direct naar inhoud van Artikel 15 Wonen - 1
Plan: Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00024-0004

Artikel 15 Wonen - 1

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daaraan ondergeschikt:

  • f. groenvoorzieningen;
  • g. kunstwerken
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. objecten van beeldende kunst;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. speelvoorzieningen;
  • l. tuinen en erven;
  • m. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • n. water;
  • o. wegen en paden;
  • p. technische installaties, daaronder begrepen voorzieningen voor het opwekken en conserveren van energie;

met de daarbijbehorende bouwwerken.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen
  • a. hoofdgebouwen en erfbebouwing mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kelder [sba -k] mag een kelder onder het maaiveld en buiten het bouwvlak worden gebouwd.
15.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. bij niet-gestapelde woningen mag niet meer dan 60% van het bouwperceel inclusief erfbebouwing worden bebouwd of overdekt met dien verstande dat:
    • 1. bouwpercelen kleiner dan 120 m² mogen tot een maximum oppervlakte van 90 m² worden bebouwd of overdekt;
    • 2. bouwpercelen groter dan 400 m², maar kleiner dan 1.000 m², tot een maximum oppervlakte van 240 m² mogen worden bebouwd of overdekt;
    • 3. bouwpercelen groter dan 1.000 m² tot een maximum oppervlakte van 300 m² mogen worden bebouwd of overdekt;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag in afwijking van het bepaalde onder a het bouwperceel inclusief erfbebouwing niet meer worden bebouwd of overdekt dan met de aanduiding is aangegeven;
  • c. bij vrijstaande woningen dient de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 2 m te bedragen;
  • d. bij halfvrijstaande woningen dient de afstand van het hoofdgebouw tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 2 m te bedragen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'water (wa)' moet de vrije doorvaarhoogte onder woningen, gemeten vanaf het gemiddelde waterpeil ter plaatse, minimaal 1,25 m bedragen.
15.2.3 Voorwaardelijke verplichting

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorwaardelijke verplichting [sba - vv]' is het bouwen van geluidsgevoelige objecten, zoals bedoeld in artikel 15.1, alleen toegestaan als blijkens akoestisch onderzoek de noodzakelijke geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen zijn gerealiseerd en in stand gehouden.

15.2.4 Erfbebouwing
  • a. erfbebouwing mag uitsluitend worden opgericht vanaf 1 m achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw;
  • b. in afwijking van het gestelde onder a zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - carport [sba -c]' overkappingen toegestaan;
  • c. van erfbebouwing mag de goothoogte niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw en mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 5 m;
  • d. ingeval op het moment van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan de situering van de erfbebouwing afwijkt van hetgeen is bepaald in lid 15.2.4 onder a en b, dan mag tevens op de bestaande locatie erfbebouwing worden opgericht;
  • e. ingeval op het moment van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan de goothoogte, bouwhoogte en/of oppervlakte van de erfbebouwing groter is, dan is bepaald in lid 15.2.4 onder c tot en met e, dan geldt de bestaande maat als maximale maat.
15.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag achter en in de voorgevelrooilijn maximaal 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van speelvoorzieningen, vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 6 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen.
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 15.2.1 voor het bouwen buiten het bouwvlak, mits de omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwdeel van het hoofdgebouw;
  • b. lid 15.2.2 onder c en d voor het bouwen tot op 1 m van een zijdelingse perceelsgrens van het hoofdgebouw en tot op de erfgrens van het hoofdgebouw van een hoekwoning, niet zijnde een halfvrijstaande woning, mits dit past in de opzet van de cluster waarvan de woning deel uitmaakt.
15.3.2 Voorwaarden omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien naar het oordeel van het bevoegd gezag geen sprake is van aantasting van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. behoud van (openbare) parkeergelegenheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
15.4 Specifieke gebruiksregels
15.4.1 Algemeen

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw voor bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- en/of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van een webshop zoals bedoeld in lid 15.4.2 onder f;
  • e. het gebruik vangronden en/of bouwwerken voor horeca;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • g. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.
15.4.2 Aan huis verbonden beroep of bedrijf

Gebruik van gedeelten van de woning en de erfbebouwing voor een
aan huis verbonden beroep of bedrijf wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de beroeps- of bedrijfsuitoefening vindt plaats in of in het bijgebouw bij een
    woning;
  • b. indien voor de uitoefening van het beroep of bedrijf tevens gebruik wordt gemaakt van erfbebouwing dient deze te zijn gelegen achter de voorgevelrooilijn;
  • c. de bedrijfsvloeroppervlakte (bvo) mag niet meer bedragen dan de helft van de oppervlakte van de woning en de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen tot een maximum van 60 m2;
  • d. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of in het openbaar gebied conform de gemeentelijke parkeernota;
  • e. het beroep of de activiteit dient door de bewoner(s) te worden uitgeoefend; er is maximaal 1 fte extra in dienstverband toegestaan;
  • f. een webshop is alleen toegestaan als geen afhaalpunt wordt gerealiseerd en geen uitstalling van producten plaatsvindt.