direct naar inhoud van Artikel 5 Verkeer
Plan: Oosterhage voormalige NAM-locatie
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00020-0004

Artikel 5 Verkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. rijstroken voor het gemotoriseerd verkeer waarvan het aantal rijstroken, met uitzondering van in- en uitvoegstroken en opstelstroken, niet meer mag bedragen dan:
  • 2 rijstroken voor de Zernikestraat;
  • b. bermen;
  • c. fietsenstallingen;
  • d. fietspaden en/of -stroken en voetpaden;
  • e. geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. kunstwerken;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. objecten voor reclame;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. voorzieningen voor het openbaar vervoer;
  • l. waterpartijen en waterlopen;
  • m. wegen en paden;

met de daarbij behorende bouwwerken.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een gebouwde nutsvoorziening mag maximaal 15 m² bedragen en de bouwhoogte maximaal 5 m.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en lichtmasten, mag niet meer bedragen dan 5m;
  • b. de bouwhoogte van kunstwerken, lichtmasten en bouwwerken ten behoeve van de geleiding, beveiliging en de regeling van het verkeer mag maximaal 10 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten, speelobjecten en objecten van beeldende kunst mag maximaal 10 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, mag maximaal 1 m bedragen.
5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel en horeca;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.