direct naar inhoud van Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Buitenplaats Duivenvoorde 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0626.Duivenvoorde-BP50

Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. buurtonsluitingswegen;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. voorzieningen ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer;
  • e. bermen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. waterlopen en waterpartijen;
  • h. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • i. nutsvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van de bestemming, uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken ten behoeve van het openbaar vervoer en de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer;
  • b. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2.2 Hoogtes en oppervlaktes

Voor het bouwen als bedoeld in artikel 6.2.1 gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van bouwwerken ten behoeve van het openbaar vervoer en de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer dan 6 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van het openbaar vervoer en de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van gebouwde nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming mag niet meer bedragen dan aangegeven in onderstaande tabel:

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   Maximale bouwhoogte  
Erf- en perceelsafscheidingen   2,00 meter  
Kunstobjecten   6,00 meter  
Vlaggenmasten   6,00 meter  
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   3,00 meter  

6.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de voorgeschreven plaats en afmetingen van de bouwwerken als bedoeld in 6.2.1 en 6.2.2 indien en voorzover geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. een samenhangend straatbeeld;
  • b. de ruimtelijke kwaliteiten van het gebied;
  • c. de verkeers- en/of sociale veiligheid;
  • d. de aansluiting op structurele groenelementen en waterelementen;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Met betrekking tot de gronden met deze bestemming is het bepaalde in artikel 19.1 van deze regels van toepassing.