De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. onderwijs ter plaatse van de aanduiding "onderwijs";
2. zorg en welzijn ter plaatse van de aanduiding "zorgwoning";
3. jeugd- en kinderopvang;
4. verenigingsleven;
5. sport ter plaatse van de aanduiding "sportzaal";
6. horeca, ondergeschikt aan en ten dienste van deze doeleinden;
7. bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals tuinen en erven, parkeer- en nutsvoorzieningen.

Op en onder de in lid 8.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:

1. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
3. in afwijking van het in sub a en b bepaalde mag buiten het bouwvlak per bouwperceel één bijgebouw worden gebouwd;
4. voor de gebouwen gelden de volgende maxima:
   1. bebouwingspercentage: zoals op de verbeelding is aangegeven
   2. goothoogte: zoals op de verbeelding is aangegeven
   3. bouwhoogte: zoals op de verbeelding is aangegeven;
   4. de bouwhoogte van het bijgebouw als bedoeld in lid 8.2 sub c: 3 m;
   5. de oppervlakte van het bijgebouw als bedoeld in lid 8.2 sub c: 12 m²;
5. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
   1. bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen: 2 m
   2. bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten: 9 m
   3. bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: 3 m.