direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Buytenwegh 2007
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00009-0004

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. maatschappelijke voorzieningen
    • 2. ondergeschikte vormen van niet-zelfstandige detailhandel en/of niet-zelfstandige horeca ten dienste van de maatschappelijke voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. wegen en paden;
  • c. gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen;
  • d. buitenruimtes en speelvoorzieningen;
  • e. overdekte fietsenstallingen;
  • f. objecten van beeldende kunst;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. water;

met de daarbij behorende:

  • j. terreinen;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen
  • a. Een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, met uitzondering van onder maaiveld gebouwde parkeergarages en speelvoorzieningen.
  • b. Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan in het maatvoeringsvlak is aangegeven. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, mag het bouwvlak voor 100% worden bebouwd.
  • c. De bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan in het maatvoeringsvlak is aangegeven, tenzij het bepaalde onder d tot een geringere bouwhoogte leidt.
  • d. De hoogte van een nieuw te bouwen gebouw(deel) mag niet hoger zijn dan de afstand tot de voorgevel, respectievelijk achtergevel van een bestaande tegenoverliggende woning, gedeeld door de factor 1,7 en vermeerderd met 1 (meter), gemeten vanaf de vloer van de eerste woonlaag van de tegenoverliggende woning.
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De hoogte van een erfafscheiding mag, voor zover geplaatst achter het verlengde van de voorgevel, niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De hoogte van een erfafscheiding mag, voor zover geplaatst vóór of in het verlengde van de voorgevel, niet meer bedragen dan 1 m.
  • c. De hoogte van speelvoorzieningen, lichtmasten en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 10 m.
  • d. De hoogte van objecten van beeldende kunst mag niet meer bedragen dan 15 m.
  • e. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. het behoud van parkeervoorzieningen, en
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
12.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • b. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor horeca;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van (consumenten)vuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van prostitutie.