Plan: | Buytenpark |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00007-0004 |
De Stadsvisie 2030, die op 15 december 2008 is vastgesteld door de gemeenteraad, verwoordt negen opgaven die in de periode tot 2030 moeten worden opgepakt om als stad voldoende perspectief op een welvarende ontwikkeling te behouden. Daarnaast geeft de Stadsvisie aan welke kansen de gemeente wil benutten om de stad extra perspectief te geven.
Voor dit bestemmingsplan is met name opgave 7 (de unieke ligging aan het Groene Hart benutten) relevant. Opgave 7 heeft onder andere als doel de regioparken rondom Zoetermeer met elkaar te verbinden. Het regiopark aan de westkant van de stad omvat het Buytenpark, Nieuwe Driemanspolder, het Westerpark en het Balijbos. Verder is het doel dat het aantal bijzondere planten- en diersoorten minimaal gelijk blijft ten opzichte van 2007.
Figuur 2.2: Kaart uit de Stadsvisie 2030
De ontwikkelingen die in dit bestemmingsplan zijn opgenomen, zijn niet in strijd met de Stadsvisie.
De Visie Buytenpark is vastgesteld door de gemeenteraad op 28 juni 2010. Deze visie heeft als doel een kwaliteitsimpuls voor het park en een betere aansluiting op de omgeving te bewerkstelligen en kaders te stellen voor ontwikkelingen in het park. In paragraaf 4.2 wordt deze visie beschreven in relatie tot de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt.
Het Stadsnatuurplan (vastgesteld door de gemeenteraad op 25 januari 1999) geeft richting aan het natuurbeleid van Zoetermeer. In het Stadsnatuurplan wordt antwoord gegeven op de vraag hoe de gemeente wil omgaan met de natuur die zij nu al rijk is en hoe het nog beter zou kunnen. Het doel van het Stadsnatuurplan is het realiseren van meer en betere natuur en het vergroten van het draagvlak voor de natuur. Het gemeentelijk natuurbeleid kent drie niveaus met elk een eigen ambitie: groen op regioniveau, groen op stadsniveau en groen op wijkniveau. Voor natuur op regioniveau geldt het compensatiebeginsel. Dit betekent dat bij verlies van natuur compensatie moet plaatsvinden door nieuwe natuur. Op stads- en wijkniveau geldt de natuurimpulsregel. Hierbij dient het natuurbelang nadrukkelijk te worden meegewogen in de besluitvorming over (her)ontwikkelingslocaties. Op stads- en wijkniveau is het gemeentelijk natuurbeleid vooral gericht op het creëren van soortenrijke natuur.
Het Buytenpark is in het Stadsnatuurplan opgesplitst in twee delen. Het eerste deel betreft het intensief gebruikte deel van het park, waarin de functies als begraafplaats, sportvoorzieningen, Ayers Rock en SnowWorld zijn gevestigd. Dit deel is aangewezen als stadsnatuur. Het overige minder intensief gebruikte deel van het Buytenpark is aangewezen als regionatuur, waarbij het begrazingsgebied is aangewezen als stergebied.
Stergebieden zijn gebieden die een grote (potentiële) natuurwaarde hebben. Hiervoor geldt een afwijkende regeling dan voor de overige gebieden die behoren tot de regionatuur. In deze gebieden zijn stedelijke ontwikkelingen, nadat dit per stergebied in een bestemmingsplan is vastgesteld, niet toegestaan. In het bestemmingsplan "Buytenpark Noord West, herziening 2000" is het begrazingsgebied als natuurontwikkelingsgebied aangeduid, waarmee het stergebied is vastgesteld. Dit betekent dat op grond van het Stadsnatuurplan in het begrazingsgebied geen verstedelijking is toegestaan.
De uitbreiding van de begraafplaats met de daarmee samenhangende verplaatsing van de sportverenigingen en de ontwikkelingen die mogelijk worden gemaakt op grond van dit bestemmingsplan vinden plaats buiten het stergebied. Het uitbreidingsgebied van de begraafplaats en de nieuwe locatie van de sportverenigingen liggen in het gebied dat is aangewezen als stadsnatuur. Deze ontwikkelingen zijn daarmee niet in strijd, omdat in deze gebieden natuur niet de hoofdfunctie heeft.
Het siertuincomplex van de TV Seghwaert is geprojecteerd in een gebied dat is aangegeven als natuur op regioniveau. Stedelijke ontwikkeling mag niet, tenzij er zwaarwegende, maatschappelijke belangen zijn en is aangetoond dat er geen alternatieve locaties zijn. In het geval van de TV Seghwaert is hiervan sprake. De tuinvereniging moet verplaatst worden voor de ontwikkeling van het Kwadrant die moet zorgen voor een betere verbinding van de stad met het Van Tuylpark en de wijk Oosterheem. Uit een locatieonderzoek is de locatie in het Buytenpark als meest geschikte locatie naar voren gekomen. Het college van burgemeester en wethouders heeft bij besluit van 20 juni 2006 besloten om deze locatie te reserveren ten behoeve van de TV Seghwaert. Als door de aanleg van het siertuincomplex (potentiële) natuurwaarden van deze gebieden verloren dreigen te gaan of worden aangetast, dan dient dit verlies te worden gecompenseerd door natuurontwikkeling zo dicht mogelijk bij de getroffen locatie. Alleen als dit niet mogelijk is, is financiële compensatie mogelijk. In paragraaf 5.8 zijn de gevolgen van het bestemmingsplan de flora en fauna nader beschreven.
Naar verwachting zal de gemeenteraad op 3 december 2012 de Visie Biodiversiteit vaststellen, met de daarbij behorende Groenkaart. De Visie Biodiversiteit vervangt het Stadsnatuurplan. De Visie en de Groenkaart kennen geen compensatieverplichting voor de ontwikkellocaties uit dit bestemmingsplan.
De Visie Biodiversiteit wordt toegelicht in paragraaf 2.4.4
De gemeente heeft de ambitie om de biodiversiteit en de waardering van de inwoners hiervoor op peil te houden en waar mogelijk te vergroten. Dat moet gebeuren binnen de financiële mogelijkheden van de gemeente. In de Visie wordt gekozen voor een benadering gericht op samenwerking, inspiratie en communicatie, binnen de huidige budgetten.
Hierdoor ontstaat er een tweesporen benadering:
Spoor 1 richt zich op wat de gemeente zelf kan en wil doen voor de biologische diversiteit. Het gaat dan vooral om het op peil houden van de biodiversiteit en het benutten van kansen waar deze zich voordoen, bijvoorbeeld bij ruimtelijke ontwikkelingen, beheer en (her)inrichting van het openbaar gebied.
Spoor 2 richt zich op participatie en samenwerking met inwoners, ondernemers en anderen die betrokken zijn bij de biodiversiteit in Zoetermeer. Doel hierbij is het vergroten van de biodiversiteit ook op terreinen die in particulier eigendom en/of beheer zijn en het op peil houden van de waardering (de trots) van inwoners en ondernemers voor deze biodiversiteit .
De Visie Biodiversiteit heeft een relatie met twee andere beleidsdocumenten. Tegelijkertijd met de Visie wordt ook de Groenkaart vastgesteld en vorig jaar is het Bomenbeleid vastgesteld. Samen vormen deze documenten de 'groentrilogie' van Zoetermeer.
De Groenkaart zet in op een duurzame, samenhangende recreatieve en ecologische groenstructuur voor de stad, die is verbonden met het regionale netwerk. Dit is vertaald in een aantal deelambities. Om de diversiteit van de groene ruimte te behouden, maar vooral ook te versterken zijn spelregels opgesteld. Deze spelregels zijn bedoeld om af te wegen of een ontwikkeling in het openbaar groen, die strijdig is met de bestemming, wenselijk is of niet. Er is gekozen voor een kwalitatieve benadering volgens de categorieën 'behouden', 'compenseren', 'groen ontwikkelen' en 'inpassen', om het meest waardevolle groen te beschermen en wenselijke ontwikkelingen in het openbaar groen te benutten om de kwaliteit van dat groen te verbeteren.
Verder zijn de groene kwaliteiten beschreven en is per wijk en per park een beschrijving van het openbaar groen opgenomen.
Het Waterplan Zoetermeer is opgesteld door de gemeente Zoetermeer samen met het voormalige waterschap Wilck en Wiericke (dat inmiddels deel uitmaakt van het Hoogheemraadschap van Rijnland) en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De doelstelling van het Waterplan Zoetermeer is het behouden en versterken van een duurzaam watersysteem. Kortom een watersysteem dat betrouwbaar, levend en boeiend is. Om ook in de toekomst een veilig en goed functionerend watersysteem in Zoetermeer te behouden, moet meer ruimte voor water worden gerealiseerd. In het Waterplan Zoetermeer is afgesproken dat bij herontwikkeling gestreefd wordt naar het realiseren van extra water in het gebied dat (her)ontwikkeld wordt. In het stedelijk gebied wordt daarnaast ingezet op het vertragen van piekafvoeren, onder meer door het toepassen van open verharding of het realiseren van vegetatiedaken.
Op welke wijze in dit plan rekening gehouden is met het aspect water wordt verwezen naar paragraaf 5.5 van deze plantoelichting.
Op grond van de gemeentelijke erfgoedverordening (vastgesteld 15 november 2010) zijn vijf beschermde stadsgezichten aangewezen, waaronder de Meerpolder en de Voorweg. De Meerpolder is zeer waardevol als markante landschappelijke eenheid door de openheid en de ovale vorm die zich duidelijk aftekent en die herinnert aan het oude veenmeer. Van waarde is tevens het oorspronkelijke karakter met de kenmerkende lage bebouwingsdichtheid en op de dijk georiënteerde boerderijen. Structuur en bebouwingsbeeld zijn goed bewaard gebleven. Voor de Meerpolder zijn de volgende typeringen en bijzondere kwaliteiten benoemd:
Het gebied van de Voorweg geeft een samenhangend beeld van een droogmakerij met oud bovenland. Het oorspronkelijke agrarische karakter is goed bewaard door de aanwezige boerderijen met hun ruime erven en de kleinschalige individuele bebouwing. Het gebied is van belang vanwege de cultuurhistorische en landschappelijke waarden, vanwege de onderlinge samenhang tussen bebouwing, groen- en waterstructuren, en vanwege de referentie aan de cultuur van oude droogmakerijen. Voor het gebied van de Voorweg zijn de volgende typeringen en bijzondere kwaliteiten van het gebied aangegeven:
De uitbreiding van de begraafplaats, de nieuwe locatie van de sportverenigingen en het nieuwe siertuincomplex liggen niet in een gebied dat behoort tot het beschermd stadsgezicht. Wel ligt een deel van de verlengde Achterweg in het beschermd stadsgezicht "Voorweg". Deze ontwikkeling zal echter geen onaanvaardbare afbreuk doen aan de waarden die aan het gebied zijn toegekend.
In deze rapportage zijn de archeologisch waardevolle gebieden in de gemeente Zoetermeer opgenomen. Op grond van de Erfgoedverordening Zoetermeer is het verboden om in een archeologisch monument de bodem dieper dan 50 cm onder de oppervlakte te verstoren.
De zone langs de Achterweg en Voorweg die ligt binnen het plangebied is in deze rapportage aangewezen als archeologische waardevol gebied "Omgeving Elizabethhoeve". Verder behoort het dijklichaam van de Ringvaart dat deels in het plangebied ligt tot het archeologisch waardevol gebied "Ringvaart". In paragraaf 3.1 van de plantoelichting zal nader ingegaan worden op de historische ontwikkeling van het gebied en de archeologische waarden van het gebied.
De Nota Mobiliteit Zoetermeer (vastgesteld door de gemeenteraad op 25 november 2005) biedt het kader om de komende jaren invulling te geven aan het verkeers- en vervoersbeleid. De nota analyseert voor welke uitdagingen Zoetermeer staat, nu en in de toekomst. De aanwezige en de te verwachten knelpunten zijn hierin betrokken, alsmede de daarbij behorende oplossingsrichtingen. De nota beschrijft het verkeers- en vervoersbeleid tot 2010 en geeft een doorkijk naar 2025. Vanuit een realistische aanpak, voortbouwend op en optimaal gebruik makend van de kwaliteiten van Zoetermeer is een uitvoeringsprogramma opgesteld.
Dit bestemmingsplan is niet in strijd met de doelstellingen van deze beleidsnota.
Op 21 mei 2012 heeft de gemeenteraad de Integrale kaderstellende beleidsnotitie (auto)parkeren Zoetermeer en de Nota Parkeernormen en uitvoeringsregels opgesteld. Deze nota's vervangen het vorige parkeerbeleid uit 2005.
Integrale kaderstellende beleidsnotitie (auto)parkeren Zoetermeer
De Integrale kaderstellende beleidsnotitie (auto)parkeren Zoetermeer geeft uitwerking aan het parkeerbeleid. Als basis voor het nieuwe parkeerbeleid in Zoetermeer geldt: 'vraagvolgend' waar dat kan en 'sturend' waar dat moet. Met andere woorden: parkeerplaatsen realiseren op die plaatsen waar daar behoefte aan is én er de mogelijkheden zijn (ruimtelijk en financieel) en sturen op het gebruik van beschikbare parkeerplaatsen waar de vraag naar parkeercapaciteit groter is dan het aanbod en uitbreiding van parkeercapaciteit niet aan de orde is. In deze beleidsnotitie is vastgelegd hoe zal worden omgegaan met parkeervraagstukken in de bestaande stad. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt naar verschillende gebruikersgroepen zoals bewoners, bezoekers en werknemers.
Nota Parkeernormen en uitvoeringsregels
In de Nota Parkeernormen en uitvoeringsregels zijn voor uiteenlopende functies en voorzieningen parkeernormen opgenomen. Bij de parkeernormen is veelal sprake van een bandbreedte en kan per situatie bepaald worden welke norm binnen de bandbreedte het meest geschikt is. De parkeernormen worden toegepast bij nieuwe ontwikkelingen. Het parkeernormenbeleid van de gemeente Zoetermeer is dan ook bedoeld om parkeeroverlast door nieuwe ontwikkelingen te voorkomen. Er zijn echter altijd situaties die enige flexibiliteit vragen in de toepassing van de parkeernormen. Hiertoe bevat de nota uitvoeringsregels welke kunnen worden toegepast. De parkeernormen gelden voor nieuwe ontwikkelingen binnen de gemeente. Indien nader onderbouwd, bestaat de mogelijkheid om af te wijken van de parkeernormen. Bij nieuwe ontwikkelingen geldt dat parkeercapaciteit zoveel mogelijk binnen de ontwikkelkavel (op eigen terrein) moet worden aangelegd. Als dat in alle redelijkheid en billijkheid niet lukt, dan kan gekeken worden of de gemeente binnen de kaders van de overige beleidsuitgangspunten de restvraag aan parkeerplaatsen in het openbare gebied kan realiseren.
De parkeernormen zijn gelieerd aan de bouwverordening. Bij de toetsing van bouwplannen dient altijd getoetst te worden aan de bouwverordening en daarmee aan de parkeernormen. In het nieuwe parkeerbeleid is een overgangsregeling opgenomen die, kort gezegd, bepaalt dat voor bouwplannen/ initiatieven waarover reeds overeenstemming is met de gemeente, de parkeernormen uit 2005 van toepassing zijn.
Uitgangspunt is zoveel mogelijk parkeren op eigen terrein te realiseren. In het bestemmingsplan blijven de bestaande openbare parkeerplaatsen in het Buytenpark gehandhaafd. Deze zijn bedoeld voor bezoekers van het park en ook voor overloopparkeren van de verschillende voorzieningen wanneer de eigen parkeervoorziening niet toereikend is. Overloopparkeren gebeurt alleen op incidentele dagen wanneer de parkeerfaciliteiten van eigen terreinen ontoereikend zijn. De parkeerplaatsen in het Buytenpark worden op deze manier het meest efficiënt gebruikt en wordt er op een zorgvuldige wijze omgegaan met de ruimte in het park.
De gemeente Zoetermeer heeft aangegeven haar wegennet te willen inrichten volgens de uitgangspunten en uitwerkingsprincipes van Duurzaam Veilig. Dit komt onder meer tot uiting in de nota Duurzaam Veilig 1e fase (1998).
In het kader van Duurzaam Veilig wordt onderscheid gemaakt in de volgende functies van wegen: stroomwegen, drukke gebiedsontsluitingswegen, stille gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen.
Aangenomen wordt dat het streven naar een duurzaam veilig verkeerssysteem in Zoetermeer leidt tot:
De extra voorzieningen die vanuit dit verkeersveiligheidsbeleid voortvloeien betekenen in algemene zin een verhoging van de beheerlast en een afname van groen. Hoe hoog dit zal zijn hangt af van de mate waarin de voorgestelde aanpassingen doorgang vinden.
De Amerikaweg is een stroomweg en wordt gebruikt door het doorgaande verkeer tussen Zoetermeer en Den Haag en Leidschendam-Voorburg. De Buytenparklaan is een gebiedsontsluitingsweg die alleen gebruikt wordt door bestemmingsverkeer te weten door bezoekers aan het Buytenpark in het algemeen en de bezoekers aan de faciliteiten in het park.
Het gemeentelijk Milieubeleidsplan (vastgesteld door de gemeenteraad op 31 januari 2005) heeft als algemene doelstelling: het realiseren van een duurzame ontwikkeling, het zoeken naar oplossingen en/of maatregelen waarmee de leefbaarheid voor de huidige en toekomstige bewoners, hier en elders wordt gediend. Aspecten van duurzaamheid zijn een volwaardige afwegingsfactor bij alle gemeentelijke (beleids)beslissingen. Er wordt gestreefd naar een ruimtelijke inrichting binnen de compacte stad waarin leefbaarheid, integratie van functies en meervoudig ruimtegebruik centraal staan. De fysieke groei van Zoetermeer heeft tot nog toe op een grotendeels duurzame manier plaatsgevonden (dat wil zeggen er is rekening gehouden met lokale milieuaspecten). De uitdaging naar de toekomst toe is om deze kwaliteiten te behouden en waar mogelijk verder uit te bouwen.
De klimaatveranderingen, de groei van Zoetermeer en de toenemende luchtvervuiling vragen om maatregelen. In het programma Duurzaam Zoetermeer (vastgesteld door de gemeenteraad 26 november 2007) zijn afspraken opgenomen om Zoetermeer in de toekomst leefbaar te houden. De ambities zijn hoog: Zoetermeer wil tot de tien duurzaamste gemeenten van Nederland behoren. De basis voor het programma Duurzaam Zoetermeer ligt in het collegeprogramma 2006-2010. Daarin staat dat Zoetermeer een groene, schone en milieuvriendelijke stad moet zijn, waarin we zuinig zijn op natuurlijke hulpbronnen en de beschikbare groene ruimte. Duurzaam Zoetermeer geeft hier op een praktische manier invulling aan, samen met lokale milieuorganisaties, het bedrijfsleven en de inwoners van Zoetermeer.
De ontwikkelingen in dit bestemmingsplan zijn niet in strijd met de doelstellingen van het programma Duurzaam Zoetermeer.
De Nota Duurzaam Bouwen (vastgesteld door de gemeenteraad op 21 september 2009) besteedt aandacht aan nieuwbouw, bestaande bouw en gemeentelijke gebouwen. Daarnaast wordt specifiek aandacht besteed aan klimaatbeleid, omdat het een speerpunt is binnen het programma Duurzaam Zoetermeer. In de Nota is bepaald dat voor projecten vanaf 25 woningen of vergelijkbare grootte de ontwikkelaar van het vastgoed een energievisie moet uitwerken. Daarnaast geldt voor nieuwbouwlocaties met meer dan 1 woning dat GPR-gebouw wordt toegepast. Voor overige locaties zal voor alle labels van het instrument GPR een ambitieniveau van minimaal 7 worden gehanteerd. Voor 6 locaties die in het het programma Duurzaam Zoetermeer waren aangewezen als innovatieve gebieden of projecten (Stadsboerderij Oosterheem, Paltelaan, Denemarkenlaan, Bleizo, Culturele as en Vlek A Oosterheem) blijven scherpen ambities gelden op energiebeleid.
De uitvoering van de nota Duurzaam Bouwen zal doorgang vinden in de procedure van de omgevingsvergunning.
Op 10 januari 2011 heeft de gemeenteraad het beleidsdocument Stedelijk Beleidskader Economie vastgesteld.De lijn van het huidige economische beleid wordt doorgezet. Het beleid heeft drie doelstellingen:
Voor deze doelstellingen afzonderlijk zijn beleidsmaatregelen geformuleerd die in de periode 2010 tot en met 2014 uitgevoerd zullen gaan worden.
De ontwikkelingen die zijn voorzien in het bestemmingsplan zijn niet in strijd met het hiervoor beschreven beleid.
Het Beleidskader Leisure geeft de hoofdrichting aan voor het Leisurebeleid in Zoetermeer. Gericht investeren in leisure versterkt de identiteit en de economie van de stad. Het beleidskader geeft de kansen weer die in de stad aanwezig zijn en de plekken en voorzieningen waar de aandacht op moet worden gericht.
In het beleidskader Leisure is een onderverdeling gemaakt van verschillende typen leisure, waaronder:
Het Buytenpark maakt onder deel van de groene hoepel (gevormd door verschillende parken) rondom Zoetermeer. Daarnaast behoort SnowWorld tot de Leisure-as die Zoetermeer doorkruist van west naar oost. De leisure-as is een stedelijke strip van doelgerichte leisurevoorzieningen die verder moet worden ontwikkeld als regionaal en bovenregionaal leisuregebied. Verder wordt in de beleidsnota onderscheid gemaakt tussen vijf projectgebieden. Het Buytenpark ligt in het projectgebied "Kopgebied Westzijde". In de programmatische visie staan de sportieve recreatie en commerciële sporten centraal.
De ontwikkelingen die op grond van dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, passen binnen het Beleidskader Leisure.
Met de Structuurvisie Detailhandel 2006-2010 (vastgesteld door de gemeenteraad op 18 juni 2007) geeft de gemeente aan welke ontwikkelingen tot 2010 nodig zijn om de detailhandel gezond te houden en de fijnmazige winkelstructuur in stand te houden. Ontwikkelingen in de detailhandel kunnen daarbij zowel verbeteringen als uitbreidingen betreffen, waardoor de bestaande ruimtelijk-economische winkelstructuur gehandhaafd blijft en waar mogelijk versterkt kan worden. Onder meer door uitbreiding en modernisering van de stedelijke winkelcentra Stadshart, Woonhart en Dorpsstraat wordt gestreefd naar een toename van het (recreatief) winkelen in het centrumgebied van de stad. Ook een betere en meer aantrekkelijke verbinding tussen de bovengenoemde winkelcentra wordt daartoe wenselijk geacht.
Op dit moment is in het complex van SnowWorld een wintersportzaak gevestigd. De bestaande situatie wordt in dit plan opnieuw vastgelegd. Het plan voorziet niet in een toename van detailhandel.
De Horecanota dient als kader voor het horecabeleid van de gemeente Zoetermeer. De nota omvat onder meer per horecasector een analyse van het aantal, de omvang en de situering van de horecavestigingen. Op basis daarvan is per sector aangegeven of er moet worden gestreefd naar groei, inkrimpen of handhaven van het aantal en/of omvang van het huidige aanbod. Tevens zijn aanbevelingen opgenomen over de meest aangewezen locaties waar een eventuele verdere groei zou moeten of kunnen plaatsvinden. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij de projectgebieden en locaties zoals gedefinieerd in het beleidskader Leisure.
Op grond van deze nota zijn in het Buytenpark, als onderdeel van de Leisure-as, dag-, avond- en nachthoreca mogelijk.
De Hotelnota Zoetermeer 2001-2002 geeft een integrale visie op de gewenste hotelsituatie in Zoetermeer. Onderzoek toont aan dat er in Zoetermeer behoefte is aan een forse uitbreiding van het aantal hotelkamers. De Hotelnota geeft aan hoe die uitbreiding er kwalitatief en kwantitatief uit moet zien en hoe dit het best in planning kan worden gezet.
Op grond van het geldende bestemmingsplan is de bouw van een hotel in het Buytenpark mogelijk. Deze mogelijkheid wordt in dit bestemmingsplan geschrapt, omdat de locatie ligt buiten de bebouwingscontour van Zoetermeer. De nieuwvestiging van een hotel is in strijd met het bepaalde in de provinciale Verordening Ruimte op grond waarvan geen nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogen plaatsvinden buiten de rode contour.