direct naar inhoud van Artikel 11 Kantoor
Plan: Buytenwegh 2007
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00009-0004

Artikel 11 Kantoor

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1 Doeleinden

De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. kantoren;
    • 2. cursusvoorzieningen voor het bedrijfsleven;
  • b. een onderdoorgang voor het langzaam verkeer en het bevoorradingsverkeer, ter plaatse van de aanduiding onderdoorgang;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. wegen en paden;
  • d. gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen;
  • e. objecten van beeldende kunst;
  • f. nutsvoorzieningen
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. water;

met de daarbij behorende:

11.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 11.1.1 genoemde gronden op de plankaart ook zijn aangewezen voor Leiding - Water is het bepaalde in Artikel 21 primair van toepassing.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen
  • a. Een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, met uitzondering van gebouwde parkeervoorzieningen onder maaiveld.
  • b. Het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd.
  • c. De bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan in het maatvoeringsvlak is aangegeven.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding onderdoorgang mogen de gronden niet worden bebouwd tot een hoogte van 4,5 m, gemeten vanaf het aansluitend afgewerkte terrein.
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. De hoogte van een erfafscheiding mag niet meer bedragen dan 1,5 m.
  • b. De hoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 10 m.
  • c. De hoogte van objecten van beeldende kunst mag niet meer bedragen dan 15 m.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding onderdoorgang dient, ten behoeve van een vrije doorgang van het bevoorradingsverkeer en langzaam verkeer, een bebouwingsvrije hoogte van 4,5 m en een bebouwingsvrije breedte van 5 m in acht te worden genomen. De bebouwingsvrije hoogte wordt gemeten vanaf het aansluitend afgewerkte terrein.
  • e. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
11.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 11.2.2 voor het bouwen van een erfafscheiding met een maximale hoogte van 3 m, indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, waaronder begrepen de beveiliging, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • b. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor horeca;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van (consumenten)vuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting of prostitutie.