direct naar inhoud van 5.4 Luchtkwaliteit
Plan: Kwadrant/Van Tuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00027-0004

5.4 Luchtkwaliteit

5.4.1 Luchtkwaliteitseisen

De belangrijkste wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit is vastgelegd in Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer, ook wel de Wet luchtkwaliteit genoemd. Deze wijziging van de Wet milieubeheer is op 15 november 2007 in werking getreden en vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. De wijziging houdt in dat de in Nederland toegepaste koppeling tussen ruimtelijke ordening en luchtkwaliteit voor een deel wordt ontkoppeld. Dit maakt het mogelijk om niet voor elk ruimtelijk plan te hoeven toetsen aan de normen. Hierbij is met name het begrip 'in betekende mate' (NIBM) van belang.

In de algemene maatregel van bestuur ‘Niet in betekenende mate bijdragen’ (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. Sinds de verlening van derogatie door de Europese Unie en de inwerkingtreding van het NSL per 1 augustus 2009 is de definitie van NIBM een bijdrage van niet meer dan 3% aan de jaargemiddelde concentratie fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met een toename van maximaal 1,2 microgram/m3 van zowel PM10 als NO2.

In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Ook als op een andere wijze, bijvoorbeeld door berekeningen, aannemelijk gemaakt kan worden dat het geplande project NIBM bijdraagt, kan toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit achterwege blijven. Om versnippering van ‘in betekenende mate’ projecten in meerdere NIBM-projecten te voorkomen is een anti-cumulatieartikel opgenomen. De bijdrage van NIBM-projecten aan de luchtverontreiniging wordt binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) gecompenseerd met algemene maatregelen.

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit is de kern van de Wet luchtkwaliteit. Het NSL bevat zowel alle ruimtelijke ontwikkelingen die 'in betekenende mate' bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit als een bundeling van alle maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Deze maatregelen, zowel rijksmaatregelen als lokale, meer gebiedsgerichte, maatregelen, moeten leiden tot een verbetering van de luchtkwaliteit waardoor de 'in betekenende mate' ontwikkelingen alsnog doorgang kunnen vinden.

Op basis van bovenstaande volgt dat bestuursorganen een ruimtelijk plan kunnen vaststellen als:

  • wordt voldaan aan de in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarden, of
  • een plan (per saldo) niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit, of
  • een plan 'niet in betekenende mate' bijdraagt, of
  • een beperkte verslechtering van de luchtkwaliteit als gevolg van een ontwikkeling wordt gecompenseerd met een verbetering door een als gevolg van dat plan optredend effect of een met het besluit samenhangende maatregel (saldering zoals bedoeld in art. 5.16 lid 1 onder b Wet milieubeheer), of
  • de ontwikkeling is opgenomen in het NSL.

5.4.2 Luchtkwaliteitsonderzoek

Het bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard. Op het bedrijventerrein Lansinghage liggen nog twee bedrijfskavels braak die ingevuld kunnen worden met bedrijvigheid. Daarnaast wordt de wegenstructuur in het Van Tuyllpark aangepast door de aanleg van een verbinding tussen de bestaande wegen in het park met de RandstadRailhalte ter hoogte van het Van Tuyllpark (doortrekken van de Van der Hagenstraat in oostelijke richting).

In het kader van dit bestemmingsplan zijn de gevolgen van deze ontwikkelingen voor de luchtkwaliteit verder onderzocht.

Twee bedrijfskavels bedrijventerrein Lansinghage

Wanneer de twee braakliggende bedrijfskavels op Lansinghage worden ingevuld met bedrijvigheid (maximaal categorie 3.2-bedrijf) bedraagt afgerond 172 motorvoertuigen (waarvan 20,5% vrachtverkeer is). Uit de berekening met behulp van de NIBM-tool blijkt dat de bijdrage aan de luchtkwaliteit van dit extra verkeer als niet in betekende mate kan worden gekwalificeerd. Nader onderzoek is dan ook niet nodig.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00027-0004_0007.jpg"

Doortrekken Van der Hagenstraat naar RandstadRailhalte Van Tuyllpark

Volgens het verkeermodel bedraagt de toekomstige verkeersintensiteit op de nieuwe weg 150 motorvoertuigen per etmaal. Uit de berekening met behulp van de NIBM-tool blijkt dat de bijdrage aan de luchtkwaliteit van dit extra verkeer als niet in betekende mate kan worden gekwalificeerd. Nader onderzoek is dan ook niet nodig.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00027-0004_0008.jpg"