de toekomst binnen het plangebied uit milieuoogpunt toelaatbaar zijn, indien bestaande bedrijvigheid verdwijnt.

Binnen de randvoorwaarde dat de milieuhinder voor de omgeving tot een minimum moet worden beperkt, geldt als uitgangspunt voor de milieuzonering dat bestaande en nieuw te vestigen bedrijven maximale ontwikkelingsmogelijkheden worden geboden.

Het is algemeen gebruik om te zoneren op basis van richtafstanden voor de verschillende milieuaspecten (geluid, geur, stof, risico). Deze richtafstanden kunnen worden ontleend aan de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) van 2009.

Richtafstanden

Voor de zonering op basis van richtafstanden wordt in voorliggend bestemmingsplan gebruikgemaakt van de zogenaamde "Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein (zie ook 4). Met behulp van deze staat wordt ook de mate van milieubelasting van de reeds op het bedrijventerrein aanwezige bedrijven en bedrijfsactiviteiten globaal beoordeeld op basis van richtafstanden. Dit heeft geresulteerd in een inschaling van de verschillende bedrijven (zie bijlage 5).

Omgevingstype

Het tweede uitgangspunt bij de VNG systematiek is dat het gaat om woningen gelegen in het omgevingstype 'rustige woonwijk' (zogeheten basisreferentietype) met weinig verkeer bij de bepalingen van de afstanden. Maar niet elke omgeving is te typeren als rustige woonwijk. Dit maakt dat een nader onderzoek naar de feitelijke omgeving (plangebied en omgeving) met zich mee kan brengen dat sprake is van een andere type omgeving dan het basisreferentietype van de VNG.

Het onderscheid in omgevingstypen biedt de mogelijkheid om rekening te houden met de specifieke milieugevoelige kwaliteiten van die specifieke omgeving bij het toepassen van de Lijst van bedrijven. De VNG onderscheidt zelf ook een aantal omgevingstypen, te weten:

  • rustige woonwijk: een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven en kantoren) voor;
  • rustig buitengebied: vergelijkbaar omgevingstype als rustige woonwijk, (eventueel met verblijfsrecreatie) en een stilte- of natuurgebied. Er zijn geen belemmeringen door hoofdinfrastructuur;
  • gemengd gebied: een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijvigheid. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen.

Indien de omgeving in de specifieke situatie dit rechtvaardigt kunnen gemotiveerd kleinere richtafstanden worden aangehouden. In het bestemmingsplan wordt dit onderbouwd. Beoordeeld wordt van welke omgeving sprake is en voor welke milieuaspecten die correctie aanvaardbaar wordt geacht.

Omgevingstype grote en grootschalige bedrijventerreinen en Korringaweg

Het omgevingstype 'rustige woonwijk' en 'rustig buitengebied' is met betrekking tot dit bestemmingsplan niet aan de orde.

  • De bedrijventerreinen zijn gescheiden van de woonomgeving aangelegd en primair beoogd voor bedrijvigheid.
  • De bedrijventerreinen bevinden zich in de (directe) nabijheid van hoofdtransportroutes en gebiedsontsluitingswegen (A58, spoorlijn, gemeentelijk en provinciaal hoofdwegennet).
  • Op de bedrijventerreinen is slechts beperkt bedrijfswoningen aanwezig. Voorzover aanwezig betreft het solitaire bedrijfswoningen of woningen bij agrarische bedrijven buiten het plangebied. Op bedrijventerrein Olzendepolder zijn de bedrijfswoningen gesitueerd in een lint aan de plattelandsweg Olzendepolder.

Staat van Bedrijfsactiviteiten

Belangrijk onderdeel van de VNG publicatie is een standaard bedrijvenlijst die moet worden bewerkt tot een voor het plangebied bruikbare bedrijvenlijst.

De Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten aan de hand van milieucategorieën zijn gerangschikt naar de mate van belasting van het milieu. Hoe hoger de milieubelasting van het bedrijf, hoe hoger de milieucategorie is waaronder het bedrijf valt. Iedere milieucategorie wordt vertaald naar een minimaal aan te houden afstand ten opzichte van een rustige woonwijk. Voor andere omgevingstypen en voor incidentele woonbebouwing (waaronder bedrijfswoningen) kunnen volgens de toelichting van de Staat van Bedrijfsactiviteiten de te hanteren richtafstanden met ten minste één afstandsstap naar beneden toe worden gecorrigeerd. Het gaat hierbij om indicatieve afstanden, in een concrete situatie wordt de werkelijk aan te houden afstand nader bepaald. De volgende milieucategorieën zijn in de staat onderscheiden.

  • Categorie 2-bedrijven zijn bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing, echter alleen in gebieden met gemengde functies. Als richtafstand ten opzichte van een rustige woonwijk wordt 30 meter aangehouden.
  • Categorie 3.1-bedrijven zijn bedrijfstypen die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn aan de rand van woonwijken, echter in het algemeen gescheiden door een weg of groenstrook. Als richtafstand ten opzichte van een rustige woonwijk wordt 50 meter aangehouden.
  • Categorie 3.2-bedrijven zijn bedrijfstypen die gelet op hun aard en invloed op de omgeving in enige mate ruimtelijk gescheiden zijn van woonwijken, zijn voorzien van een eigen autoverbinding met de hoofd- en / of verzamelwegen. Als richtafstand geldt 100 meter.
  • Categorie 4.1- en 4.2-bedrijven zijn bedrijfstypen die gelet op hun aard en invloed op de omgeving op behoorlijke afstand van woonwijken gesitueerd moeten te zijn. Als richtafstand wordt voor categorie 4.1-bedrijven 200 meter aangehouden. Voor categorie 4.2.-bedrijven geldt een richtafstand van 300 meter.

Onderzoek referentiesituatie

Milieuzonering

Algemene zonering

Gelet op de bedrijfsprofielen voor de grote en grootschalige bedrijventerreinen en Korringaweg zijn in het algemeen bedrijven toegestaan tot maximaal milieucategorie 4.2: bedrijven uit een hogere milieucategorie zijn uitgesloten. Vanwege de aanwezige bedrijfswoningen en/of aangrenzende (agrarische) (bedrijfs)woningen is ervoor gekozen om bedrijven tot maximaal milieucategorie 3.2 toe te staan, oplopend tot milieucategorie 4.1 op een afstand van 100 tot 200 meter vanaf de (bedrijfs)woning(en).

De Poort

Het terrein is van west naar oost oplopend gezoneerd.

  • Aan de westzijde zijn bedrijven uit milieucategorie 3.2 toegestaan. Deze milieuzonering is gebaseerd op de bedrijfswoning op perceel Valckenisseweg 1a. Dit is overeenkomstig de huidige juridische planologische regeling.
  • Aan de oostzijde (inclusief de uitbreiding) zijn bedrijven uit milieucategorie 4.2 toelaatbaar. Deze maximale milieucategorie komt voort uit gemeentelijk beleid.
  • Tussen de milieucategorie 3.2 en 4.2 zijn bedrijven tot maximaal milieucategorie 4.1 toelaatbaar geacht. Dit is eveneens overeenkomstig het huidig juridisch-planologisch regime.

Nishoek

Het terrein is van oost naar west oplopend gezoneerd.

  • Overeenkomstig het gemeentelijk beleid en de voorgaande juridisch-planologische regeling zijn bedrijven tot ten hoogste milieucategorie 4.2 toegestaan.
  • Aan de oostzijde (Stationsweg) bevinden zich enkele bedrijfswoningen op het bedrijventerrein. Ook zijn buiten het plangebied enkele agrarische bedrijfswoningen aanwezig. Vanwege deze bedrijfswoningen en overeenkomstig de huidige regeling is de toelaatbaarheid van bedrijven hier teruggebracht tot ten hoogste milieucategorie 3.2.
  • Aan de westzijde (inclusief de uitbreiding Weihoek) zijn bedrijven toegestaan die zijn opgenomen in milieucategorie 4.2.
  • In de zuidoosthoek zijn drie bedrijfswoningen gebouwd, die behoren tot de daar gevestigde bedrijven. Het gaat hier om een relatief zware categorie (4.2) wat betreft de toelaatbaarheid van bedrijven. Destijds is de mogelijkheid van een bedrijfswoning een aspect geweest bij de vestiging van deze bedrijvigheid. Gelet op de historie en het gegeven dat er geen knelpunten bekend zijn, wordt de vigerende bestemmingsregeling hier overgenomen. Andere opties zouden een ongewenste beperking van de gebruiksmogelijkheden van de bedrijfspercelen betekenen.

Olzendepolder

De milieuzonering is als volgt.

  • Tussen de plattelandsweg Olzendepolder en Kreeft zijn bedrijven tot maximaal milieucategorie 3.2 toelaatbaar. Dit is overeenkomstig de huidige regeling en is mede gebaseerd op de strook met bedrijfswoningen, alsmede de incidentele woonbebouwing buiten het plangebied. De strook naast de plattelandsweg Olzendepolder is nog niet volledig benut door bedrijfswoningen. Verdere invulling met bedrijfswoningen wordt mogelijk geacht, omdat hiervan geen milieubeperkingen voor bedrijven uitgaan. De toelaatbaarheid van nieuwe bedrijven is reeds teruggebracht tot milieucategorie 3.2 als gevolg van reeds gerealiseerde bedrijfswoningen.
  • Op de overige gronden is bedrijvigheid tot slechts milieucategorie 4.1 toelaatbaar. Vanwege de omvang van het bedrijventerrein in relatie tot de strook met bedrijfswoningen, is geen ruimte aanwezig voor de vestiging van bedrijven behorende tot milieucategorie 4.2. Dit is ook overeenkomstig de huidige juridisch-planologische regeling.

Korringaweg

Korringaweg heeft een specifieke signatuur als gevolg van de schaal- en schelpdierverwerkende industrie in Yerseke. Om deze reden zijn de bedrijfspercelen voorzien van een aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - schaal- en schelpdierverwerkende industrie'. Hier zijn uitsluitend bedrijven toelaatbaar met bedrijfsactiviteiten die uitsluitend of in hoofdzaak binnen deze branche vallen. Ter plaatse gaat het met name om activiteiten die horen bij het verzendklaar maken van schaal- en schelpdieren (aan- en afvoer, reinigen, verwateren in waterbassins, bewaren in koelcellen en transporteren van het product).

Een verdere zonering in milieucategorieën zoals op de andere bedrijventerreinen is toegepast, is om deze reden achterwege gebleven.

Inschaling

De gevestigde bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten en voorzien van de bijbehorende milieucategorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (zie bijlage 5). Ten aanzien van deze inschaling kan het volgende worden geconstateerd.

  • Alle bestaande bedrijven zijn in overeenstemming met het geformuleerde toelatingsbeleid op grond van de richtafstanden. Een nadere op de situatie afgestemde juridisch-planologische regeling is derhalve niet nodig.
  • De bedrijven op de Korringaweg zijn vanwege hun specifieke signatuur voorzien van een specifieke vorm van bedrijf. Deze zijn ook niet ingeschaald.
  • Vanwege enkele specifieke aspecten (verkoop van LPG, detailhandel in volumineuze goederen en dergelijke) zijn enkele bedrijven wel voorzien van aanduidingen waarmee het toegelaten gebruik van de gronden nader is gespecificeerd.

Onderzoek milieueffecten plansituatie

De milieueffecten van de vestiging van nieuwe bedrijven of uitbreiding van bestaande bedrijven worden voor de aspecten geluid, gevaar, stof en geur reeds gereguleerd door de opgenomen milieuzonering in dit bestemmingsplan. De betreffende milieuzonering geeft grofweg een indicatie van de maximale milieubelasting van de bedrijventerreinen op de omgeving weer voor de aspecten geluid, geur, stof en gevaar.

  • Voor de Poort zijn, afhankelijk van de locatie, bedrijfsactiviteiten toegestaan uit maximaal categorie 3.2 tot en met 4.2. Voor deze bedrijven geldt, afhankelijk van de categorie, een richtafstand van 100 tot 300 m ten opzichte van een rustige woonwijk/rustig buitengebied.
  • Voor de Nishoek is, afhankelijk van de locatie, ook bedrijfsactiviteiten uit maximaal categorie 4.2 toegestaan. Ook hiervoor geldt een richtafstand van 300 m ten opzichte van een rustige woonwijk/rustig buitengebied.
  • Voor Olzendepolder zijn bedrijven uit maximaal categorie 3.2 tot en met 4.1 toegestaan. Hiervoor geldt, afhankelijk van de categorie, een richtafstand van 100 tot 200 m ten opzichte van een rustige woonwijk/rustig buitengebied.
  • Korringaweg heeft een specifieke signatuur als gevolg van de schaal- en schelpdierverwerkende industrie in Yerseke. Hier zijn uitsluitend bedrijven toelaatbaar met bedrijfsactiviteiten die uitsluitend of in hoofdzaak binnen deze branche vallen. Een verdere zonering in milieucategorieën zoals op de andere bedrijventerreinen is toegepast, is om deze reden achterwege gebleven.

Tevens gelden op basis van het bestemmingsplan beperkingen op het gebied van externe veiligheid: de vestiging van nieuwe risicovolle inrichtingen die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen is niet zonder meer toegestaan op dit bedrijventerrein. Hiermee wordt gewaarborgd dat voldaan wordt aan het Bevi en dat er een aanvaardbare situatie op het gebied van externe veiligheid blijft bestaan.

De opgestelde planMER vervangt niet de projectMER of mer-beoordeling die voor sommige bedrijfsactiviteiten moet worden opgesteld in het kader van het milieuspoor. Indien er activiteiten worden ontplooid die in het kader van het milieuspoor mer-(beoordelings)plichtig zijn, zal in die mer-(beoordeling) tevens aandacht aan relevante milieuaspecten worden besteed. In het milieuspoor zal per ontwikkeling (nieuw/uit te breiden/te wijzigen bedrijfsactiviteit) de uiteindelijke milieusituatie beoordeeld worden. Op dat moment zal ook meer concreet naar mogelijke milieumaatregelen gekeken worden. Hierbij valt te denken aan:

  • bewuste locatie bebouwing, route vrachtverkeer op bedrijfsperceel, plaatsen schermen, locatie opslag zand/grind (vanwege geluid), afdekken zand- en grindopslag (vanwege geluid en stof);
  • bedrijfsactiviteiten zoveel mogelijk inpandig (vanwege geluid, geur, stof);
  • plaatsen filters en locatie ventilatiepunten bebouwing (vanwege geluid en geur);
  • locatie en hoeveelheid opslag gevaarlijke stoffen, uitvoering leidingen, soort brandbestrijdingssysteem en bijbehorend beschermingsniveau, soort installaties (vanwege gevaar).

Conclusie

In het bestemmingsplan wordt door de gehanteerde milieuzonering, die in de bestemmingsregeling is opgenomen, zorg gedragen voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen en worden de bedrijven niet in hun functioneren belemmerd. Hierdoor staat het aspect milieuzonering de uitvoering van ontwikkelingen niet in de weg.

5.2.2 Geurhinder

Toetsingskader

Nederlandse emissie Richtlijn (NeR)

Het algemeen uitgangspunt van het landelijk geurbeleid is het zoveel mogelijk beperken van geurhinder en het voorkomen van nieuwe hinder. Dit uitgangspunt vormt samen met het toepassen van Beste Beschikbare Technieken (BBT) de kern van het geurbeleid. Onderdeel van het geurbeleid is dat de lokale overheden de uiteindelijke lokale afweging moeten maken zodat zij rekening kunnen houden met alle relevante belangen om tot een duurzame kwaliteit van de leefomgeving te komen.

Het geurbeleid bestaat uit de volgende beleidslijnen:

  • als er geen hinder is, zijn maatregelen niet nodig;
  • als er wel hinder is, worden maatregelen op basis van BBT afgeleid;
  • voor bepaalde branches is het hinderniveau bepaald en in een bijzondere regeling vastgelegd;
  • de mate van hinder die nog acceptabel is, wordt vastgesteld door het bevoegd gezag.

Het landelijk geurbeleid is opgenomen in de NeR (Nederlandse emissie Richtlijn). De NeR geeft algemene eisen aan emissieconcentraties en uitzonderingsbepalingen voor specifieke activiteiten of bedrijfstakken. De NeR is een richtlijn waarvan gemotiveerd kan worden afgeweken, in voorkomende gevallen kan een strengere of minder strenge norm worden gehanteerd.

Activiteitenbesluit

Bij een aantal activiteiten komt geurhinder zo vaak voor dat structurele aandacht voor geur nodig is. Voor die activiteiten zijn in de ministeriële regeling (Activiteitenregeling) bij het Activiteitenbesluit voorschriften gesteld met als doel geurhinder te beperken tot een acceptabel niveau. Indien geen voorschriften zijn vastgesteld - en er toch sprake is van onacceptabele geurhinder - kunnen maatwerkvoorschriften worden gesteld.

De provincie Zeeland heeft daarnaast een eigen beleidskader vastgesteld (Alle neuzen dezelfde kant op, 2007), waar de gemeente Reimerswaal bij aansluit. Het Zeeuws beleidskader sluit aan op – en is een praktische invulling van – het voornoemde huidige rijksbeleid.

Bij de beoordeling van geurhinder kan tevens de in paragraaf 5.2.1 genoemde Staat van Bedrijfsactiviteiten worden gebruikt, in deze staat zijn indicatieve afstanden (voor onder andere geurhinder) tussen woningen en diverse bedrijfsactiviteiten gegeven.

Onderzoek referentiesituatie

In de huidige situatie is bekend dat met name op de bedrijventerreinen Nishoek en Korringaweg bedrijven aanwezig zijn die geurhinder (kunnen) veroorzaken. Lamb Weston (gevestigd op Nishoek) is een geurhinderlijk bedrijf, vanwege de vervaardiging van aardappelproducten. Het aspect geur wordt gereguleerd in de milieuvergunning.

Op bedrijventerrein Korringaweg zijn diverse schaal- en schelpdierverwerkende bedrijven aanwezig. Het betreft hier een locatie- c.q. streekgebonden bedrijvigheid, die hoofdzakelijk bestaat uit het verwateren/inpakken van de schaal- en schelpdieren (koken of anderszins bewerken vindt hier niet plaats).

Op beide terreinen voldoen de bedrijven aan de milieuvergunningen. In de volgende tabel zijn ter indicatie de richtafstanden van de huidige geurrelevante bedrijven op de twee bedrijventerreinen in beeld gebracht op het gebied van geur (richtafstanden ten opzichte van een rustige woonwijk/rustig buitengebied).

Tabel 5.1 Indicatie geurbelasting huidige geurrelevante bedrijven Nishoek en Korringaweg

Bedrijvigheid   SBI-code   Richtafstand voor geur (in m t.o.v. rustige woonwijk)  
Nishoek      
gemeentewerf/afvaldepot   9002.1   30  
vuiloverslagstations   9002.1   200  
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders   5121   30  
aardappelproductenfabriek   1531   300  
composteerinrichting   9002.2   300  
Groenten- en fruitconservenfabriek   1532   50-100  
     
Korringaweg      
Schaal- en schelpdierverwerkende industrie   0502   100  

Onderzoek milieueffecten plansituatie

Op de terreinen wordt de huidige situatie gecontinueerd, het bestemmingsplan maakt geen nieuwe geurgevoelige objecten mogelijk, met uitzondering van enkele bedrijfswoningen op Olzendepolder.

Bij toekomstige bedrijven streeft de gemeente ernaar te voorkomen dat een hindersituatie wordt gecreëerd. Dit kan op basis van het Activiteitenbesluit of te verlenen omgevingsvergunningen.

Voor het vaststellen van het benodigde beschermingsniveau zijn de volgende criteria van belang:

  • verblijfsduur. Bij bedrijfswoningen is geen sprake van 24 uurs verblijf;
  • omvang van de groep. Deze is beperkt. er is slechts een gering aantal bedrijfswoningen aanwezig of nog beoogd;
  • functie van de omgeving. Er is sprake van grote en grootschalige bedrijventerreinen (inclusief Korringaweg) waar primair onder andere geur veroorzakende bedrijven gevestigd kunnen worden;
  • aanwezigheid van gevoelige groepen. Gevoelige groepen zijn niet voorzien of aanwezig;
  • bijzondere bestemmingen.

Bedrijfswoningen zijn minder geurgevoelig dan reguliere woningen. In de NeR zijn bedrijfswoningen benoemd als objecten waaraan een lager beschermingsniveau toekomt dan aan reguliere geurgevoelige objecten, zoals een ziekenhuis. Er zijn in het plangebied slechts weinig bedrijfswoningen aanwezig of beoogd. Derhalve wordt geconcludeerd dat geurhinder geen belemmering vormt.

In het bestemmingsplan wordt de geurbelasting van toekomstige bedrijven reeds aan banden gelegd door de opgenomen milieuzonering. De richtafstanden van de huidige geurrelevante bedrijvigheid op Nishoek en Korringaweg zijn reeds eerder aangegeven. Naar verwachting zullen nieuwe bedrijfsactiviteiten qua geurbelasting vergelijkbaar zijn met de aanwezige geurrelevante bedrijvigheid.

Conclusie

Geurhinder vormt geen belemmering voor de uitvoering van het bestemmingsplan.