direct naar inhoud van 5.8 Natuurwaarden
Plan: Dwarstocht
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00031-0004

5.8 Natuurwaarden

Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Deze wet biedt een integraal wettelijk kader voor de bescherming van dier- en plantensoorten. Met deze wet is het soorten beschermingsbeleid van de Europese Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving verwerkt. De Flora- en faunawet kent geen koppeling met het Ruimtelijke Ordeningsbeleid. Dat doet niet af aan het feit dat bezien moet worden of de Flora- en faunawet de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in de weg staat.

Wanneer er een redelijk vermoeden bestaat dat zich als gevolg van nieuwe planontwikkelingen wijzigingen kunnen voordoen met betrekking tot de beschermde planten- en diersoorten in het plangebied dan dient onderzoek plaats te vinden naar de aanwezigheid en het effect op deze beschermde soorten.

Onderhavig bestemmingsplan is conserverend van aard en maakt geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen mogelijk. Dit houdt in dat er geen wijzigingen plaatsvinden met betrekking tot flora en fauna.

Quickscan Dwarstocht

Ten behoeve van het bestemmingsplan Dwarstocht is een quickscan Dwarstocht uitgevoerd. Deze quickscan is bijgevoegd in Bijlage 1. In onderstaande zijn de resultaten van het onderzoek genoemd.

Flora

Het braakliggende terrein aan de Heemkade/Galvanistraat heeft geen beschermde plantensoorten opgeleverd. Gelet op de omstandigheden, met overwegend recent verstoorde grond, worden deze hier op korte termijn ook niet verwacht.

Vogels

Er zijn geen nesten van jaarrond beschermde roofvogels aangetroffen. Met name de coniferenrij langs de palletopslag vormt een prima rustplaats voor Ransuilen, al doet veelvuldige betreding van het terrein overdag deze functionaliteit vermoedelijk teniet. Er zijn geen Ransuilen in het terrein gehoord of gezien dus momenteel is vrijwel zeker geen sprake van een broedplaats in het terrein. In de bosstrook tussen Oostweg en Heemkade bevonden zich op 20 juni twee nachtelijk zingende Bosrietzangers Acrocephalus palustris. Daarnaast wordt de bosstrook die het gebied omringd vermoedelijk gebruikt als broedplaats door andere zangvogels, zoals Winterkoning Troglodytes troglodytes, Merel Turdus merula en Tjiftjaf Phylloscopus collybita. In het vlakke deel was een territorium van Kievit Vanellus vanellus aanwezig.

Vleermuizen

In de avond van 20 juni zijn enkele foeragerende exemplaren van de Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus waargenomen, een gebouwbewonende soort. De spaarzame bebouwing in het terrein voldoet niet als verblijfplaats voor deze soort. Vaste rust- of verblijfplaatsen van vleermuizen in bomen zijn op deze plaats niet te verwachten vanwege het ontbreken van geschikte boomholtes, de geïsoleerde ligging en openheid van de omgeving.

Amfibieën

In het terrein zijn geen exemplaren van de Rugstreeppad Bufo calamita, het enige strikt beschermde amfibie in deze omgeving, aangetroffen. Deze soort is wel aangetroffen in het terrein direct ten oosten van de locatie en vestiging is mogelijk zodra zich door graafwerkzaamheden voor deze soort geschikte situaties voordoen.

Conclusies en aanbevelingen

Gelet op het ontbreken van beschermde vaste rust- of verblijfplaatsen van soorten uit de bijlagen tabel 2 of tabel 3 van de Flora- en faunawet, hoeft geen ontheffing ex artikel 75 te worden aangevraagd voor ruimtelijke ontwikkeling van het onderzochte gebied onder de huidige condities. Vanwege de vestigingskans voor de wettelijk beschermde Rugstreeppad vanuit naastgelegen terrein, dient men voorafgaande aan graafwerkzaamheden wel maatregelen te treffen om ongewilde vestiging tegen te gaan.

Vanwege het aanwezig zijn van broedende vogels in de bosstroken en ruigte moeten maai- en rooiwerkzaamheden plaatsvinden in de periode 1 oktober – 1 maart. Maatregelen om vestiging van Rugstreeppad in bouwterrein te voorkomen dienen te bestaan uit het plaatsen van paddenwerend scherm rond het terrein voorafgaand aan werkzaamheden, het onderhouden van dit scherm, en het tegengaan van de vorming van ondiepe waterplassen. Daarnaast is het raadzaam het terrein zo nu en dan te controleren op aanwezigheid van Rugstreeppadden op het moment dat er gewerkt wordt.