direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: Oosterhage voormalige NAM-locatie
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00020-0004

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. (openbare) groenvoorzieningen;
  • b. waterpartijen en waterlopen;
  • c. langzaam verkeersroutes;
  • d. faunavoorzieningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel': de realisatie en instandhouding van een houtsingel die een minimale breedte heeft van 1 m en een minimale hoogte heeft van 1,8 m bij aanvang van het gebruik van de gronden zoals bedoeld in lid 3.1 en een minimale hoogte van 4 m, 5 jaar na aanvang van het gebruik van de gronden zoals bedoeld in lid 3.1;

met daaraan ondergeschikt:

  • f. beweiding met de daarbij behorende schuilhutten;
  • g. geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen;
  • h. kunstwerken;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. objecten van beeldende kunst;
  • k. objecten voor reclamedoeleinden;
  • l. onverharde speelvelden;
  • m. speelvoorzieningen;
  • n. paden en in- en uitritten voor incidenteel gebruik door hulpdiensten;

met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd, met uitzondering van schuilhutten en gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met inachtneming van de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak zijn maximaal 2 schuilhutten toegestaan;
  • b. de oppervlakte van een schuilhut mag maximaal 25 m² bedragen en de bouwhoogte van een schuilhut mag maximaal 3 m bedragen;
  • c. de oppervlakte van een gebouwde nutsvoorziening mag maximaal 15 m² bedragen en de bouwhoogte maximaal 5 m.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1,5 m;
  • b. de bouwhoogte van speelobjecten, objecten van beeldende kunst en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • c. de bouwhoogte van objecten voor reclamedoeleinden mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • d. per bedrijf mag niet meer dan 1 object voor reclamedoeleinden worden gebouwd;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen ten behoeve van wonen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van de gronden voor een paardenbak of buitenrijbaan;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor horeca en detailhandel;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • g. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.