Plan: | Veerseweg Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0687.BPVPTVWO-VG01 |
het bestemmingsplan Veerseweg Oost met identificatienummer NL.IMRO.0687.BPVPTVWO-VG01 van de gemeente Middelburg.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en / of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
De Walcherse Archeologische Dienst (WAD) of een daaraan gelijkgesteld KNA (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie) gecertificeerd onderzoeksbureau.
Onderzoek dat uitgevoerd wordt conform de BRL 4000 en dat verricht wordt door een
onderzoeksbureau of instelling die beschikt over een geldig certificaat voor de gevraagde
KNA]protocollen.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
één of meer gebouwen en / of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming.
activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
een beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met uitzondering van detailhandel.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijde van de constructie in één of beide dakvlak(ken) zijn geplaatst.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps – of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor gebruik ter plaatse.
detailhandel in de volgende categorieën:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, de bestemming ingevolge het bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient als afscheiding van een erf of terrein en is geplaatst in of rondom een erf of terrein.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
een geluidscherm of geluidwal die naast een weg of spoorlijn wordt geplaatst om de geluidhinder te beperken voor mensen die erachter wonen of verblijven.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van telen van gewassen alsmede op het leveren van gewassen en andere goederen voor het inrichten van tuinen dan wel de aanleg en het onderhoud van tuinen voor derden, met dien verstande dat afzonderlijke detailhandel niet is inbegrepen.
de bewoning van een woning door één persoon, of door meerdere personen in de vorm van een vast samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur, waarbij per woning ten hoogste twee kamers mogen worden verhuurd voor bewoning aan in totaal twee personen.
constructie van een of meer hellende dakvlakken.
activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van landschap.
een asymmetrische dakvorm met één hellend dakvlak over (nagenoeg) de volledige breedte of diepte van een gebouw.
alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn maatvoeringsaanduidingen.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
De ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij, beschikkend over een geldig certificaat voor de gevraagde KNAprotocollen.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
Bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts-) voorzieningen zoals:
een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken
de huisvesting van personen die zelfstandig, of nagenoeg zelfstandig dan wel onder geringe en vrijblijvende begeleiding plaatsvindt.
Een woning die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan twee zijden aan de op de aangrenzende bouwpercelen gelegen hoofdgebouwen is gebouwd, met uitzondering van hoekwoningen.
woningen waarvan de hoofdgebouwen door middel van bijbehorend bouwwerken met elkaar zijn verbonden en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd met uitzondering van hoekwoningen.
een woning die deel uitmaakt van een blok van twee woningen, waarvan het hoofdgebouw of het bijbehorend bouwwerk aan één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw of het bijbehorend bouwwerk is gebouwd.
een woning die los staat van de zijdelingse bouwperceelsgrenzen.
een complex van ruimten, dat uitsluitend is bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en / of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en / of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouwen zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte / inhoud | |
1 | bedrijfsgebouwen en overkappingen | zie aanduiding | zie aanduiding | zie in de kolom bestaande oppervlakte in bijlage 2 |
2 | terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied | 1 m | ||
3 | overige terreinafscheidingen | 2 m | ||
4 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
2 m |
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2, onder 3 voor het vergroten van de oppervlakte van gebouwen en overkappingen binnen het bestemmingsvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder e voor het bouwen van een gebouw of overkapping binnen een afstand van 40 meter tot de bestemming Verkeer, met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden worden uitsluitend gebouwd:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte / inhoud | ||||
a. | nutsvoorzieningen | niet bepaald | 3 m | 15 m² | |||
b. | lichtmasten | niet van toepassing | 9 m | niet van toepassing | |||
c. | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | niet van toepassing | 3 m | niet van toepassing |
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, uitgezonderd overkappingen.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte / inhoud | ||||
a. | erfafscheidingen | - | 1 m | - | |||
b. | lichtmasten | - | 9 m | - | |||
c. | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m | - |
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden worden uitsluitend gebouwd:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte / inhoud | ||||
a. | nutsvoorzieningen | - | 3 m | 15 m² | |||
b. | lichtmasten | - | 9 m | - | |||
c. | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 9 m |
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden worden gebouwd:
De bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde bedraagt ten hoogste 1 m.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen worden gebouwd:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte | |||||
1. | bouwwerken; binnen een bouwvlak | niet geregeld | zie maatvoerings aanduiding | 100% van het bouwvlak | ||||
2. | bijbehorend bouwwerken, bijgebouwen en overkappingen; buiten een bouwvlak | 3,3 m | 4,5 m | - binnen een afstand tot en met 4,5 m achter de achterste grens van een bouwvlak: 100% van de betreffende gronden; - op een afstand vanaf 4,5 m achter de achterste grens van een bouwvlak 50% van de betreffende gronden met een maximum van: * 40 m² per bouwperceel * 100 m² per bouwperceel, in geval de oppervlakte daarvan ten minste 900 m² bedraagt. |
||||
3 | geprojecteerde geluidwerende voorzieningen als bedoeld in lid 8.2.2 onder b | 3 m inclusief een eventuele grondwal daaronder | ||||||
4 | tuinmuren die zijn aangeduid in bijlage 1 van deze regels | 1,7 m | ||||||
5. | erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | - | 1 m |
- | ||||
6. | overige erfafscheidingen | 2 m | ||||||
7. | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m | 10 m² |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning nadere eisen te stellen omtrent de situering van voorgevels van woningen om een afwisselend bebouwingsbeeld met verspringende rooilijnen te bewerkstelligen, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning nadere eisen te stellen omtrent de situering en de goothoogte van een bijgebouw, indien de afstand tot de bouwperceelgrens over een lengte van meer dan 2,5 m minder dan 1 m bedraagt, teneinde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweeg brengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen en / of in de licht- en luchttoetreding van de aangrenzende bebouwing, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.3 sub c onder 2 om een hogere bouwhoogte van bijgebouwen te kunnen toestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.3. sub c ten einde een hogere erfafscheiding grenzend aan het openbaar gebied toe te staan, met inachtneming van de volgende regels:
De voor Waarde - Archeologie 3A aangewezen gronden - bij wijze van dubbelbestemming - bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en / of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 9.3.1 is niet van toepassing, indien:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 9.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3A' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, bouwwerken te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 9.4.1 is niet van toepassing indien:
Een omgevingsvergunning, zoals in lid 9.4.1 bedoeld, kan slechts worden verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsvlak met de in lid 9.2 genoemde bestemming verwijderen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van het bestemmingsvlak met de in lid 9.2 genoemde bestemming veranderen, met inachtneming van de volgende regels:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels uitsluitend worden overschreden door:
Binnen de aanduiding 'Geluidzone - Industrie' geldt dat nieuwe geluidgevoelige objecten niet zijn toegestaan, behoudens voor zover hogere waarden zijn verleend op grond van de Wet geluidhinder.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' wordt geen bebouwing opgericht met een hoogte die meer bedraagt dan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.1 indien:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen bedragen echter niet meer dan 3 m en het bestemmingsvlak wordt met niet meer dan 10% vergroot.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor wonen is slechts toegestaan indien op het bouwperceel voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn die duurzaam in stand worden gehouden. Onder voldoende parkeerplaatsen wordt verstaan ten minste 1 opstelvak / parkeerplaats per woning, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning nadere eisen te stellen omtrent de situering en maatvoering van een parkeervoorziening, ten behoeve van een samenhangend straatbeeld, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Veerseweg Oost'.