Plan: | Kwadrant/Van Tuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00027-0004 |
Het plangebied ligt hoofdzakelijk binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De westelijke helft van de waterkering langs de Zegwaartseweg behoort tot het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland.
Watersysteem
Het oppervlaktewater in Zoetermeer heeft als belangrijkste functie de afvoer en berging van water en daarmee het voorkomen van wateroverlast in het stedelijk gebied. Daarnaast zijn andere functies voor het water van Zoetermeer van belang, zoals de ecologische, recreatieve en ruimtelijk- visuele functie. Kenmerkend voor het gehele watersysteem in Zoetermeer is kwel. Kwel is op wijkniveau in het gehele gebied aanwezig en bepaalt sterk de waterkwaliteit op plaatsen waar weinig doorstroming is.
Het plangebied ligt in de Binnenwegse polder. Het water uit de Binnenwegse polder wordt op de Rotte uitgeslagen door het Binnenwegse poldergemaal.
De Plas van Poot is een belangrijke waterpartij voor het watersysteem van Zoetermeer. De waterkwaliteit van deze oude zandwinplaats is goed en dat dient ook zo te blijven. Het systeem heeft een goede opbouw door de afwisseling van singels, vijvers en de plas.
Waterpeil, drooglegging en ontwateringsdiepte
Het plangebied ligt in stedelijk gebied, ten oosten van de kern Zoetermeer. Het plangebied valt binnen 2 peilgebieden (GPG 501 en GPG 502). Hier worden respectievelijk waterpeilen -5,70 meter en -5,95 meter ten opzichte van NAP aangehouden. De drooglegging bij deze waterpeilen is voldoende voor stedelijke functies.
Het grondwaterniveau bevindt zich gemiddeld op -4,00 meter ten opzichte van NAP en lager, waardoor de ontwateringsdiepte (verschil tussen grondwaterstand en maaiveld) ruim voldoende is voor stedelijke functies. Daarnaast bevindt het plangebied zich niet in een "grondwaterbeschermingsgebied", waardoor er geen speciale eisen aan ontgravingen of onttrekkingen van grondwater gelden. Uitzonderingen hierop zijn onttrekkingen binnen een gebied van 100 meter uit de beschermingszone van een waterkering.
Waterveiligheid
Het plangebied heeft een maaiveldhoogte dat varieert van circa -3,00 meter tot -5,00 meter ten opzichte van NAP. Omdat de locatie laag is gelegen achter de waterkering, zal het plangebied bij een dijkdoorbraak overstromen. Echter, de kans hierop is klein, gezien het feit dat de primaire waterkering een faalkans heeft van 1 op 4.000.
Waterkering
Er liggen twee waterkeringen in het gebied die in het beheer zijn van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De eerste is een polderkade aan de oostzijde van het bedrijventerrein Lansinghage welke de grens vormt tussen de Binnenwegse Polder en de Polder Bleiswijk. De tweede is het oostelijke deel van de waterkering ter plaaste van de Zegwaartseweg. Deze waterkering is in gezamenlijk beheer met het Hoogheemraadschap van Rijnland. De beschermingszones van deze waterkeringen hebben de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'. De voorgenomen activiteiten langs deze waterkeringen dienen dus rekening te houden met het beoordelingsprofiel voor waterkeringen. Er gelden beperkingen als het gaat om het plaatsen van bouwwerken of het aanpassen van de infrastructuur. Onttrekkingen
Waterkwaliteit en riolering
In de nieuwe bebouwing binnen het plangebied worden geen uitlogende bouwmaterialen toegepast, om diffuse verontreiniging van het water en de waterbodem te voorkomen. Afvalwater dat afkomstig is van de woningen wordt afgevoerd naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI).
De gemeente wil de waterkwaliteit in de gemeente verbeteren. Een slechte waterkwaliteit heeft verschillende oorzaken, te weten;
Met name het overstorten van afvalwater uit het gemengde rioolstelsel is de grootste veroorzaker van de slechte waterkwaliteit. Een primaire oplossing is het afkoppelen van hemelwater van het gemengde rioolstelsel. Op deze manier wordt het rioolstelsel voor afvalwater minder belast waardoor tijdens hevige regenval het systeem minder vaak, of niet meer hoeft over te storten in het oppervlaktewatersysteem.
Voor de nieuwe bebouwing is het van belang om duurzame en niet-uitloogbare bouwmaterialen toe te passen om diffuse verontreinigingen van water en bodem te voorkomen. Zink, lood, koper en PAK´s-houdende materialen mogen uitsluitend worden toegepast als deze voorzien zijn van een coating.
Oppervlaktewater
Binnen het plangebied is oppervlaktewater aanwezig (Plas van Poot, waterpartijen in Van Tuyllpark en Lansinghage). Ook lopen enkele hoofdwatergangen door het gebied, waaronder de te verleggen Rijn-Rotteverbinding en de Plastocht. De Plastocht zorgt ervoor dat het overtollige water in het gebied ten zuiden van de A12 wordt afgevoerd naar het gemaal aan de Rotte gelegen ten noorden van de A12. De Plastocht kruist in een duikerconstructie de A12. Dit is dezelfde duiker waarin de CO2-leiding bovengronds ligt. De waterpartijen krijgen de bestemming "Water". Deze aangewezen gronden zijn onder meer bestemd voor water met daarbij behorende taluds en oevers.
Keur
Op het water en waterkeringen is, afhankelijk in welk beheersgebied het water en waterkering ligt, de keur van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard dan wel van het Hoogheemraadschap van Rijnland van toepassing. In deze keur is een vergunningenstelsel opgenomen waarmee de waterstaatkundige aspecten van de waterkeringen worden gewaarborgd. Bij ontwikkelingen op gronden waar een keur van toepassing is wordt in overleg met de waterbeheerders gestreefd naar coördinatie tussen vergunningverlening en beheersaspecten.
Toename verharding
Op het bedrijventerrein Lansinhage liggen twee bedrijfskavels aan de Edelgasstraat braak. Daarnaast wordt in het Van Tuyllpark voorzien in de aanleg van het parcoduct en een nieuwe weg naar de halte van de RandstadRail ter hoogte van het Van Tuyllpark.
De bedrijfskavels hebben een gezamenlijke oppervlakte van 13.381 m2. Het beleid van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is dat 15% van de toename aan verharding gecompenseerd moet worden door de aanleg van extra oppervlaktewater. Dit betekent de aanleg van 2008 m2 aan extra water. Bij de ontwikkeling van de wijk Rokkveen en het bedrijventerrein Lansinghage is echter rekening gehouden met totale benutting van het bedrijventerrein. Aangezien het watersysteem berekend is op een volledige verharding van deze kavels, is in overleg met het Hoogheemraadschap afgesproken dat geen compensatie nodig is.
Ten aanzien van de aanleg van de weg in het Van Tuyllpark naar de RandstadRailhalte ter hoogte van het Van Tuyllpark kan het volgende worden opgemerkt. Voor de compensatie van verhard oppervlak nabij de Verlengde Oosterheemlijn, anders dan de kunstwerken en de halte, heeft de gemeente een overmaat aan compensatie opgenomen bij het verleggen van de Plastocht. Met het Hoogheemraadschap is afgesproken dat deze overcompensatie voldoende is voor de toename van verharding in het Van Tuyllpark door de aanleg van deze weg.
Ten aanzien van het parcoduct kan worden opgemerkt dat voor de aanleg van dit viaduct de bestaande watergang Rijn-Rotteverbinding ter plaatse van het parcoduct verlegd wordt en daardoor langer wordt. Het Hoogheemraadschap heeft ingestemd met de werkzaamheden. Extra watercompensatie die geregeld moet worden in dit bestemmingsplan is niet nodig.
Conclusie
Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk conserverend van aard en heeft dan ook weinig gevolgen voor de waterhuishouding. Voor de ontwikkelingen die in het plangebied zijn voorzien zal in overleg met het Hoogheemraadschap beoordeeld worden of de aanleg van extra oppervlakte water hiervoor nodig is. Mocht dat het geval zijn dan zal dit meegenomen worden in het ontwerpbestemmingsplan.