direct naar inhoud van 5.6 Geluid
Plan: Houtex
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0627.pbhoutex-0401

5.6 Geluid

Bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan, of het verlenen van ontheffing middels artikel 3.10 van de Wro, is het conform de Wet geluidhinder (WGH) noodzakelijk dat er aandacht wordt besteed aan de akoestische situatie indien er geluidsgevoelige functies of infrastructurele maatregelen mogelijk worden gemaakt. Met dit projectbesluit worden nieuwe woningen mogelijk gemaakt. Akoestisch onderzoek is noodzakelijk, indien deze ontwikkelingen binnen de wettelijke onderzoekszones van wegen vallen en nabij spoorwegen zijn gelegen.

In het kader van de planontwikkeling is door DGMR Raadgevende ingenieurs bv een onderzoek uitgevoerd naar de optredende geluidsniveaus ten gevolge van weg- en railverkeerslawaai. De uitgangspunten en resultaten van voornoemd onderzoek zijn opgenomen in rapport DGMR nr. V.2009.0540.02.R001 "Bestemmingsplan Houtex Waddinxveen, akoestisch onderzoek weg- en railverkeer" d.d. 18 januari 2010.

Dit onderzoek is door de Milieudienst beoordeeld en de bevindingen hierover zijn middels een brief d.d. 25 januari 2010 aan de gemeente Waddinxveen gerapporteerd. Het betreft de volgende opmerkingen ten aanzien van de rapportage.

Wegverkeerslawaai

Uit bijlage 2 bij het rapport blijkt dat de geluidsbelasting als gevolg van de Spoorstraat meegenomen is. In de kolom "wegverkeer gecumuleerd" zijn de gecumuleerde geluidsniveaus inclusief de Spoorstraat weergegeven. Met deze geluidsniveaus zal rekening gehouden moeten worden bij het bepalen van de benodigde geluidwerking van de gevel van de toekomstige appartementen en woningen.

Railverkeerslawaai

Maatregelen om de geluidsbelasting langs het spoor terug te dringen zijn volgens de rapportage niet mogelijk.

Er wordt bij het meest noordelijke appartement niet voldaan aan de eis van een geluidluwe gevel en geluidluwe buitenruimte. Deze woning ondervind niet alleen een hoge geluidsbelasting als gevolg van het spoor maar ook als gevolg van het verkeer op de Spoorstraat. Uit een vervolgberekening is gebleken dat indien de westgevel wordt uitgevoerd als dove gevel, er geen overschrijding bestaat van de 60 dB en er niet getoetst hoeft te worden aan de Wgh. Een scherm is op deze locatie om stedenbouwkundige redenen niet wenselijk.

Raildempers kunnen in principe worden geplaatst, al worden raildempers meestal alleen op een betonnen bovenbouwconstructie geplaatst. De bestaande bovenbouwconstructie bestaat niet uit beton. Door  Prorail is aangegeven dat de bestaande houten dwarsliggers op termijn vervangen zullen worden door beton. De kosten voor toepassing van raildempers betreffen echter een aanzienlijke investering, die niet realistisch is ten opzichte van de te behalen reductie van 3 dB.

Conclusie en advies

Indien van de woning gelegen in de noordwestelijke hoek van de Houtexlocatie de westgevel wordt uitgevoerd als een dove gevel, hoeft er ter plaatse van deze gevel niet te worden getoetst aan de Wet geluidhinder.  Aangetoond is dat de geluidsbelasting ter plaatse van de ontwikkellocatie niet verder verlaagd kan worden tot de voorkeursgrenswaarde door het treffen van geluidsreducerende maatregelen of dat deze maatregelen overwegende bezwaren van financiële en stedenbouwkundige aard ondervinden. Door middel van het verlenen van Hogere waarden Wet geluidhinder levert het aspect geluid geen belemmering op voor de ontwikkeling van de Houtexlocatie.