direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: "IJsseldijk-Noord 2005, vijfde herziening" van de gemeente Ouderkerk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0644.BP1221YN005-VG01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarische bedrijvigheid in de vorm van grondgebonden agrarische bedrijven;
  • b. extensief recreatief medegebruik;

met de daarbij behorende:

  • c. erftoegangswegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • d. watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen en beplanting ten behoeve van een goede landschappelijke inpassing;
  • f. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

met dien verstande dat:

  • g. intensieve veehouderij niet is toegestaan, behoudens bestaande intensieve veehouderij als nevenactiviteit.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

3.2.1 Algemeen
  • a. bebouwing is uitsluitend binnen een bouwvlak toegestaan;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kuilvoer' is kuilvoeropslag buiten het bouwvlak toegestaan;
  • c. per bouwvlak is bebouwing ten behoeve van ten hoogste één bedrijf toegestaan.
3.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfsgebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden opgericht;
  • b. de maximale goothoogte bedraagt 6 meter;
3.2.3 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. per bedrijf is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. bedrijfswoningen dienen binnen een bouwvlak te worden opgericht;
  • c. de maximale goothoogte bedraagt 6 meter;
3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen binnen het bouwvlak te worden opgericht, uitgezonderd kuilvoeropslag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kuilvoer';
  • b. de maximale hoogte voor silo's en hooibergen bedraagt 15 meter;
  • c. de maximale hoogte voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 3 meter.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de milieuhygiënische situatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de ecologische, natuurlijke, landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden;
  • d. de bebouwingskarakteristiek van de omgeving;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bestemmingen;
  • f. karakteristieke bebouwing.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:

  • a. het bepaalde in artikel 3.2.4 onder b voor de hoogte van silo's en hooibergen tot ten hoogste 25 meter, indien dit voor de agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk is;
3.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Een afwijking als bedoeld in artikel 3.4.1 is uitsluitend toegestaan als:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden en bestemmingen niet onevenredig worden belemmerd;
  • b. er sprake is van een milieuhygiënisch aanvaardbare situatie.