Plan: | Dwarstocht |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00031-0004 |
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, LPG en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen. De risico's worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico, waarbij in de normering onderscheid wordt gemaakt in bestaande en toekomstige situaties.
Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans dat iemand komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Hierbij wordt verondersteld dat een (fictieve) persoon zich gedurende 24 uur per dag gedurende een heel jaar, onbeschermd op een plaats bevindt. Het plaatsgebonden risico kan worden weergegeven door een lijn op een kaart die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt (de zogeheten risicocontour).
Voor kwetsbare objecten geldt een maximale toelaatbare overlijdenskans van 1 op een miljoen (10-6 risicocontour). Dit betekent dat bij nieuwe situaties de grenswaarde wordt overschreden als zich woningen of andere kwetsbare objecten tussen de 10-6 risicocontour en de inrichting, transportroute of buisleiding bevinden.
Voor (beperkt) kwetsbare objecten geldt de 10-6 contour als richtlijn. Dit betekent dat bij voorkeur geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten binnen deze contour opgericht worden. Een gemeente kan hier gemotiveerd van afwijken en besluiten om toch aan de realisatie van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten binnen deze contour mee te werken.
Groepsrisico
Het groepsrisico (GR) is een maat voor de kans dat meerdere personen gelijktijdig overlijden als direct gevolg van één ongeval met gevaarlijke stoffen. De hoogte van het groepsrisico hangt af van de kans op een ongeval, het effect van het ongeval en het aantal aanwezige personen binnen het invloedsgebied (de afstand tot waar nog dodelijke slachtoffers vallen). Het groepsrisico is niet ruimtelijk weer te geven met contouren maar wordt uitgedrukt in een grafiek waarin de groepsgrootte van aantallen slachtoffers wordt uitgezet tegen de cumulatieve kans dat een dergelijke groep slachtoffer wordt van een ongeval: de Fn-curve.
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is op 27 oktober 2004 van kracht geworden. Het Bevi legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten een inrichting. Het gaat daarbij onder meer om bedrijven die onder het BRZO vallen, zoals LPG-tankstations, opslagplaatsen (PGS), ammoniakkoelinstallaties en spoorwegemplacementen. Op grond van het Bevi zijn in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) voor een aantal bedrijfscategorieën (LPG-tankstations, ammoniakkoelinstallaties, opslagplaatsen) vaste veiligheidsafstanden opgenomen.
In het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen. Op het naastgelegen bedrijventerrein Zoeterhage bevinden zich de bedrijven Avandis en Van Uden. Door het bedrijf Van Uden worden alcoholhoudende producten opgeslagen en door het bedrijf Avandis worden alcoholhoudende gemaakt en gebotteld. Deze bedrijven vallen niet onder het Bevi.
Het plangebied ligt niet in de plaatsgebonden risicocontour van bedrijven. Ook het invloedsgebied van andere bedrijven reikt niet tot in het plangebied. Dit bestemmingsplan maakt geen risicovolle inrichtingen mogelijk.
Externe veiligheid bij vervoer van gevaarlijke stoffen is vooralsnog vastgelegd in de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen.
Alle rijkswegen en de meeste provinciale wegen zijn aangewezen als route voor gevaarlijke stoffen. Gemeenten mogen voor de zogenaamde routeplichtige stoffen gemeentelijke wegen binnen hun grenzen aanwijzen waarover deze gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd. De gemeente Zoetermeer heeft een dergelijke route gevaarlijke stoffen niet vastgesteld wat tot gevolg heeft dat het vervoer van gevaarlijke stoffen in principe altijd via de snelste weg moet gebeuren.
Gezien de nabijheid van de bedrijven Van Uden en Avandis is er voor de Oostweg een RBM II berekening uitgevoerd. Uit deze berekeningen komt naar voren dat het plaatsgebonden risico geen ruimtelijke belemmeringen heeft. Ook ligt het groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarde. Ter hoogte van Avandis is het groepsrisico zelfs nog lager omdat vanaf de rotonde geen LPG (GF3) wordt vervoerd, maar alleen LF2 stoffen. Het vervoer van gevaarlijke stoffen levert geen belemmeringen op voor dit bestemmingsplan.
Er is in de nabijheid van het plan geen vaarweg dan wel spoorweg waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaats vindt.
Nabij het plangebied zijn geen buisleidingen gelegen met een druk hoger dan 16 bar. Er is aldus geen sprake van belemmeringen voor dit bestemmingsplan.
Binnen het plangebied vindt geen opslag van vuurwerk plaats. Nieuwe locaties voor vuurwerkopslag- en verkoop kunnen, mits dit milieuhygiënisch verantwoord is, gerealiseerd worden na aanvraag van een omgevingsvergunning voor afwijking van het gebruik.