direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf - 1
Plan: Bedrijventerreinen Cromstrijen 2013
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.BPCRBedrTerrein13-OH01

Artikel 4 Bedrijf - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven vallende onder de categorieën 1 tot en met 4.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
  • 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Bij de bouw van de gebouwen worden de volgende bepalingen in acht genomen:

  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de gebouwen mogen vrijstaan of aaneen worden gebouwd; aan de zijde waar de gebouwen niet aaneengebouwd worden, moet de onderlinge afstand tussen de gebouwen ten minste 6,00 m bedragen, terwijl daar waar een gebouw niet op de erfscheiding wordt gebouwd, de afstand tot de erfscheiding ten minste 3,00 m bedragen moet;
  • d. een bedrijfswoning mag als afzonderlijk gebouw worden gebouwd of in één der bedrijfsgebouwen worden opgenomen;
  • e. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet minder dan 225 m3 en niet meer dan 900 m3 bedragen;
  • f. de bedrijfswoning mag maximaal voor circa 800 m3 worden aangewend voor wonen en in het resterende volume dienen bedrijfsgerelateerde kantooractiviteiten plaats te vinden;
  • g. de breedte van een gebouw moet ten minste 5,00 m bedragen, zulks met dien verstande dat de breedte van bijgebouwen zoals bergplaatsen ten minste 2.00 m bedragen moet.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de (bouw)hoogte van de bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 3 m voor erfafscheidingen;
    • 2. 3 m voor de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering van parkeerplaatsen op het betreffende bouwperceel, indien dit noodzakelijk is uit een oogpunt van verkeersveiligheid dan wel ter bescherming van het woon- en leefklimaat in de omgeving.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 4.1 teneinde:

  • a. op gronden als bedoeld in artikel 4.1 onder a bedrijven uit categorie 4.2 toe te laten voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • b. op gronden als bedoeld in artikel 4.1 onder a niet nader in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' genoemde bedrijven toe te laten.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' te wijzigen door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.