Plan: | De Biezen - De Hagen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0620.bp0002-VG01 |
De voor wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken.
Naast de algemene bouwregels van artikel 13.1 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 8.4 genoemde specifieke ontheffingen.
Bebouwing |
Maximale grondoppervlakte |
Maximale goothoogte |
Maximale hoogte |
Bijzondere regels |
Hoofdgebouwen |
600 m3
|
6 m |
9 m |
- voor het bepalen van de inhoud worden inpandige garages en bergingen meegeteld; - per aangeduid bestemmingsvlak "wonen" is één hoofdgebouw toegestaan; - per hoofdgebouw is éen woning toegestaan; - de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ten minste 2,5 m; - de afstand van het hoofdgebouw tot aan de openbare weg dient minimaal 10 m te bedragen. |
Bijgebouwen, overkappingen |
85 m² per hoofdgebouw |
bijgebouw en aan- of uitbouw: 3 m |
- bijgebouw en aan- of uitbouw: 5 m - overkapping: 3 m |
- voor het bepalen van de oppervlakte worden alle op het perceel aanwezige gebouwen, niet zijnde het hoofdgebouw, meegeteld; - bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van de woning of het verlengde daarvan worden opgericht. (8.4a) |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen |
Zwembaden: 75 m² |
- zwembad: 0,5 m - erfafscheiding: 2 m; - tuinmeubilair: 3 m; - antenne-installaties: 15 m; - overig: 2 m. -voor zover erfafscheidingen zijn gelegen voor de voorgevel van de woning of het verlengde daarvan, bedraagt de hoogte maximaal 1 m. (8.4b) |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bijgebouwen en de oppervlakte per bijgebouw, voor zover dit noodzakelijk is voor:
Op het stellen van nadere eisen als bedoeld in lid 8.3. zijn de in artikel 17 lid 17.1 opgenomen procedureregels van toepassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het in lid 8.2 bepaalde:
De niet bebouwde grond mag uitsluitend als tuin of erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt.