direct naar inhoud van 7.2 Opzet van de regels van het projectbesluit
onherroepelijk
NL.IMRO.0693.PBPostkade171GDA-OH01

7.2 Opzet van de regels van het projectbesluit

In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die op 1 juli 2008 in werking is getreden, is de verplichting opgenomen om ruimtelijke plannen en besluiten digitaal vast te stellen. De digitaliseringsverplichting geldt sinds 1 januari 2010. Ook de Standaard voor vergelijkbare bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008) is vanaf die datum verplicht. De Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 maakt het mogelijk bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere dienstverlening en tot een effectievere en efficiëntere overheid.

Het juridisch bindend gedeelte van het projectbesluit bestaat uit regels en een bijbehorende verbeelding waarop de bestemming(en) is/zijn aangegeven.

Het projectbesluit kan zowel digitaal als analoog worden verbeeld. De verbeelding en de regels dienen in samenhang te worden bekeken.

De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:

  • 1. Inleidende regels (begripsbepalingen en wijze van meten);
  • 2. Bestemmingsregels;
  • 3. Algemene regels (o.a. afwijkingen);
  • 4. Overgangs- en slotregels.

7.2.1 Inleidende regels

Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Deze regels gelden voor het gehele projectgebied en bevatten:

• Begrippen (artikel 1)

In dit artikel zijn definities van de in de regels gebruikte begrippen opgenomen. Hiermee is een eenduidige interpretatie van deze begrippen vastgelegd.

• Wijze van meten (artikel 2)

Dit artikel geeft onder meer bepalingen waar mag worden gebouwd en hoe voorkomende eisen betreffende de maatvoering begrepen moeten worden.

7.2.2 Bestemmingsregels

Hoofdstuk 2 van de regels bevat de juridische vertaling van de bestemming die voorkomt in het plangebied. De regels zijn onderverdeeld in o.a.:

  • I. Bestemmingsomschrijving: omschrijving van de activiteiten die zijn toegestaan;
  • II. Bouwregels: eisen waaraan de bebouwing moet voldoen (bebouwingshoogte, bebouwingspercentage, etc.);
  • III. Specifieke gebruiksregels.

7.2.3 Algemene regels

Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Deze gelden voor het gehele plangebied. Dit hoofdstuk is opgebouwd uit:

Deze regel bepaalt dat er niet twee keer voor eenzelfde locatie een bouwplan kan worden ingediend;

In dit artikel worden de algemene gebruiksregels beschreven. Deze gebruiksregels gelden voor het hele plangebied;

Hierin wordt de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringzone - Molenbiotoop' beschreven.

Hierin worden algemene afwijkingsregels beschreven.

In dit artikel worden de overige regels beschreven. Deze afwijkingen gelden voor het hele plangebied.

7.2.4 Overgangs- en slotregels

In hoofdstuk 4 van de voorschriften staan de overgangs- en slotregels. In de overgangsregels is aangegeven wat de juridische consequenties zijn van bestaande situaties die in strijd zijn met dit projectbesluit.