Plan: | Agrarisch bouwperceel Broekseweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0617.bpbw-vg99 |
Toetsingskader
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:
In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
Inrichtingen
Voor bedrijven geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Grenswaarden moeten in acht worden genomen, van richtwaarden kan om gewichtige redenen worden afgeweken. Zowel de grenswaarde als de richtwaarde liggen op een niveau van 10-6 per jaar.
Vervoer gevaarlijke stoffen over wegen, spoorwegen en vaarwegen
Voor wegen, spoorwegen en vaarwegen geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde.
Vervoer gevaarlijke stoffen door leidingen
Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. Deze AMvB sluit aan bij de risiconormering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) met betrekking tot het PR en het GR. Voor overige planologisch relevante leidingen (zoals regionale waterleidingen) gelden belemmeringenzones waar rekening mee moet worden gehouden.
Onderzoek
In de omgeving van het plangebied liggen geen risicovolle inrichtingen. Ook worden hier geen gevaarlijke stoffen over de weg, het water of het spoor vervoerd. Vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen is echter wel aan de orde. Zo liggen op ongeveer 855 m ten noordoosten van het plangebied twee olieleidingen, namelijk één leiding met een diameter van 24 inch en één leiding met een diameter van 36 inch. De PR 10-6-risicocontour van deze leidingen bedraagt 25 m respectievelijk 33 m. Aangezien het plangebied ver buiten deze PR 10-6-risicocontouren van het plan ligt, vormt het PR geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Het invloedsgebied van de 24 inch-leiding bedraagt 55 m, het invloedsgebied van de 36 inch-leiding bedraagt 65 m. Aangezien het plangebied buiten de invloedsgebieden van deze leidingen ligt, vormt ook het GR geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan.
Conclusie
Er wordt geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid de uitvoering van het plan niet in de weg staat.