direct naar inhoud van Artikel 9 Leiding - Riool (dubbelbestemming)
Plan: De Biezen - De Hagen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0620.bp0002-VG01

Artikel 9 Leiding - Riool (dubbelbestemming)

9.1 Bestemmingomschrijving

De voor de bestemming Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor transport van afvalwater door een ondergrondse rioolwaterpersleiding.

9.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in lid 9.1 mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de riooltransportleiding worden gebouwd.

9.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in lid 9.2 bepaalde ten behoeve van het bouwen in overeenstemming met de in lid 9.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemming, indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende leiding en ter zake vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
Op het verlenen van ontheffingen zijn de in artikel 17 lid 17.1 opgenomen procedureregels van toepassing.

9.4 Aanlegvergunning

9.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden om zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende aanlegvergunning de volgende werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:

  • a. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen of bomen te planten;
  • c. heiwerkzaamheden uit te voeren of op een andere manier voorwerpen in te graven of in te drijven;
  • d. grondwerkzaamheden uit te voeren;
  • e. oppervlakteverhardingen aan te brengen.

9.4.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder 9.4.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.

9.4.3 Beoordelingscriteria

Werken en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar indien:

  • a. geen schade ontstaat aan de rioolwaterpersleiding en/of het doelmatig functioneren van die leiding niet in gevaar wordt gebracht;
  • b. de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht;
  • c. hierover vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.

9.4.4 Verwijzing procedureregels aanlegvergunning

Op het verlenen van aanlegvergunningen zijn de in artikel 17 lid 17.2 opgenomen procedureregels van toepassing.