Plan: | Kwadrant/Van Tuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00027-0004 |
Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Deze wet biedt een integraal wettelijk kader voor de bescherming van dier- en plantensoorten. Met deze wet is het soorten beschermingsbeleid van de Europese Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving verwerkt. De Flora- en faunawet kent geen koppeling met het Ruimtelijke Ordeningsbeleid. Dat doet niet af aan het feit dat bezien moet worden of de Flora- en faunawet de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in de weg staat. Dit brengt met zich mee dat, als er een redelijk vermoeden bestaat dat beschermde planten- en diersoorten in het plangebied kunnen voorkomen in het kader van de planprocedure onderzoek moet worden gedaan naar de aanwezigheid van deze soorten (ABRvS, 23 februari 2005, Leeuwarden).
In het kader van het ontwerpbestemmingsplan is een onderzoek gedaan naar flora en fauna voor de ontwikkelingen ten aanzien van de braakliggende bedrijfskavels en de aanleg van de weg in het Van Tuyll park. De resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in de notitie "Quick scan ontwikkelocaties Kwadrant/Van Tuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage" van 12 februari 2013 is opgenomen in Bijlage 7 van de plantoelichting.
De conclusies en aanbevelingen van het onderzoek zijn:
Algemeen
Er worden in geen geval strikt beschermde natuurwaarden aangetast wanneer men activiteiten uitvoert in de bekeken gebieden; derhalve is geen aanvraag van een ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet nodig. Wel is er wel een aantal belangrijke zaken om rekening mee te houden. Deze worden hieronder per gebied besproken. In het algemeen wordt aanbevolen om de Gedragscode van de gemeente Zoetermeer in het kader van de Flora- en faunawet aan te houden.
Van Tuyllpark
De bekeken strook in het Van Tuyllpark herbergt geen vanuit het oogpunt van wetgeving waardevolle functionaliteiten voor natuur. Wel heeft men de zorgplicht ten aanzien van de overige ‘gewone’ natuurwaarden. Aandachtspunt is het gebruik van bomen en bosbeplanting als broedplaats door vogels. Men dient rekening te houden met vestiging van vogels als Zwarte kraai, Houtduif, Grote bonte specht, Merel en Winterkoning, plus nog circa een tiental andere soorten waarvan nesten of exemplaren zijn waargenomen. De eerste nestbouw en eileg is te verwachten vanaf de eerste week van maart, afhankelijk van de weersomstandigheden. Wil men de bosstrook rooien of indivuele bomen kappen dan is het belangrijk om dat voor die periode gereed te hebben. Anders moet men wachten tot het moment dat er geen broedende vogels meer aanwezig zijn. Wanneer men tussen 1 maart en 1 oktober werkzaamheden wil uitvoeren dan is het zeer belangrijk om kort tevoren te inspecteren of en waar zich broedende vogels in het terrein ophouden. Pas wanneer is geconstateerd dat deze kunnen worden ontzien mogen werkzaamheden doorgang vinden.
Lansinghage noordelijke & zuidelijke perceel
De kans op vestiging van broedende vogels in de periode maart-juli is klein en hypothetisch maar niet helemaal uitgesloten. Zeker wanneer de vegetatie hoger wordt is vestiging van soorten als Winterkoning denkbaar. Voordat men start met bepaalde werkzaamheden in deze periode (vergraven, maaien, heien, etc) is het vanuit het oogpunt van de zorgplicht verstandig om het terrein nogmaals te inspecteren. Buiten deze periode is dit niet nodig.