Plan: | Schotelweg 2, 6, 8 en ongenummerd te Middelburg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0687.BPNOWSCHWEG-VG01 |
1.1 het plan
het bestemmingsplan 'Schotelweg 2, 6, 8 en ongenummerd te Middelburg' met identificatienummer NL.IMRO.0687.BPNOWSCHWEG-VG01 van de gemeente Middelburg.
1.2 het bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteit
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde prostitutie, die door een bewoner op kleine schaal in of bij een woning wordt uitgeoefend, bed & breakfast daaronder begrepen, waarbij de woning haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
1.6 archeologisch deskundige
de Walcherse Archeologische Dienst (WAD) of een daaraan gelijkgesteld KNA (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie) gecertificeerd onderzoeksbureau.
1.7 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.8 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.9 bed en breakfast
een kleinschalige verblijfsvoorziening in of bij een woning, gericht op het verstrekken van een toeristisch en kortdurend recreatief verblijf, al dan niet in combinatie met het serveren van ontbijt.
1.10 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.11 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.12 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.13 bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.14 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.15 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.16 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.17 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.18 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.19 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
1.20 bouwwerk, geen gebouw zijnde
een bouwwerk als bedoeld in artikel 1.19, niet zijnde een gebouw.
1.21 deskundige
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening.
1.22 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.23 erfafscheiding
bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient als afscheiding van een erf of terrein en is geplaatst op of rondom een erf of terrein.
1.24 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.25 hoofdgebouw
een gebouw of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.26 huishouden
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen, die in een vast verband samenleven en duurzaam een gemeenschappelijke huishouding voeren, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
1.27 maatvoeringsaanduiding
alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik.
1.28 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.29 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
1.30 passend in het straat- en bebouwingbeeld
1.31 peil
1.32 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.33 verbeelding
de verbeelding (plankaart) van het bestemmingsplan 'Schotelweg 2, 6, 8 en ongenummerd te Middelburg'.
1.34 voorgevel
het meest naar de wegzijde gekeerde deel van een hoofdgebouw.
1.35 woning
een complex van ruimtes, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, dan wel voor de huisvesting van maximaal twee personen die geen gezamenlijk huishouden voeren.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstanden
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2 bebouwd oppervlak
het bebouwd oppervlak van een bouwperceel of een ander terrein wordt bepaald door de oppervlakten van alle op een terrein gelegen bouwwerken bij elkaar op te tellen.
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
2.5 dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.6 goot(- of boeibord)hoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, hellende dakvlakken, topgevels, dakkapellen – voor zover deze minder dan 50% van de breedte van het dakvlak beslaan – en lift-opbouwen daar niet onder begrepen.
2.7 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en / of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.8 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.9 vloeroppervlakte
op de vloer tussen de binnenzijden van de gevelmuren en/of gemeenschappelijke scheidingsmuren.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' uitsluitend bestemd voor nutsvoorzieningen.
Op deze gronden mogen worden gebouwd:
De bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter en de oppervlakte maximaal 20 m².
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen worden gebouwd:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |
a. | erf- en terreinafscheidingen tussen (het verlengde van) de voorgevel van een hoofdgebouw en de openbare weg | 1 m |
b. | erf- en terreinafscheidingen elders | 2 m |
c. | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 sub c teneinde overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toe te staan met een hoogte van meer dan 3 meter, met inachtneming van de volgende regels:
Aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 4.3.1 wordt slechts toepassing gegeven indien:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen worden gebouwd:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte | |
1. | hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken binnen het bouwvlak | zie maatvoerings-aanduiding | zie maatvoerings-aanduiding | 100% van het bouwvlak |
2. | bijbehorend bouwwerken op gronden met de aanduiding 'erf' |
3 m |
4,5 m | maximaal 40% bebouwd, met een maximum van 40 m² aan bijbehorende bouwwerken per bouwperceel |
3. | Erf- en terreinafscheidingen tussen (het verlengde van) de voorgevel van een hoofdgebouw en de openbare weg | - | 1 m |
- |
4. | erf- en terreinafscheidingen elders | - | 2 m | - |
5. | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
De in artikel 5.3.1 bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en gronden in verband met calamiteiten.
Uitoefening van aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten in of bij een woning is toegestaan met inachtneming van de volgende regels:
Bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken is niet toegestaan.
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische verwachtingswaarden.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van artikel 6.3.1 is niet van toepassing, indien:
De werken en werkzaamheden, zoals in artikel 6.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders , bouwwerken te slopen.
Het verbod als bedoeld in artikel 6.4.1 is niet van toepassing indien:
Een omgevingsvergunning voor slopen, zoals in artikel 6.4.1 bedoeld, kan slechts worden verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsvlak verwijderen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van het bestemmingsvlak veranderen, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Waarde - Beschermd Stadsgezicht' aangewezen gronden zijn – bij wijze van dubbelbestemming – mede bestemd voor beschermd stadsgezicht en daarmee voor het behoud en/of herstel van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische, (historische-)stedenbouwkundige en (historisch-)architectonische waarden in verband met de ligging binnen het beschermd stadsgezicht Noordweg (zoals bedoeld in de Erfgoedwet).
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals in artikel 7.2.1 bedoeld is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden, zoals in artikel 7.2.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige schade wordt toegebracht aan dan wel herstel is verzekerd van het historisch en ruimtelijk karakter van het beschermd stadsgezicht en nadat de monumentencommissie om advies is gevraagd.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels uitsluitend worden overschreden door:
Bij de uitoefening van de bevoegdheid tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit geldt de regel dat voldoende parkeergelegenheid voor auto's wordt gerealiseerd, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 9.3.1, indien:
Aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 9.3.1 wordt slechts toepassing gegeven indien:
Het is verboden de in de dit plan begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming. Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
De gronden zoals aangewezen in de bestemmingen mogen slechts worden gebruikt onder de voorwaarden dat voldoende parkeergelegenheid voor auto's wordt gerealiseerd, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 10.2.1, indien:
Aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 10.2.2 wordt slechts toepassing gegeven indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – voorwaardelijke verplichting' mag met de sloop en bouw niet worden aangevangen, zonder dat is onderzocht of realisatie van de bestemming leidt tot verstoring en/of vernietiging/doding van door de Wet natuurbescherming beschermde planten- en diersoorten en, indien het laatste het geval is, of er ten behoeve van dit plan voor deze handeling een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming noodzakelijk is en deze kan worden verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen bedragen echter niet meer dan 3 m en het bestemmingsvlak wordt met niet meer dan 10% vergroot.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Schotelweg 2, 6, 8 en ongenummerd te Middelburg'.