De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. watergangen;
b. waterberging en waterhuishouding;
c. kunstwerken ten behoeve van wegverkeer;
d. ondergrondse energieopslag;
e. bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals erven, groen, nutsvoorzieningen, bruggen en dammen met duikers.
8.2 Bouwregels
a. Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemmingpassende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
b. voor het overige zijn de bepalingen van artikel 12 (algemene bouwregels) van toepassing.