direct naar inhoud van 4.5 Luchtkwaliteit
Plan: De Proeftuin
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.deproeftuin-oh01

4.5 Luchtkwaliteit

Normstelling en beleid

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 4.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig  
stikstofdioxide (NO2) 1)   jaargemiddelde concentratie   60 µg/m³   2010 tot en met 2014  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 2015  
fijn stof (PM10) 2)   jaargemiddelde concentratie   48 µg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 75 µg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³   vanaf 11 juni 201  

1) De toetsing van de grenswaarde voor de uurgemiddelde concentratie NO2 is niet relevant aangezien er pas meer overschrijdingsuren dan het toegestane aantal van 18 per jaar zullen optreden als de jaargemiddelde concentratie NO2 de waarde van 82 µg/m³ overschrijdt. Dit is nergens in Nederland het geval.

2) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).

Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

Besluit Niet in Betekenende mate (NIBM)

In het Besluit NIBM en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan, uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens, rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

Onderzoek

In opdracht van de gemeente Cromstrijen is door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid het luchtkwaliteitonderzoek geactualiseerd en getoetst aan de Wet milieubeheer (Wet luchtkwaliteit). In onderstaande paragraaf zijn de resultaten en conclusies van dit onderzoek7 weergegeven. Een volledige weergave van de rapportage is te vinden in de separate bijlagen.

Conclusies

Rijksweg A29 en de scheepsvaart op het Hollandsch Diep hebben geen significante invloed op het plan en de relevante wegen. Effecten zijn dan ook niet gecumuleerd. De toename als gevolg van de realisatie van de ontwikkeling is 'in betekende mate' ten aanzien van de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide. Tevens is één extra overschrijding van de 24-uurgemiddelde voor fijn stof (PM10) waarneembaar.

Het aantal overschrijdingen 24-uurgemiddelde voor fijn stof (PM10) in de autonome situatie en de situatie met planinvulling voor de jaren 2009, 2011 en 2015 ligt in alle beschouwde situaties ruim onder het normaantal van 35.

De grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie fijn stof (PM10) wordt in geen van de beschouwde situaties overschreden.

In 2009 wordt de plandrempel en de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2) niet overschreden. In 2011 en 2015 wordt langs geen van de beschouwde wegen de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2) overschreden. Gezien het feit dat de jaargemiddelde concentraties in 2009, 2011 en 2015 ruim onder de grenswaarden liggen, is de verwachting dat de jaargemiddelde concentraties in 2020, mede door lagere achtergrondconcentraties, lager zullen zijn.

Vanwege het feit dat op de wettelijke toetsingsafstand (10 m van de wegrand voor NO2en PM10) van de onderzochte wegen de wettelijke grenswaarden voor PM10 en NO2 in 2009, 2011 en 2015 niet worden overschreden, kan worden geconcludeerd dat er geen verdere belemmeringen zijn voor vaststelling van het bestemmingsplan.