Uitbreiding bedrijventerrein Melkweg

4.5 Externe veiligheid

Normstelling en beleid

Bij ruimtelijke plannen wordt in verband met externe veiligheid naar de volgende aspecten gekeken:

• bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
• vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken4 en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Onderzoek en conclusie

Uit informatie van de risicoatlassen (AVIV 2001, 2003), het ontwerpBesluit Transportroutes Externe Veiligheid (BTEV) en het bijbehorende Basisnet blijkt dat er in de omgeving van het plangebied geen gevaarlijke stoffen worden vervoerd over de weg, het spoor, het water of door buisleidingen.

Uit informatie van de provinciale risicokaart blijkt er in de omgeving van het plangebied één risicovol bedrijf aanwezig is. Het betreft de inrichting van Campina Bleskensgraaf aan de Dorpsstraat 18. Dit bedrijf is echter niet risicorelevant aangezien de PR 10-6-contour, vanwege een ammoniakkoelinstallatie, niet buiten het terrein van de inrichting is gelegen. Er is daarom ook geen sprake van een groepsrisico in de omgeving van de inrichting. Er wordt geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid de uitvoering van het plan niet in de weg staat.

• 4. Dat wil zeggen vierentwintig uur per dag en gedurende het gehele jaar.