direct naar inhoud van 4.5 Luchtkwaliteit
Plan: Bovenkerkseweg 66A-68 Giessenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP8009-vast

4.5 Luchtkwaliteit

Beleid en normstelling

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in onderstaande tabel weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

stof
 
toetsing van   grenswaarde   geldig  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   40 µg / m3   vanaf 20151)  
fijn stof (PM10)1)   jaargemiddelde concentratie   40 µg / m3   vanaf 11 juni 20111)  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg / m3     vanaf 11 juni 20111)  

1) Tot deze periode gelden hogere grenswaarden vanwege een door de Europese Commissie verleende derogatie (7 april 2009) aan Nederland voor uitstel om te voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen.

Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden;
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft;
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert;
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht;
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden.

In het Besluit niet in betekenende mate (Bnibm) is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:

  • een project heeft een effect van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10 (= 1,2 µg / m3);
  • een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorie betreft onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

Onderzoek en conclusie

In het bestemmingsplan wordt een bestaand agrarisch bedrijf vervangen door 3 woningen. Het project valt ruimschoots binnen een categorie die is vrijgesteld van toetsing aan de Wlk (woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen). Gelet op het kleinschalige karakter van de ontwikkeling zal het project niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen. Er wordt dan ook voldaan aan de Wlk.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied onderzocht. Uit informatie van de zogenoemde Saneringstool blijkt dat in het plangebied reeds op dit moment ruimschoots voldaan wordt aan de grenswaarden uit de Wlk (voor en na derogatie). De luchtkwaliteit zal in de loop der jaren door beleidsmaatregelen en schonere auto's en technieken verder verbeteren. Het aspect luchtkwaliteit staat hierdoor de vaststelling van dit bestemmingsplan niet in de weg.