direct naar inhoud van 4.4 Geluid
Plan: Bovenkerkseweg 66A-68 Giessenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP8009-vast

4.4 Geluid

De mate waarin het geluid, bijvoorbeeld veroorzaakt door het wegverkeer, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh en Bgh). De kern van de wet is dat geluidsgevoelige bestemmingen, worden beschermd tegen geluidhinder uit de omgeving ten gevolge van wegverkeer, spoorweg en industrie. De Wet geluidhinder kent de volgende geluidsgevoelige bestemmingen:

  • 1. woningen;
  • 2. onderwijsgebouwen (behoudens voorzieningen zoals een gymnastieklokaal);
  • 3. ziekenhuizen en verpleeghuizen en daarmee gelijk te stellen voorzieningen zoals verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken medische kleuterdagverblijven etc..

Het beschermen van bijvoorbeeld het woonmilieu gebeurd aan de hand van vastgestelde zoneringen. De belangrijkste geluidsbronnen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn industrielawaai, wegverkeerslawaai en spoorweglawaai.

Op grond van de Wgh bevinden zich langs alle wegen geluidszones, met uitzondering van woonerven en 30 km/h-wegen. Akoestisch onderzoek is dan verplicht voor “nieuwe situaties” ingevolge de Wgh. Bij de realisatie van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen binnen de geluidszone gezoneerde wegen is sprake van “nieuwe situaties”. De Bovenkerkseweg heeft een geluidszone van 200 meter. Dit betekent dat akoestisch onderzoek vanuit de Wgh verplicht is.

Om de geluidsbelasting als gevolg van het verkeer op beide wegen te berekenen is een akoestisch onderzoek uitgevoerd op basis van het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006 (RMG 2006). Uit dit onderzoek (Akoestisch onderzoek) blijkt dat de gevelbelasting op de nieuwe woningen ten gevolge van het verkeer op de Bovenkerkseweg meer dan 48 dB bedraagt en daarmee hoger is dan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder. De hoogst berekende waarde is 58 dB op de woning naast 66a. De gevelbelasting valt echter wel binnen de norm (58 dB voor woningen in buitenstedelijk gebied) waarvoor het college een hogere grenswaarde kan afgeven. Geconcludeerd kan worden dat sprake is van een aanvaardbaar geluidsniveau op de gevels mits voor de nieuw op te richten woning een hogere grenswaarde wordt verleend. Voor de nieuwe woning zijn vervolgens mogelijk aanvullende geluidswerende bouwkundige voorzieningen noodzakelijk. Met betrekking tot wegverkeerslawaai zijn er met inachtneming van het voorgaande geen belemmeringen die de uitvoering van het plan in de weg staan. Het volledige onderzoek is als bijlage opgenomen bij deze toelichting.