Plan: | Kwadrant/Van Tuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00027-0004 |
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag, en vervoer van gevaarlijke stoffen (zoals vuurwerk, lpg, en munitie) over weg, water en spoor en door buisleidingen.
Inrichtingen in en in de omgeving van het plangebied kunnen knelpunten met betrekking tot de externe veiligheid veroorzaken, zowel voor het plaatsgebonden risico als het groepsrisico. De bedrijven die relevant zijn, dienen te voldoen aan de eisen die staan vermeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi).
Inrichtingen die vallen onder het Bevi
In het plangebied liggen geen Bevi-inrichtingen. Wel ligt in de directe nabijheid van het plangebied één bedrijf dat valt onder het Bevi. Dit is het LPG-tankstation aan de Oostweg 99. De PR-contour en het invloedsgebied van het tankstation liggen deels binnen het plangebied. Voor LPG-tankstations zijn in de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen (Revi) afstanden opgenomen voor het plaatsgebonden risico. Deze afstanden zijn afhankelijk van de jaarlijkse doorzet LPG. Genoemde afstanden zijn in onderstaande tabel opgenomen. Het invloedsgebied voor het groepsrisico is 150 meter.
Doorzet per jaar | 10-6 contour | 10-5 contour | afstand vanaf afleverzuil | ||
vanaf 1000 m3 en meer | 110 m | 25 m | 15 m | ||
tot 1000 m3 | 45 m | 25 m | 15 m |
Tabel 5.3: PR afstanden LPG uit Regeling externe veiligheid inrichtingen
De doorzet van de verkoop van LPG op deze locatie is beperkt in de milieuvergunning tot 1000 m3 per jaar. Op grond hiervan is de contour van het plaatsgebonden risico 45 meter. Deze contour is, voor zover deze ligt binnen het plangebied, opgenomen op de plankaart. Binnen deze 10-6 contour zijn geen kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten gesitueerd of geprojecteerd.
Behalve het Plaatsgebonden Risico is het Groepsrisico (GR) relevant. Voor het bepalen van het Groepsrisico is het invloedsgebied van belang. Het invloedsgebied is het gebied dat binnen 150 meter ligt van het vulpunt van het tankstation of het ondergrondse LPG-reservoir. Er is nader onderzoek gedaan naar het groepsrisico. Er is een berekening uitgevoerd met de LPG-rekentool (zie Bijlage 1 van deze plantoelichting). Blijkens deze berekening is het groepsrisico 0,039 van de oriëntatiewaarde. Dit betekent dat het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde is. Binnen het invloedsgebied van het bedrijf vinden in het kader van externe veiligheid geen relevante nieuwe ontwikkelingen plaats en daarmee dus geen verhoging van het groepsrisico. Gelet op het voorgaande is er geen sprake van een belemmering voor dit bestemmingsplan.
In het plangebied is het bedrijf Insituform (Chroomstraat 91) gevestigd. Op grond van de aanvraag bij de huidige milieuvergunning zou het bedrijf onder het Bevi vallen. De feitelijke situatie ter plaatse is dat het bedrijf niet valt onder het Bevi. Op dit moment heeft Insituform een aanvraag ingediend voor een revisievergunning. Op basis van deze aanvraag valt het bedrijf niet onder het Bevi. Gelet op de feitelijke situatie en de aangevraagde vergunning is besloten in dit bestemmingsplan ter plaatse van het bedrijf geen Bevi-inrichtingen toe te staan.
Windturbines
Binnen het plangebied bevinden zich vier windturbines, drie windturbines met een masthoogte van 80 meter (ten zuiden van de A12) en één windturbine met een masthoogte van 120 meter (ten noorden van de A12). Windturbines zijn geen bevi-inrichtingen maar vallen sinds 1 januari 2011 onder het Activitieitenbesluit. Op grond van het Activiteitenbesluit mag het plaatsgebonden risico als gevolg van een windturbine voor kwetsbare objecten niet hoger zijn dan 10-6/jaar en voor beperkt kwetsbare objecten niet hoger dan 10-5/jaar. Bij het bepalen van de contouren van het plaatsgebonden risico kan gebruik worden gemaakt van het Handboek Risicozonering Windturbines uit 2005 (Senternovem). De omvang van de PR 10-6-contour en PR 10-5-contour is volgens dit Handboek afhankelijk van het vermogen van de windturbine. De windturbines op Lansinghage hebben elk een maximaal vermogen van 3 MW en de windtubine van Siemens heeft een maximaal vermogen van 1,5 MW. Voor windturbines met een vermogen van 3MW bedragen de PR 10-6-contour en PR10-5-contour volgens het Handboek respectievelijk 162 en 48 meter. Voor windturbines met een vermogen van 1,5 MW bedragen de PR 10-6-contour en PR 10-5-contour volgens het Handboek respectievelijk 131 en 34 meter.
Op de verbeelding zijn de PR 10-6-contour voor kwetsbare objecten en de PR 10-5-contour voor beperkt kwetsbare objecten opgenomen door middel van de aanduiding 'veiligheidszone - windturbine 2' en veiligheidszone - windturbine 1'. Binnen de PR 10-6-contour zijn geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan. Binnen de PR 10-5-contour zijn geen nieuwe beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Transport per weg
Het plangebied ligt in het invloedsgebied van 200 meter van de A12 en de N470. De N209 ligt op meer dan 200 meter van het plangebied. Op deze afstand zijn er geen risico's voor het plangebied te verwachten. Deze weg wordt dan ook verder buiten beschouwing gelaten.
Vanwege de aanwezigheid van de transportroute gevaarlijke stoffen rijksweg A12 is de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' uit 2010 van toepassing op dit bestemmingsplan. De rijksweg doorkruist het plangebied. Over deze route worden brandbare vloeistoffen, brandbare gassen en giftige vloeistoffen vervoerd. Naar aanleiding van het ontwerpbestemmingsplan Rokkeveen is een kwantitatieve risicoanalyse gemaakt voor de transportroute gevaarlijke stoffen A12 (zie Bijlage 2 van deze plantoelichting). Uit deze berekening blijkt dat het groepsrisico in de huidige situatie op 0,22 maal de oriënterende waarde ligt. Het groepsrisico zal in de toekomstige situatie toenemen met 0,45 tot 0,67 ten opzichte van de oriënterende waarde. De toename van het groepsrisico in de toekomst wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de toename van LPG-transporten op de A12. Voor deze toename geldt dat de oriënterende waarde niet wordt overschreden. Aangezien het bestemmingsplan niet voorziet in nieuwe ontwikkelingen binnen het invloedsgebied van de rijksweg A12, zal het groepsrisico niet verder toenemen. Uit de circulaire blijkt dat de rijksweg A12 een veiligheidszone (plaatsgebonden risicocontour met een kans van 10-6 per jaar) heeft die op het hart van de openbare weg ligt ( 0 meter). Binnen deze afstand liggen geen kwetsbare danwel beperkt kwetsbare objecten. Daarmee levert de rijksweg geen belemmeringen op voor dit bestemmingsplan.
Gemeenten mogen voor de zogenaamde routeplichtige stoffen gemeentelijke wegen binnen hun grenzen aanwijzen waarover deze gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd. De gemeente Zoetermeer heeft een dergelijke route gevaarlijke stoffen niet vastgesteld wat tot gevolg heeft dat het vervoer van gevaarlijke stoffen in principe altijd via de snelste weg moet plaatsvinden. Gelet op de aanwezigheid van het LPG-tankstation aan de Oostweg en de bedrijven op Lansinghage en op de bedrijventerrein Brinkhage, Rokkehage, Hoornerhage en Zoeterhage is een risicoberekening gemaakt van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Oostweg. De risicoberekeniingen voor het gedeelte van de Oostweg ten noorden van de A12 zijn opgenomen in het rapport "Oostweg - Avandis - Zoetermeer" van februari 2012 (zie Bijlage 3 van deze toelichting). Uit de berekening blijkt dat het plaatsgebonden risico geen belemmering vormt voor ruimtelijke ontwikkelingen. Het groepsrisico van dit deel van de Oostweg is ruim onder de oriëntatiewaarde.
De resultaten van deze risicoberekeningen voor het gedeelte van de Oostweg ten zuiden van de A12 zijn opgenomen in het raport "Oostweg-Zuid - Zoetermeer" van maart 2012 (zie Bijlage 4 van de toelichting). Uit de berekening blijkt dat het plaatsgebonden risico geen belemmering vormt voor ruimtelijke ontwikkelingen. Het groepsrisico van de Oostweg is ruim onder de oriëntatiewaarde.
Uit het voorgaande volgt dat het transport van gevaarlijke stoffen over de A12 en de Oostweg geen belemmering vormt voor dit bestemmingsplan.
Transport per spoor
In de buurt van het plangebied zijn twee spoorwegen aanwezig, te weten de spoorlijn Den Haag - Gouda en de Hoge Snelheidslijn. Over beide spoorlijnen worden geen gevaarlijke stoffen vervoerd, waardoor het transport van gevaarlijke stoffen per spoor buiten beschouwing kan blijven.
Transport over water
Er zijn geen vaarwegen in of in de buurt van het bestemmingsplan. Hierdoor is het transport van gevaarlijke stoffen over het water niet relevant.
Voor het aspect externe veiligheid zijn een aantal buisleidingen die liggen in het plangebied relevant. Het gaat om drie aardgastranportleidingen, één buisleiding voor de tranport van CO2 en één buisleiding voor de transport van kerosine. In onderstaande tabel zijn de gegevens van deze buisleidingen opgenomen:
De PR-contour van de drie hogedruk aardgastransportleidingen bedraagt 0 meter. Het invloedsgebied van de leidingen is respectievelijk 95 meter (leiding met het deel 006 t/m 008), 140 meter (leiding met het deel 001 t/m 004) en 200 meter (leiding met het deel 025 t/m 029). Binnen het invloedsgebied van deze leidingen zijn geen nieuwe ontwikkelingen voorzien.
Daarnaast is er in het bestemmingsplan een buisleiding voor de transport van CO2 aanwezig. Voor deze leiding is door de gemeente Zoetermeer een vrijwillige m.e.r.-beoordeling opgesteld. De conclusie van de concept vrijwillige m.e.r.-beoordeling is dat er geen bijzondere nadelige gevolgen voor het milieu te verwachten zijn. Het opstellen van een milieueffectrapport is niet noodzakelijk (zie Bijlage 5).
De leiding ligt ter plaatse van de kruising met de A12 bovengronds. Voor het overige deel ligt de leiding ondergronds. Voor het ondergrondse deel van de leiding geldt een PR-contour van 0 meter. Ook het invloedsgebied bedraagt maximaal 5 meter. Hiermee blijven de effecten van het ondergrondse deel van de CO2-leiding binnen de belemmeringenstrook van vijf meter. Voor het bovengrondse deel van de leiding is de PR-contour 15 meter. Hiervoor is een veiligheidszone opgenomen op de plankaart. Het invloedsgebied bedraagt volgens het RIVM 450 meter. Als reactie op de m.e.r.-beoordeling heeft OCAP ook een berekening aangeleverd voor het bovengrondse deel van de leiding. Volgens deze berekening bedraagt het invloedsgebied 675 meter. In een brief van 16 januari 2013 geeft het RIVM een reactie op deze berekening dat de verschillen tussen de berekeningen van het RIVM en OCAP verklaarbaar zijn. Het RIVM ziet echter, zonder een waardeoordeel te geven over de bereking van OCAP, geen aanleiding zijn eigen berekening te herzien (zie Bijlage 6). Binnen het invloedsgebied van de leiding zijn geen nieuwe ontwikkelingen voorzien in dit bestemmingsplan.
Als laatste is er in het bestemmingsplan een buisleiding aanwezig waar kerosine (K2-vloeistof) door wordt getransporteerd. Het RIVM heeft voor het transport van brandbare vloeistoffen in 2006 een rapport openbaar gemaakt met het kenmerk 620120001/2006 'Risicoanalyse voor buisleidingen met brandbare vloeistoffen.' Hierin is geconcludeerd dat het PR10-6 contour voor alle druk/diameter combinaties van K2- en K3 stoffen op minder dan vijf meter van de leiding liggen. Het groepsrisico is bij K2- en K3-leidingen beperkt. Zo zal bij een dichtheid tot 100 personen per hectare 0,1 maal de oriëntatiewaarde voor transport niet worden gehaald.
De opslag van vuurwerk valt niet onder het toepassingsgebied van het Bevi, maar van het Vuurwerkbesluit. Binnen het plangebied bevindt zich één bedrijf (aan de Cobaltstraat 1) met opslag van consumentenvuurwerk. Op grond van een in 2009 verleende milieuvergunning mag het bedrijf maximaal tot 10.000 kg opslaan. Als gevolg van de wijziging van het Vuurwerkbesluit in 2012 is voor de opslag tot 10.000 kg vuurwerk geen milieuvergunning meer nodig. Het bedrijf valt nu onder meldingsplicht van het Vuuwerkbesluit.
Op grond van het Vuurwerkbesluit gelden voor de opslag van vuurwerk en munitie veiligheidsafstanden. Bepalend hierbij is niet het risico (kans x effect), maar uitsluitend het effect. Voor de opslagplaats aan de Cobaltstraat 1 geldt een veiligheidsafstand van 8 meter. Binnen deze afstand zijn geen gevoelige functies gelegen.
Uit het voorgaande volgt dat externe veiligheid geen belemmering vormt voor de uitvoering van dit bestemmingsplan.