direct naar inhoud van 4.2 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Mecklenburglaan naast 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0629.BPMECKE2011-VG01

4.2 Archeologie en cultuurhistorie

Met de nieuwe Wet op de Archeologische Monumentenzorg is het accent komen te liggen op het streven naar het behoud en beheer van archeologische waarden in de bodem (in situ) en het beperken van (de noodzaak van) archeologische opgravingen. Uitgangspunt van het nieuwe beleid is tevens het principe 'de verstoorder betaalt'. Bij het voorbereiden van werkzaamheden die het bodemarchief kunnen verstoren (zoals de bouw van een woning of een ander bouwwerk), dient onderzocht te worden of daardoor archeologische resten verstoord kunnen worden.

De gemeenteraad heeft op 19 januari 2009 de nota 'Het bodemarchief ontrafeld' vastgesteld. In de nota zijn beleidsregels en wensen geformuleerd die inhoud geven aan het archeologiebeleid van de gemeenten Wassenaar, Voorschoten en Leidschendam-Voorburg die samenwerken in het Pact van Duivenvoorde.

In de nota worden beleidsregels en wensen ten aanzien van de omgang met het archeologisch erfgoed geformuleerd. Dit beleidskader is vertaald naar een archeologische beleidskaart en modelregels.

Zoals beschreven in paragraaf 3.4, valt het plangebied binnen een gebied dat volgens de beleidskaart een hoge verwachting heeft.

Voorafgaand aan bodemingrepen en/ of plannen met een oppervlak groter dan 30 m2 en dieper dan 30 cm beneden het maaiveld dienen een archeologisch bureauonderzoek en enkele controleboringen naar de bodemgesteldheid van het plangebied te worden uitgevoerd. Ten behoeve van het bureauonderzoek dient tevens het bouwarchief te worden geraadpleegd. Bij het vaststellen van het oppervlak dient steeds uitgegaan te worden van het kadastrale perceel waarop de werkzaamheden mogelijk worden gemaakt. In plaats van het zetten van controle boringen naar de bodemgesteldheid mogen, indien voorhanden en diep genoeg gezet, ook de boorstaten van een verkennend bodemonderzoek ten behoeve van milieu en/ of grondwater gebruikt worden. Indien uit het bureauonderzoek blijkt dat het gebied een hoge verwachting heeft en uit de boringen een intacte bodem naar voren komt, dan volgt direct een proefsleuvenonderzoek of archeologische begeleiding

Onderhavig bestemmingsplan houdt rekening met de archeologische verwachtingswaarde met behulp van een dubbelbestemmming. In de regels van deze dubbelbestemming zijn de voorschriften uit de beleidsnota overgenomen.