Plan: | Agrarisch bouwperceel Broekseweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0617.bpbw-vg99 |
Toetsingskader
In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient in ruimtelijke plannen rekening te worden gehouden met afstemming tussen gevoelige functies en milieuhinderlijke functies. Uitgangspunt daarbij is dat nieuwe en bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van de (bedrijfs)woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor de afstemming tussen functies kan gebruik worden gemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (editie 2009). Deze afstemming beperkt zich tot de volgende milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof.
Onderzoek
Ongeveer 280 m ten westen van het plangebied ligt het bedrijventerrein Strijen. Op dit bedrijventerrein zijn bedrijven uit maximaal categorie 4.1 toegestaan. Voor bedrijven uit deze categorie geldt (op grond van bovengenoemde VNG-publicatie) een richtafstand van 200 m ten opzichte van (bedrijfs)woningen in een rustige woonwijk of een rustig buitengebied. Aan deze richtafstand (ten opzichte van de nieuwe bedrijfswoning) wordt ruimschoots voldaan. Met betrekking tot de bedrijven op het bedrijventerrein die in een hogere categorie dan de algemeen toelaatbare vallen, kan worden opgemerkt dat tussen dit bedrijventerrein en de beoogde agrarische bedrijfswoning binnen het bouwvlak momenteel reeds woningen aanwezig zijn. De desbetreffende bedrijven moeten in hun bedrijfsvoering reeds rekening houden met deze woningen. Daarom zal ter plaatse van het plangebied geen sprake zijn van onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van de realisatie van dit bestemmingsplan. Ook worden de bedrijven op het bedrijventerrein door de realisatie van dit bestemmingsplan niet in hun bedrijfsvoering beperkt.
Het plan maakt naast één agrarische bedrijfswoning ook de bouw van bedrijfsgebouwen over het gehele bouwvlak aan de Broekseweg tegenover huisnummer 1 mogelijk. Deze bedrijfsgebouwen zullen gebruikt worden voor dienstverlening ten behoeve van de akkerbouw en zullen op meer dan 50 m afstand van de naastbij gelegen woning komen te liggen (gerekend vanaf de grens van het bouwvlak). Een dergelijke agrarische bedrijfsactiviteit valt op grond van de bovengenoemde VNG-publicatie in categorie 3.1 met een bijbehorende richtafstand van 50 m ten opzichte van woningen van derden. Aangezien aan deze richtafstand wordt voldaan, leidt de realisatie van dit bestemmingsplan niet tot onaanvaardbare milieuhinder ter plaatse van woningen van derden.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het aspect bedrijven en milieuhinder geen belemmering oplevert voor de realisatie van dit bestemmingsplan.