direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: De Biezen - De Hagen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0620.bp0002-VG01

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. het behoud en herstel van een bosstrook met landschappelijke waarde, ter plaatse van de aanduiding "bos";
  • c. vijvers en watergangen;
  • d. fiets- en voetpaden;
  • e. nutsvoorzieningen;
    met de daarbij behorende bouwwerken.

5.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 13.1 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema.

Bebouwing   Maximale hoogte   Bijzondere regels  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   2,50 m   van de hoogteregel zijn bruggen uitgezonderd  

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de verkeersveiligheid, het in het plan beoogde straatbeeld en de bescherming van het openbaar groen nadere eisen stellen aan de omvang en situering van bouwwerken.
Op het stellen van nadere eisen als bedoeld in lid 5.3. zijn de in artikel 17 lid 17.1 opgenomen procedureregels van toepassing.

5.4 Aanlegvergunning
  • a. Vergunningplicht
    Het is verboden zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders ` verleende vergunning ter plaatse van de aanduiding "bos":
      • oppervlakteverhardingen ten behoeve van parkeren aan te leggen of aan te brengen;
      • wegen en paden aan te leggen en te verharden of andere oppervlakteverhardingen aan te brengen;
      • de bodem te verlagen en gronden af te graven, op te hogen en te egaliseren;
      • ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en daarmee samenhangende constructies, installaties en apparatuur aan te brengen;
      • handelingen te verrichten die fatale of ernstige beschadiging van bomen ten gevolge hebben of kunnen hebben;
  • b. Uitzonderingen vergunningplicht
    Het onder a opgenomen verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
    • 1. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
    • 2. waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van de goedkeuring van het plan;
  • c. Beoordelingscriteria
    Werken en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in lid 5.1 sub b bedoelde gronden, die het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.